Kerncentralespecialist met zeebenen
Wie Marcel van Luik (32) bij het verlaten van het vwo vertelde dat zijn toekomstige werkplek een kerncentrale zou zijn, had waarschijnlijk een ongelovige blik teruggekregen. Toch belandde hij er, na eerst de Hogere Zeevaartschool in Vlissingen gevolgd te hebben en na acht jaar varen over de wereldzeeën. „Al werk ik hier nu drie jaar, ik leer telkens nieuwe dingen.”
Een opleiding voor reactorwerktuigkundigen -zo heet het beroep van Van Luik- bestaat er niet in Nederland. Met slechts één energiecentrale en een handjevol andere nucleaire reactoren in Nederland is het aantal werkers in de beroepsgroep klein. De kerncentrale van energiebedrijf EPZ in Borssele heeft zo’n 250 medewerkers, van wie een klein deel direct betrokken is bij de aansturing van de reactor. Met zo’n tachtig collega’s werkt Van Luik in ploegendienst in de regelzaal. Vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week. Het enige moment dat de centrale niet draait, is tijdens de jaarlijkse wisseling van de brandstofstaven. „Maar dan is het juist drukker dan normaal, omdat daar heel veel mensen bij betrokken zijn.”
Het kost wat moeite voordat je als bezoeker in de regelzaal staat. Een bewijs van goed gedrag inleveren, kopie van legitimatiebewijs opsturen, op de foto bij de portier, onder begeleiding van de beveiligingsdienst drie sluizen door en dan ben je binnen. Eerst door een grote hal, waar grote brommende turbines draaien. Ze wekken stroom op met behulp van water dat door de kernreactor is verwarmd. Dan nog een paar deuren en je staat in de regelzaal. Links en rechts een wand met knoppen, metertjes en lichtjes. Ertussenin bureaus met beeldschermen. Op de achtergrond klinkt zacht muziek uit de radio.
Van Luik zit achter een van de bureaus. Zijn taak: het in de gaten houden van de vele processen in de centrale. De apparatuur helpt een handje. Afwijkingen in meterstanden worden door de computer nauwkeurig opgemerkt. Van Luik: „De reactor is een zogeheten drukwaterreactor. Dat betekent dat hij water opwarmt onder een bepaalde druk. Die is hoger dan normaal, waardoor ook het kookpunt hoger ligt.” Met het hete water wordt stoom geproduceerd, waarmee de turbines worden aangedreven. Die leveren vervolgens stroom. Van Luik, wijzend op een van de drie beeldschermen op zijn bureau: „Momenteel heeft het water in de reactor een temperatuur van zo’n 315 graden Celsius. Automatisch houden de processen het water rond die temperatuur. Pas bij 343 graden kookt het water. Dat willen we liever niet, want dan ontstaat er stoom. Dat heeft een veel groter volume. De centrale is daar niet op berekend.”
Veiligheid
De reactorwerktuigkundige werkt in een omgeving die hij zelf als „een complex technisch proces” omschrijft. Het gaat er in ieder geval heel anders toe dan in de naastgelegen kolencentrale, zegt Van Luik. „De veiligheidsvoorschriften zijn zeer uitgebreid en nauwkeurig. Bovendien kijkt de overheid veel meer over je schouder mee.” Voor zijn inzet en de werksfeer maakt dat niet uit, zegt hij. Professionaliteit staat voorop. „Daar word je uitgebreid op getest, onder anderen door een psycholoog. Maar er wordt hier gerust wel eens gelachen.”
Bij aanvang van zijn dienst is er eerst een controleronde. „Ik loop dan samen met collega’s alle instellingen en metertjes na, om eventuele onjuistheden op te sporen. Soms kom ik dan iets tegen waarvan ik denk: Hoe zit dat? Toen ik hier net werkte, gebeurde dat regelmatig. Dan bleek er bijvoorbeeld een bepaalde klep open te staan, wat ook weer een reden had. Zo leer je iedere dag.” De uitgebreide veiligheidsmaatregelen leiden ertoe dat het personeel van de centrale in veel gevallen slechts controleert. Van Luik: „Veel zaken zijn geautomatiseerd. Als het water te heet wordt, schakelt de reactor bijvoorbeeld automatisch uit. Op je computerscherm zie je weliswaar de temperatuur oplopen, maar de veiligheidsapparatuur grijpt bijna altijd sneller in dan je zelf kunt.” Een deel van iedere dienst bestaat dan ook uit tests. „Dat gaat volgens een vaste volgorde, zodat alle onderdelen van de centrale aan bod komen. De noodstroomvoorziening bijvoorbeeld, of een bepaalde klep die normaliter maar weinig open of dicht is.”
Ogen en oren
De vier personeelsleden die tijdens een ochtend-, avond- of nachtdienst in de regelzaal zijn, werken samen met vier anderen in het gecontroleerde gebied. Zo wordt de directe omgeving van de reactor genoemd. „Zij bedienen onderdelen van de centrale die niet vanuit de regelzaal zijn aan te sturen. Ze vormen onze ogen en oren ter plekke.” Via een intercom is contact mogelijk. Daarnaast staan er camera’s gericht op vitale onderdelen van de reactorruimte.
Voor het geval er ooit iets misgaat in de kerncentrale, oefent het personeel twee keer per jaar in een simulator in Duitsland. Van Luik: „De regelzaal is exact hetzelfde als de onze. Het verschil is het verloop van de werkdag: je gaat van de ene onverwachte situatie naar de andere. Soms vergeet je zelfs dat alles nagespeeld is.” Op zijn vaste werkplek in Borssele komen ernstige afwijkingen zelden of nooit voor. „Of het moet een actie van Greenpeace zijn. Toen ik hier net in dienst was schilderden ze een barst op de bovenkant van de koepel waarin de reactor staat. En een halfjaar later blokkeerden ze de ingang.” Binnen gaat het werk door als de actievoerders zich roeren. „Voor de zekerheid controleren we zodra ze eraan komen nog eens of alle deuren op slot zijn. Maar dat is het dan ook wel. Alleen het blokkeren van de ingang was vervelend: ik had nachtdienst gehad, maar kon niet naar huis.”
Er zijn nog geen reacties geplaatst.