Geplaatst: 2 apr 2008 11:46 - Gewijzigd: 2 apr 2008 11:46

Duopinie: Flauwe grappen

Dinsdag was het 1 april. Jacco en Andrea reageren op de stellin: Ik ben in een grap van een ander getrapt.

Jacco van Rees (15), Ridderkerk

„Ik heb er gisteren wel aan gedacht dat het 1 april was, maar geen grappen gemaakt. Ik vind het moeilijk om een originele grap te bedenken en ik maak liever geen flauwe. Dan denk ik: „Ik heb er niets aan en een ander ook niet.”

Anderen maakten wel grappen. Ik ben nergens ingetrapt. Iemand zei: „Kijk je broek is kapot, 1 april.” Daar kon ik wel om lachen.

Leerlingen van een andere klas nepten de halve school. Ze zorgden voor een kortsluiting, waardoor we opeens tijdens Nederlands in het donker zaten. Iedereen vond het leuk. De docenten konden er ook om lachen. Na vijf minuten gingen de lichten weer aan.

Ik las in de krant over een hele serie grappen in verschillende plaatsen. De meeste vond ik wel leuk. Vooral die in Zwijndrecht waar een directeur van een basisschool had gezegd dat er geen water was. Hij had zelfs een busje van een loodgietersbedrijf op het plein laten zetten. Iedereen had flessen water bij zich. Toen hij zei dat het 1 april was, kreeg hij het water over zich heen. Hij kon er wel om lachen.

Geef jij ook graag je mening? Meld je nu aan via achterkrant@refdag.nl.

„Helaas, ik ben er ingetrapt”
Andrea de Gelder (15), Werkendam

„Toen ik vanmorgen bij m’n fietsgroep aankwam zei een vriendin: „Er zit tandpasta op je wang.” Ik voelde direct met een vinger. „1 april”, riep ze. Helaas ben ik er dus ingetrapt. Ik kon wel lachen om de grap.

Zelf heb ik vandaag niemand in de maling kunnen nemen. Pas toen ik thuis was, hoorde ik van m’n broertje een goeie grap. Hij had tegen een vriendje gezegd dat we zouden gaan verhuizen naar Breda omdat mijn vader daar werkt. De jongen geloofde het echt totdat m’n broertje zei dat het om een 1 aprilgrap ging. Zijn vriendje zei: „Oh gelukkig.”

Vroeger deed ik meer met 1 april. Vaak maakten we dan grapjes als: „Je veter zit los”, of: „Je broek is kapot.” Die tijd is nu voorbij. Dat soort grapjes zijn een beetje flauw. Eens heeft een meester in groep zeven of acht de hele klas genept door te zeggen dat we een toets kregen. Niemand mocht ervoor leren, iedereen kreeg een blaadje en de meester zou de eerste vraag stellen. „1 april”, was alles wat-ie zei. De hele klas kon erom lachen.

Het grappige is dat mensen bang zijn dat je hen op 1 april in de maling neemt. M’n zus geloofde niet dat ik in de krant zou komen. Ze ziet het vanzelf wel.”