Yord herfst logo
Home      Zoeken      

    Oud goud achter dikke muren

    Een oude vrouw op een scootmobiel rijdt het gemeentehuis van Zierikzee uit. Haar benen weigeren dienst, maar haar geheugen nog niet, dat is zojuist duidelijk geworden: ze meende vast te weten dat het kolenpakhuis naast de woning waar ze opgroeide drie ingangen had, maar een vriendin beweerde bij hoog en bij laag dat het er maar twee waren. Het waren er drie, liet gemeentearchivaris H. Uil haar met behulp van de digitale fotocollectie zien.

    Dienstverlening aan de burger is, naast het zorgvuldig bewaren en ordenen van bejaard materiaal, een belangrijke taak van het gemeentearchief. De negen medewerkers aan wie Uil leidinggeeft, houden zich bezig „met drie b’s: bewaren, behouden, beschikbaar stellen.” Dat laatste gebeurt steeds meer digitaal. Daarnaast houden ze toezicht op de wijze waarop de gemeente nieuwe informatie produceert en vastlegt.

    Uil, zoon van een kapper in Zierikzee, had al jong interesse voor alles wat met de geschiedenis van de streek en vooral van zijn stad te maken had. Als hbs-leerling dacht hij erover geschiedenisleraar te worden, maar een beroepskeuzeadviseur zette hem op het spoor van het archiefwezen.

    De opleiding was in die tijd -begin jaren zeventig- heel vooruitstrevend: computerspecialisten van Shell kwamen ict-lessen geven en de studenten gingen op bezoek in een computercentrum in Rijswijk. Uil vond een stageplaats in het gemeentearchief van Goes. „Om me niet te veel te verliezen in mijn hobby, de geschiedenis van Zierikzee, ben ik bewust niet in mijn woonplaats gaan stage lopen.”

    Het stagejaar in Goes volgde op een opleiding die slechts één jaar duurde. Geen wonder dat de directeur van de Rijksarchiefschool zei: „Als je je diploma hebt, heb je je rijbewijs, maar dan moet je nog leren rijden.” „Je leert het vak vooral in de praktijk”, zegt Uil. „Een archivaris bouwt in de loop der jaren veel kennis van archieven en van de lokale en regionale geschiedenis op.”

    Veilig opgeborgen
    Verreweg de meeste archivarissen werken bij de overheid. Ook grote bedrijven als Philips hebben een archivaris in dienst, terwijl de directeur van het Koninklijk Huisarchief de privéarchieven van de Oranjes beheert.

    Gemeentearchivaris H. Uil met een stokoude oorkonde.

    Gemeentearchivaris H. Uil met een stokoude oorkonde.

    Uil bleef in 1972, na zijn stage, in het Goese archief werken. Zeven jaar later keerde hij terug naar Zierikzee. Hij werd adjunct-streekarchivaris en in 1984 streekarchivaris van Schouwen-Duiveland en Sint Philipsland. Het Fliplandse archief is in 1995 overgebracht naar Tholen vanwege de samenvoeging van beide gemeenten.

    Doordat de zes gemeenten op Schouwen-Duiveland in 1997 zijn samengevoegd, is Uil sindsdien gemeentearchivaris. De archieven werden in 2002 op een centrale plaats bijeengebracht: in het nieuwe gemeentehuis. Daar worden ze in zuurvrije dozen bewaard bij een constante temperatuur (18 graden) en luchtvochtigheid (55 procent). Dikke vloeren en muren beschermen het ”oud goud” tegen brand.

    Door gebruik te maken van verrijdbare rekken, kunnen de archivaris en zijn medewerkers 5 kilometer archief kwijt. Uil toont het oudste stuk - een grafelijk privilege van 5 maart 1275, de oudste van de ongeveer 2200 gezegelde oorkonden.

    Twee opleidingen
    In de opleiding tot archivaris zit van oudsher een tweedeling. Vroeger werd gesproken over archiefambtenaar 1e en 2e klasse, daarna over middelbare en hogere archiefambtenaar, nu over archivistiek A en B. Wat ook hetzelfde gebleven is: de opleiding is maar op één plaats in Nederland te volgen: vroeger Den Haag, daarna Utrecht, nu Amsterdam.

    Verschillen zijn er ook. „Wij werden minder specialistisch opgeleid dan nu gebeurt. Door de grote aandacht voor ict-ontwikkelingen komen andere vakken soms in de knel. Daarom worden ook wel historici zonder archiefopleiding in dienst genomen. Zij hebben in elk geval veel kennis, en verder leren ze het vak in de praktijk. Niettemin is een vakopleiding nog altijd van grote waarde.”

    Het diploma archivistiek B is te behalen binnen de hbo bacheloropleiding informatie & media aan de Hogeschool van Amsterdam. Duur: 4 jaar voltijds. 

    Archivistiek A is te behalen door de masteropleiding archiefwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam te combineren drie extra vakken. Duur: 1,5 jaar voltijds of 2,5 jaar in deeltijd. 

    Voor mensen die al bij een archief werken biedt de Archiefschool, eveneens in Amsterdam, de mbo opleiding tot archiefassistent aan. 

    Zie: www.archiefschool.nl/archivaris.

    Er zijn nog geen reacties geplaatst.