Een opleiding die bij je past
De een weet het al sinds hij klein was. De ander dubt eigenlijk nog steeds. Het is dan ook niet gemakkelijk om te bedenken welke vervolgopleiding nu echt bij je past. Vier eindexamenleerlingen van het Driestar College in Gouda zijn eruit. Of bijna. Marjet: „Uit de beroepskeuzetest kwam dat ik het best schaatser kon worden, maar ik ga toch maar liever naar de pabo.”
Kinderen zijn nog zo lekker open
Naam: Nanet Uitbeijerse
Leeftijd: 15 jaar
Woonplaats: Waddinxveen
School nu: vmbo 4, gt, sector zorg en welzijn
Gaat doen: sociaal pedagogisch werk (spw) of pwk (pedagogisch werker kinderopvang)
Waar: roc in Leiden
Ze vond het heel moeilijk. Maar nu is ze er zo’n beetje uit. Nanet wil iets met kinderen, dat staat vast. „Ik vind kinderen gewoon heel leuk. Nee, ik heb geen jonge broertjes en zusjes meer, maar ik heb wel nichtjes en neefjes met wie ik graag omga.”
Wat ze vroeger wilde worden, weet ze eigenlijk niet meer. „Ik heb geloof ik nooit zo’n vast idee gehad over een beroep.” Wat ze het belangrijkste aan een baan vindt? „Dat ik er plezier in heb; dat ik het leuk vind om te doen.”
Uit de onlinetesten die ze als opdracht op school maakte, werd duidelijk dat ze met mensen wilde werken. En dat herkent ze wel. „Vooral kinderen, want die zijn nog zo lekker open. Ze hebben nog niet zo veel zorgen en staan vrij in het leven. Zijn ook heel eerlijk. Dat spreekt me aan.”
Ze zou het wel leuk vinden om later in de kinderopvang te gaan werken. Maar dubt nog over de opleiding die ze daarvoor wil gaan volgen. „Ik denk aan spw of aan pwk. Spw is breder, daarmee kun je ook nog heel veel andere dingen doen, activiteitenbegeleider worden voor gehandicapten bijvoorbeeld, of in een internaat werken. De opleiding pwk is nieuw en vooral gericht op de kinderopvang.”
Als opleidingsplek wil ze graag naar het roc in Leiden. „Daar gaat een vriendin van mij ook naartoe, dat lijkt me gezellig.” Nee, ze heeft zich nog niet ingeschreven. Maar daar is volgens haar nog tijd genoeg voor. In februari is er een open dag en dan hoopt ze zeker van de partij te zijn. „Ik ben wel benieuwd hoe ik het daar vind, want ik weet nu eigenlijk nog niet zo heel veel. Welke vakken ik ga krijgen bijvoorbeeld. Daar moet ik me nog een beetje in verdiepen.” Maar daar maakt ze zich weinig zorgen over. „Straks krijg je vooral vakken die met je latere beroep te maken hebben. En minder Engels. Gelukkig maar, want dat is gewoon heel erg saai.”
Mogelijkheden om door te groeien
Naam: Job van der Waal
Leeftijd: 16 jaar
Woonplaats: Gouda
School nu: vmbo 4, kaderberoepsgericht, elektrotechniek
Gaat doen: mbo-elektrotechnische installatietechniek
Waar: Hoornbeeck College in Amersfoort
Als kind wilde Job bakker worden, waarom weet hij niet meer. Want zó dol op koek en brood is hij nu ook weer niet. Inmiddels denkt hij aan iets heel anders: een vervolgopleiding in de elektrotechniek.
Zijn vader werkt op een accountantskantoor, maar Job wist al snel dat hij die richting in ieder geval niet op wilde. „Ik wil iets met m’n handen doen. Iets maken.” Even speelde hij met het idee om de bouw in te gaan. Maar dat is het toch niet geworden. „Mijn ouders vonden dat niet bij me passen en ik denk achteraf dat ze daar wel gelijk in hadden.”
Op school maakte hij eens een beroepskeuzetest. „Je kreeg steeds vier plaatjes op je scherm, daarbij moest je er steeds ééntje uitkiezen die je het meest aansprak. „Bij mij kwam elektrotechniek er als hoogste uit, dat kwam dus wel overeen met wat ik in m’n hoofd had.”
Het salaris dat hij met zijn uiteindelijke baan zou kunnen verdienen, heeft bij zijn beroepskeuze geen rol gespeeld. „Geld vind ik zeker niet het belangrijkste. En”, voegt hij eraan toe, „dan was ik wel iets anders gaan doen.” Wat een beroep dan wel met zich mee moet brengen? „Uitdaging. En de mogelijkheid om door te groeien.”
Bij elektrotechniek kan dat, volgens hem. „Want je kunt altijd méér leren.”
Het liefst zou hij later leiding gaan geven. „Daarom wil ik ook graag de niveau 4-opleiding doen.” Met zijn vmbo-kaderopleiding kan hij daarvoor naar het Hoornbeeck College in Amersfoort. „Daar gaan wel meer mensen uit Gouda heen. Met de trein.” Hij is er nog niet wezen kijken, maar hoopt dat snel te doen, als het open dag is. Hij wil er op die dag vooral achter komen wat de opleiding precies inhoudt. „Ik zou het leuk vinden om wat lessen te kunnen volgen. Dan weet je pas echt of de vakken je aanspreken.”
Kleuterjuf heeft enorm belangrijke taak
Naam: Marjet Harkes
Leeftijd: 18 jaar
Woonplaats: Waddinxveen
School nu: havo 5, profiel natuur en gezondheid
Gaat doen: pabo
Waar: hogeschool Driestar educatief in Gouda
Als kind speelde ze al juf. Toen Marjet dan ook thuis aangaf dat ze naar de pabo wilde, keek niemand daar vreemd van op. Ook de reacties van anderen om haar heen zijn positief. „Bijna iedereen zegt: Dat is nou echt wat voor jou.”
Uit de beroepskeuzetesten die ze maakte, kwam echter heel wat anders. „Volgens een van die testen zou ik het beste schaatser kunnen worden!”
Toen ze vorig jaar niet goed door vwo 5 heen kwam, besloot ze dit jaar havo 5 te gaan doen. „Een van de overwegingen was dat ik toch een hbo-opleiding wilde gaan doen. Ik had ooit wel gedacht aan architectuur en bouwkunde, maar dat was het toch niet. En voor de pabo heb ik geen vwo nodig.”
Het aansprekende van werken met kinderen is volgens Marjet „hun openheid. Je kunt hun ook nog enorm veel leren. Zeker kleuters, die me toch wel het meeste aanspreken. Ik las laatst dat kinderen op 8-jarige leeftijd al tot ongeveer 80 procent gevuld zijn met kennis. Dan heb je als kleuterjuf dus een enorm belangrijke taak.”
Hoewel ze altijd al voor de klas wilde, is ze niet over één nacht ijs gegaan. „Ik heb een dagje meegelopen in een kleuterklas. Op de school waar ik zelf ook op gezeten heb. Dat is natuurlijk best even raar, om daar nu opeens achter in de klas te zitten. Hoewel ik ook zondagsschool geef en daarvan het overgrote deel van de kinderen kende.”
Verder liep ze een dag op de pabo mee. Met een vriendin die daar inmiddels al zit. „Het voelde direct goed. De lessen spraken me aan en ik heb daarna dan ook niet meer getwijfeld.”
Wel wil ze nog graag een keer een dagje meelopen op een middelbare school. „Het geven van godsdienst of geschiedenis spreekt me ook wel aan. Mogelijk kan ik daarvoor een opleiding naast de pabo volgen.”
Leren hoe je lichaam in elkaar steekt
Naam: Henrike Vente
Leeftijd: 17 jaar
Woonplaats: Berkenwoude
School nu: havo 5, profiel natuur en gezondheid
Gaat doen: EH-Basisjaar, daarna hbo-v (verpleegkunde)
Waar: Evangelische Hogeschool, Amersfoort en Christelijke Hogeschool Ede
Ze wil actie in haar baan. Uitdaging vindt ze belangrijk. Daarom was het nog niet zo’n rare gedachte dat Henrike eerst politieagente wilde worden. „Dat trok me gewoon erg.” Nog niet zo lang geleden is ze van gedachte veranderd. „Ik denk nu aan verpleegkundige, maar niet zomaar in een ziekenhuis of zo. Ik wil uiteindelijk ambulanceverpleegkundige worden.”
Volgens de testen zit ze daarmee niet helemaal goed. „Uit alle testen komt als eerste pabo. Mensen om mij heen zeggen dat ook: dat ik heel geschikt zou zijn als juf. Maar dat lijkt me gewoon helemaal niet leuk. En bovendien heb ik helemaal geen geduld genoeg om twintig keer hetzelfde uit te moeten leggen.”
Het vak van verpleegkundige is haar niet helemaal vreemd. „Mijn moeder en twee van haar zussen zijn het ook. Dus ik weet wel zo’n beetje wat het inhoudt.” Ook liep ze mee met een open dag en volgde toen verschillende vakken. „Vooral anatomie sprak me aan: leren hoe je lichaam in elkaar zit.”
Toch ligt het niet in haar planning komend jaar al met de hbo-v te beginnen. „Ik ga eerst het EH-Basisjaar doen. Eigenlijk op aanraden van heel veel mensen om me heen. M’n vader bijvoorbeeld heeft dat vroeger zelf ook gedaan en denkt daar heel positief aan terug.”
Ook in Amersfoort liep ze een dag mee. „Het was een speciale dag voor aankomende studenten, maar er werden wel gewoon colleges gegeven.”
Henrike denkt dat het jaar op de Evangelische Hogeschool vooral goed is voor de ontwikkeling van haarzelf. „Je leert veel over God en over wat jijzelf wilt en wat je kunt. Het schijnt dat je er sterker door in je schoenen staat als je later je beroep moet uitoefenen.”
Hoewel ze er nu vast van overtuigd is daarna de verpleging in te gaan, houdt ze de mogelijkheid voor een andere studie open. „Ik sprak op de open dag van de EH een jongen die eerst dacht geschiedenis te gaan studeren, maar na het basisjaar tot de conclusie was gekomen dat hij iets heel anders wilde. We zullen dus wel zien.”