Gerald Harbers - 15 feb 2008 19:12 - Gewijzigd: 15 feb 2008 17:50

Floris vindt een bunker in de tuin

„Tussen het puin lagen potjes en een broodmes”

SINT-OEDENRODE - Het klinkt als een jongensboekverhaal. Speuren met een detector en een bunker vinden. Floris Postmes (17) uit Sint-Oedenrode (Noord-Brabant) maakte het mee. „Ik heb er een rotje ingegooid. De knal galmde behoorlijk.”

Een deel van de begroeiing in de achtertuin van het huis waar Floris woont is gekortwiekt, aanleiding voor Floris om te gaan speuren met een metaaldetector. „Ik hoopte nog wat kogelhulzen te vinden en zo. In de buurt liggen veel spullen uit de Tweede Wereldoorlog. Ongeveer op 150 meter afstand van ons huis ligt een brug over de Dommel. Daar is in 1944 om gevochten.”

Naast het huis stuit Floris op enkele kogelhulzen. „Daarna ben ik in de achtertuin gaan zoeken. Hopelijk zouden er daar meer liggen. Op een gegeven moment ging de detector weer piepen.” Na graafwerk komt er een metalen deurstijl tevoorschijn. „Ik dacht: Het is een onderdeel van een oude vijver die hier ooit moet hebben gelegen óf van een bunker. Ik heb ooit van m’n ouders gehoord dat de vorige eigenaar die heeft gebouwd.”

Z’n moeder: „We wisten dat er al in 1939 een bunker is gebouwd door de toenmalige bewoner. Die had in Duitsland voor arts gestudeerd en maakte de opkomst van Hitler mee. Hij kwam terug naar Nederland en heeft uit voorzorg deze bunker gebouwd.”

De vondst gaf volgens Floris een kick. „Het was echt helemaal geweldig. Ik had het gevoel alsof ik een oude schat opgroef.”

Pillen
Zomaar de bunker binnenlopen gaat niet. „De deuropening was gedeeltelijk dichtgemetseld. Ik heb er een rotje ingegooid. De knal galmde behoorlijk. Daardoor wist ik dat-ie niet was volgestort met puin.” Samen met een vriend breekt Floris de ruimte open. „Binnen lag een stapel rommel. Die hebben we eruit gegooid. Tussen het puin lagen verschillende spullen. Ik heb potjes, flesjes en pipetjes uit de apotheek van de dokter die er vroeger woonde, gevonden. In sommige flesjes zat nog vloeistof. En één potje zat nog vol met pillen.” Lachend: „Ik heb ze niet geprobeerd. Ik zet ze te koop op internet.”

De bunker heeft in de oorlog een aantal keren dienstgedaan als schuilplaats. „Tijdens de inval van de Duitsers in 1940 en bij de operatie Market Garden in 1944. Tijdens de beschietingen zaten er volgens de zoon van de vorige eigenaar meer dan twintig mensen in de kelder.”

Dat was behoorlijk krap volgens Floris. „De ruimte is 2 bij 3,25 meter groot. Ik heb het nagemeten.”

De bunker is niet het enige overblijfsel uit de Tweede Wereldoorlog. „In ons huis zit onder een klerenkast een doorgang naar de buren. Daardoor konden onderduikers vluchten als er een huiszoeking zou zijn. De bewoner had toentertijd twee Joodse meisjes in huis.” Floris’ moeder: „Ook werden er piloten van de geallieerden behandeld en doorgesluisd naar hun eigen gebieden.” Floris: „En in de badkamer heeft een granaat de muur geraakt. Daar is een nieuw stuk ingebouwd.”

De bunker krijgt een nieuwe bestemming. „De zoon van de vorige eigenaar zei: „Maak er maar een leuke ruimte van.” Dat doe ik. In de zomer graaf ik het zand boven het dak weg en zorg ik dat het dak niet meer lekt. Daarna zet ik er een bank en een tv in.”