COLUMN JOLANDE: Vrolijk Pasen
Een lust voor het oog waren ze. De prachtige gele narcissen en roze bloesems, die de lentekriebels gestaag omhoog laten borrelen uit de ’ijskast’ van de winter. Ze waren diep opgeborgen tijdens de sombere, typisch Nederlandse, koude kikkerdagen. Nat, grauw en guur weer wisselen we dan ook graag in voor een zomers zonnetje. Niet alleen wij. Ook onze beste reclamevrienden steken hun vreugde niet onder stoelen of banken. Matrassen, kinderwagens, kleding, software en etenswaar worden afgebeeld tussen appeltjesgroen gras, felgekleurde eitjes, zonovergoten landschappen en alles wat snatert, waggelt, piept, of anderszins probeert het lenteachtige beestje uit te hangen. In de hoop dat mensen die gevoelig zijn voor deze ”paaskriebels” als een haas naar de winkel rennen.
Zo vormt iedereen zich een beeld van het paasweekend. Ik mag wel zeggen: een superidealistisch beeld. Natuurlijk, het begon er al aardig op te lijken toen de krokussen hun kleurige kopjes boven de grond staken. En het vogelgezang raakt blijkbaar zelfs mensen die naar jazz of housemuziek luisteren.
Dan breekt het weekend aan. De tulpenverkopers wrijven zich vergenoegd in de handen. De paaseitjesfabriek draait overuren. Maar buiten pakken donkere wolken zich samen. Weldra trekken de eerste hagelbuien over het land. Daar zit ik dan middenin. Pijnlijk tikken de hagelstenen het idealistische beeld uit mijn gedachten, tot mijn voorhoofd als een ijsbal aanvoelt. Naast mij zie ik een vrouw driftig haar, net ingekochte, tulpen verdedigen tegen de verpletterende indringers. Maar de lente moet het hier toch verliezen. Even later zie ik namelijk een veldje narcissen ineenkrimpen onder een nieuwe bui. Tot slot krijgen ze nog een paar sneeuwbuien over zich heen.
Met Kerst zie je folders vol sneeuw. Liedjes weerklinken: ”Let it snow, let it snow, let it snow…” Sneeuw kwam er niet. Nu zijn de wensen omgekeerd. Nee, we houden er geen gebruinde huid aan over. Wel een paar platte, gekrenkte voorjaarsbloemen. Het is maar waar je waarde aan hecht. „Volgend jaar beter”, zeggen mensen dan. Arm. Ik hoop dat wij wat anders aan Pasen hebben overgehouden.