Column OFER: Wensen
Ik had gehoord dat een kennis een ingrijpende operatie moest ondergaan en ging op zoek naar een mooie kaart om hem sterkte te wensen. Want juist als het ernstig wordt, kun je niet zomaar wat in de brievenbus stoppen. Voor je het weet, verzend je de raarste kaarten.
In de supermarkt wordt het kaartenrek trouwens steeds kleiner. Ook een kaartje versturen doe je tegenwoordig via internet. En als je een kaart zoekt die niet al te ludiek is, dan moet je echt meerdere supermarkten, boekhandels, warenhuizen of internetsites afstropen.
Wensen en liegen lijken soms wel synoniemen. Zo ontdek ik een kaartje waarin staat: „Beste zieke, heel veel sterkte. Ik wilde dat ik het van je over kon nemen.”
Wat een uitspraak. Wie wil een levensbedreigende ziekte overnemen van iemand anders?
Ik zet de kaart in ieder geval snel weer terug in het rek.
Onwillekeurig moet ik denken aan de jaarwisseling. Ook dan wordt kwistig gestrooid met de mooiste wensen. Vooral in de nacht van oud naar nieuw zijn de mensen vaak bijzonder scheutig met het mooiste geluk en de aller-, allerbeste wensen. Wat dat geluk en die allerbeste wensen zijn? Daar raden we met z’n allen maar wat naar. Daar gaat het ook niet om. Normaal gesproken dan. Pas als het erom gaat spannen, als het echt dichtbij komt, hangen we langer dan een minuut met de pen boven het papier. Als er ziekte is, bijvoorbeeld. Want hoe kun je dan je meeleven echt tonen? Kan dat eigenlijk wel door middel van een kaart?
In het appartementencomplex waar ik woon, is tijdens de feestdagen de gewoonte ontstaan om elkaar via een wenskaart, die opgehangen wordt in de lift, alle goeds voor het nieuwe jaar toe te wensen. Heel efficiënt, je neemt alle bewoners zo in één keer mee.
Wie ermee begonnen is, weet ik niet meer. Maar opeens hing er een kaart met de mooiste gelukwensen aan ”iedereen”.
Het bleek een gouden greep. In de dagen die volgden, kwamen er steeds meer kaarten bij. Want niemand wilde achterblijven in deze geluksshow.
Misschien was het uit principe, misschien uit balorigheid. Feit is dat ik geen kaart heb opgehangen.
Een buurvrouw -ik kwam haar net na Kerst tegen in de hal- merkte beschuldigend op dat ik „nog niet in de lift hing.”
Zo heette het ritueel blijkbaar inmiddels. De bewoners werden gesplitst in twee groepen: zij die wel en zij die niet in de lift hingen.
De onuitgesproken conclusie is natuurlijk duidelijk. Als je in de lift hing, was je betrokken, warm en sociaal. En als je niet in de lift hing, tja, dan is er op dat gebied niet zo veel goeds over je te zeggen.
Zelfs familieleden die bij me op bezoek kwamen, meldden beschuldigend dat ik er nog niet bij hing. Alleen die uitdrukking al. Een collega van me zou zeggen: „Dat moet je niet willen.”
Net voor oudjaar stond ik in de lift met m’n buurman. Het afgelopen jaar was hij ernstig ziek. Hij was ook een ”niet-lifthanger” en ik vroeg hem waarom zijn kaart ontbrak. Hij wees naar de kaart met de weidse aanspraak ”iedereen”. „Toen ik dat las, wist ik ineens heel zeker dat ik mijn kaart dus niet hier ging ophangen. Want een wens die je aan iedereen doet, doe je eigenlijk aan niemand.”
OFER
Reacties (5)
lieslydwilmoas4ever correspondent | maandag 21 januari 2008 - 10:49 | ![]() |
aantal posts:122 | mooii stukje.. |
jossy correspondent | maandag 21 januari 2008 - 18:29 | ![]() |
aantal posts:209 | mooi... | |
ILoveTheSun |
hoihoi journalist | maandag 21 januari 2008 - 22:43 | ![]() |
aantal posts:2992 | mooi...en waardevol stukje!!! |