Geplaatst:25 mrt 2008 10:23 - Gewijzigd: 25 mrt 2008 10:23

Ff serieus: Gods wil bij het krijgen van kinderen

Ik kom uit een groot gezin. Mijn vader en moeder zijn boven de veertig. Als er nog een kind geboren wordt, heeft het een verhoogd risico op een erfelijke aandoening en loopt mijn moeder grote risico’s. Is het Gods wil dat mijn ouders ondanks deze risico’s nog kinderen ontvangen? Een bezorgde zus

„Is het Gods wil…?” vraag je. De wil van God heeft twee kanten: een verborgen kant en een geopenbaarde. Kan het Gods verborgen wil zijn dat jouw ouders op deze leeftijd een gehandicapt kind krijgen en dat je moeder daardoor invalide wordt? Ja, dat kan. En je bent zalig als je dan door het geloof mag zeggen: „Uw wil geschiede.” Maar niemand weet of het zal gebeuren. Daarom moeten wij ons houden aan Gods geopenbaarde wil, de Bijbelse geboden:

a) Huwelijk en voortplanting horen bij elkaar (Genesis 1:27,28).

b) Kinderen krijg je niet in de eerste plaats voor jezelf, maar voor God en de uitbreiding van Zijn Koninkrijk (1 Tim. 2:15). Daarom bepaal je niet als ouders hoeveel kinderen je krijgt.

c) Voortplanting is een gave én een opdracht (Psalm 127:3, Genesis 1:28). Kinderen kríjg je van God, maar dat gaat langs de door Hem geschapen weg: geslachtsgemeenschap. En van die daad moet je verantwoording afleggen. Je mag niet tegen God zeggen: „Ik weiger Uw gave, de kinderzegen.” Maar Hij vraagt wel op een verantwoorde manier vorm te geven aan de seksuele omgang met elkaar.

d) Als echtpaar ben je rentmeester over elkaars lichaam, over je huwelijk en je gezin. Je mag je leven en gezondheid niet in gevaar brengen (zesde gebod), noch je huwelijk (zevende gebod) en het welzijn van je kinderen.

Wat is nu het probleem van jouw ouders? Dat het uitvoeren van de voortplantingsopdracht de gezondheid van je moeder en van het volgende kind in gevaar brengt, en misschien ook wel het huwelijk en het welzijn van het hele gezin. Het zesde gebod (en andere) spreekt hier dus de voortplantingsopdracht tegen. Kan het in dit geval verantwoord zijn dat je ouders het krijgen van nog meer kinderen voorkomen? Ja, omdat Gods eigen geboden die beslissing ondersteunen. Zijn ze verplícht hiervoor te kiezen? Nee, want niet iedereen moet in dezelfde omstandigheden dezelfde weg gaan. Die zullen je ouders, voor Gods aangezicht en volgens hun eigen geweten, samen moeten zoeken.

„Is het Gods wil…?” vraag je. Leg die vraag aan de Heere Zelf voor, met al je zorgen. Het is nooit Zijn wil geweest dat Zijn geboden elkaar zouden tegenspreken. Dat is het gevolg van onze zonde. Maar het is wel Zijn wil om mensen met zulke vragen te helpen.

L. Snoek