Laagopgeleiden jongeren agressief van games
AMSTERDAM - Vooral laagopgeleide jongens die in het echte leven graag een held zijn, gedragen zich aanzienlijk agressiever na het spelen van videogames dan andere jongens. Dit geldt voor 11 tot 22 procent van de jongeren.
Dat blijkt uit onderzoek van de afdeling communicatiewetenschap van de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. De discussie over gewelddadige films wordt wel versimpeld, vindt dr. E.A. Konijn, hoofddocent van de universiteit.
Volgens Konijn vormen vooral laagopgeleide adolescente jongens, jongeren met een agressief karakter en zij die games als een realistische afspiegeling van de werkelijkheid zien de belangrijkste risicogroepen.
In haar onderzoek toont zij aan dat vooral laagopgeleide jongens die de voorkeur geven aan het spelen met gewelddadige helden en zich graag in het echte leven ook zo willen gedragen, zich aanzienlijk agressiever gedragen na het spelen van videogames dan andere jongeren.
Voor Konijn is het duidelijk dat scholen hun leerlingen leren met games om te gaan. „Met de nieuwste games wordt het maken van onderscheid tussen fictie en werkelijkheid steeds lastiger, ook omdat die spellen grafisch gezien schitterend zijn. Maar ook al kan iemand tijdens het gamen er helemaal in opgaan en zich erdoor laten meeslepen, hij moet leren er weer op tijd afstand van te nemen en het een en ander te relativeren.”
De VU-onderzoekster roept ertoe op niet alleen aandacht aan mogelijk slechte invloeden van videogames te besteden. Uit het wetenschappelijk onderzoek blijkt namelijk ook dat de spellen het ruimtelijk inzicht en de sociale interactie van laagopgeleiden kunnen vergroten.