Gerald Harbers - 29 mrt 2008 16:31 - Gewijzigd: 29 mrt 2008 16:31

Inspiratie zoeken in de schuur

AMERSFOORT - Pikzwart is de achtergrond. Des te opvallender zijn de kunstwerken die ervoor komen te hangen. Gisteravond presenteerden tientallen leerlingen van het Van Lodensteincollege kun eigen kunstwerken. Magneet sprak met zes van hen.

Machteld Roest

Machteld Roest: „Ik heb er behoorlijk lang over gedaan voordat ik wist wat ik wilde maken en welk materiaal ik zou gebruiken. Op een gegeven moment liep ik in de schuur om inspiratie op te doen en daar zag ik de fietsen staan. Zodoende ben ik op het idee gekomen om oude binnenbanden gebruiken. Ik wilde een oosters sieraad maken, die cultuur vind ik fascinerend. Uiteindelijk heb ik een arm- en beenbedekking gemaakt. Ik vond het maken van een sieraad behoorlijk moeilijk. Voor mijn gevoel is een kunstwerk nooit af. Uiteindelijk heeft de docent gezegd dat ik de puntjes op de i moest zetten en daarna moest stoppen.”

Jeroen Koutstaal

Jeroen Koutstaal: „Mijn schilderij gaat over de transporten van Joden naar concentratiekampen. Op de rode spoorrails die naar het kamp in de verte leiden, zitten doornen. Erboven hangt een oog met een traan. Dat beeldt het verdriet uit. Het is een heftig schilderij. Da’s ook logisch, het gaat over een heftig thema. Het was best lastig om het schilderij te maken. Eerst was het oog, behalve de pupil, wit. Dat was saai. Mijn docente zei dat het verstandig was om er een kleur aan te geven. Dat heb ik gedaan.”

Rian Kok

Rian Kok: „Ik heb rond het woord eenzaamheid een kunstwerk gemaakt. Het thema sprak me aan omdat ik er niet direct een beeld van kon vormen in mijn hoofd. Ik heb een kunstvoorwerp gemaakt dat helemaal zwart is. Een beetje saai, maar het past bij eenzaamheid. Met dikke verf heb ik een gedicht erop geschilderd en dat ook zwart gemaakt, zodat alleen de vormen nog te zien zijn. Middenin staat één witte voetafdruk. Eenzame mensen zijn vaak alleen, maar soms is er wel een lichtpuntje te zien.”

Dieke Veenema

Dieke Venema: „Bij het thema ”Dromen” dacht ik aan een indianentent, een tipi. Daarna ben ik gaan experimenteren met dia’s en gekleurd papier en bepaalde structuren die ik mooi vond. Uiteindelijk had ik een beeld dat ik mooi vond en kon projecteren op het doek van de tipi. Toch was dat niet genoeg, ik wilde iets wat bewoog, wolkenluchten. Op internet heb ik allerlei filmpjes gevonden van wolkenluchten en zonsondergangen. Die heb ik achter elkaar gemonteerd en de film samengevoegd met de dia tot één beeld. Ik vind het gaaf om een beeld dat ik in m’n hoofd heb bij een bepaald woord om te zetten in iets echts.”

Job van Roekel

Job van Roekel: „De opdracht was: maak van waardeloos materiaal een kunstwerk. Van waxinelichtjes heb ik sieraden gemaakt. Het aluminium van de bakjes heb ik omgebogen en aan elkaar geregen. Zo zijn het kettingen geworden. Het kaarsvet heb ik omgesmolten tot een plaat waarop de kettingen liggen uitgestald. Ik heb ooit eens een foto van zoiets gezien, daardoor werd ik op een idee gebracht. Vervolgens heb ik het zelf verder uitgewerkt.”

Aline Verhoek

Aline Verhoek: „Aan de hand van een paar regels uit een gedicht heb ik een collage gemaakt. In de voorjaarsvakantie heb ik stapels foto’s en plaatjes opgezocht die er naar mijn gevoel bij pasten. Rood en roze waren de kleuren die centraal stonden. De afbeeldingen moesten naar mijn gevoel goed in het geheel passen. Het duurde een poos voordat het zover was. Elke keer groeit het beeld weer een stukje. Ik heb voor ik zeker wist wat het ging worden ook niets vastgelijmd of zo. Tot ik op een gegeven moment dacht: zo moet ik het doen. En dit is het geworden.”

Oké, het kunstwerk is af en becijferd. Wat gebeurt er daarna mee?
Job: „Ik bewaar de kettingen omdat ik ze voor de toelating op de volgende opleiding wil gebruiken.”

Machteld: „Ik maak foto’s van de versieringen zodat de herinnering niet verdwijnt. Misschien draag ik ze nog ooit.”

Dieke: „Ik wil de tipi laten zien aan de toelatingscommissie van de kunstacademie.”

Aline: „Geen idee. Ik neem de collage mee naar huis. Misschien hang ik ’m op.”

Jeroen: „Ik gooi het schilderij sowieso niet weg. Als het qua kleur in m’n kamer past en er een mooie lijst omheen zit, hang ik het op.”

Rian: „Geen idee. Ik bewaar het gewoon.”