Thuis bidden voor je patiënten
Ze werkt op het snijvlak van leven en dood. Janet ten Brinke: „Dan wordt er weer iemand binnengebracht, helemaal onder het bloed. De dosis adrenaline die op zulke momenten door mijn lijf schiet, vind ik geweldig.” De intensive care is duidelijk niet voor watjes.
Een hectische dag, vandaag. De arts vraagt met spoed om bloed van de patiënt. Dan laat de beademing plotseling te wensen over, en daarna brengt Janet een drain in. De patiënt moet bovendien met spoed door voor een CT-scan. Tussendoor belt Janet snel naar de familie: „Het gaat slechter, we weten niet hoe hij uit de scan komt.” Terug van de scan blijkt de patiënt een naadlekkage te hebben in de buik. Terwijl Janet hem klaarmaakt voor de operatiekamer, krijgt hij tot overmaat van ramp een hartstilstand.
Eén patiënt heeft Janet ten Brinke-van Bloemendaal (28) uit Apeldoorn op zo’n dag onder haar hoede. Maximaal zijn het er twee. „Je hoort nogal eens: Wat doe je dan eigenlijk de hele dag? Maar ik kan je verzekeren dat ik me echt niet verveel.”
Na het doorlopen van de havo -op het Van Lodensteincollege- startte Janet met de opleiding hbo-verpleegkunde aan de Christelijke Hogeschool Ede. Aansluitend kwam ze op het VU Medisch Centrum in Amsterdam terecht, waar ze vier jaar lang op de afdeling longoncologie werkte. In die tijd maakte ze intensief kennis met het werk op een ’zware’ afdeling. „Iedereen die bij ons binnenkwam, was in feite ten dode opgeschreven. Dat is heftig, vooral omdat de mensen zelf het vaak nog niet wisten.”
Op de intensive care in het Deventer Ziekenhuis, waar ze na haar huwelijk een deeltijdbaan kreeg, werkt ze opnieuw op het snijvlak tussen leven en dood. „De mensen op onze afdeling liggen bijna allemaal in coma. Een flink deel verlaat het ziekenhuis nooit meer levend.”
Emoties steken af en toe de kop op. „Dat gebeurt me misschien drie keer per jaar, in heel schrijnende gevallen. Ik ben ook niet van ijzer. Zo herinner ik me een Afrikaanse vrouw van een jaar of twintig, op de kraamafdeling. Zij was getroffen door een hartstilstand. Wij werden opgepiept, want als ic-verpleegkundige heb je een pieper op zak om alle reanimaties binnenshuis te kunnen doen. We hebben haar drie kwartier gereanimeerd. Uiteindelijk is ze hier op de ic, met het kindje op haar buik, overleden. Het kindje heeft het wel overleefd.
Wat me bijzonder trof, is dat een groep van wel vijftig man van haar kerkelijke gemeente om haar bed stond te bidden en te zingen. Toen heb ik gezegd: God, als U nu wilt laten zien aan mijn collega’s dat U werkt, vraag ik U om deze vrouw beter te maken. Maar dat is niet gebeurd. Vreselijk vond ik dat. Zoiets neem ik mee, in zulke gevallen bid ik ook thuis voor mijn patiënten. Dat doe ik niet vaak.”
Wordt een bepaald geval te emotioneel, dan is er alle ruimte om daarover te praten, ervaart Janet. „En je hoeft ook niet alles te doen. Pas kwam er een kindje van 3 jaar binnen, helemaal kapotgeslagen. Overal blauwe plekken, neus gebroken, beentjes bijna gebroken.” Janet, moeder van Marc-Floor (1), wijst op haar buik, waar een tweede nakomeling tekenen van leven geeft. „Dan zou ik die ouders zó aanvliegen. De dokter zei al: Janet moet dit geval maar niet doen.”
Ic-verpleegkundigen hebben niet altijd een goede naam in ziekenhuizen. Janet is zich ervan bewust. „Wij zijn de kenaus van het ziekenhuis. Toen ik met mijn interne opleiding begon, is er wel tegen mij gezegd: Als je straks klaar bent, ben je een andere Janet. Daar probeer ik voor te waken, maar feit is dat je directiever wordt, zeker tegen collega’s. Je zegt niet: Wil je voor mij alsjeblieft een spuit pakken, maar je roept: Spuit, 50 cc! Beademingsslangen! Nú! Dat zorgt voor een bepaald imago, dat is waar. Sommige gewone verpleegkundigen komen hier met knikkende knieën een patiënt ophalen.”
Hoe houdt iemand het vol om in die veeleisende sfeer zijn werk te doen? „De actie maakt het bijzonder. Stel, er komt iemand binnen, helemaal onder het bloed. De dosis adrenaline die dan door je lijf schiet, vind ik geweldig. Daar komt nog bij dat je mensen kunt helpen in de moeilijkste tijd van hun leven. En vergeet niet: op onze afdeling, juist vanwege de alle problematiek, wordt er ook heel veel gelachen - dat ontlaadt. Dat alles maakt mijn werk geweldig. Ik hou van mijn baan.”
De opleiding tot intensivecareverpleegkundige kan alleen worden gevolgd als geregistreerd verpleegkundige.
De opleiding bestaat uit gedeeltelijk werken en gedeeltelijk leren, waarbij het praktische deel in een ziekenhuis wordt gevolgd.
Vaak wordt minimaal een jaar werkervaring gevraagd.
Als vooropleiding voldoet zowel mbo-v als hbo-v.
De opleiding duurt achttien maanden (in deeltijd) en wordt op diverse plaatsen in het land aangeboden, waaronder het Erasmus MC, het LUMC, het UMC Utrecht en diverse roc’s.
Reacties (3)
lienie bezorger | vrijdag 25 januari 2008 - 20:32 | ![]() |
aantal posts:39 | mooi beroep lijkt me wel stressen | |
Kijk eens op www.mijnhobbyisfotografie.web-log.nl |
plompie journalist | zaterdag 15 maart 2008 - 13:43 | ![]() |
aantal posts:2239 | Mooi dat je bid voor die mensen groetjes kledingfan |
sneeuwitje bezorger | donderdag 20 maart 2008 - 19:54 | ![]() |
aantal posts:10 | heey lijkt me echt heel zwaar op de IC groetjes |