Yord herfst logo
Home      Zoeken      

Horende doven

Zo ongeveer tweemaal per jaar mag ik voorgaan in een kerkdienst voor onze doven. „Preekt u niet altijd voor doven?” zal misschien iemand vragen, en inderdaad: van nature zijn we allemaal doof voor wat God tot ons te zeggen heeft. Gelukkig zijn er ook die oren hebben gekregen om te horen wat de Geest tot de gemeente zegt. Maar die zijn er onder onze doven ook! Hoewel het veel extra inspanning kost, is het toch ook heel fijn om voor hen te mogen preken.

In Oost-Europa preken we ook regelmatig voor dove mensen, maar dan gaat dat via een tolk. Omdat wij geen Russisch maar Engels spreken en de articulatie en het liplezen ook heel belangrijk zijn, kunnen we daar niet direct tot hen spreken. Er is dan een doventolk die ons dubbel vertaalt: zowel in het Russisch als in de gebarentaal. Maar hier in Nederland proberen we zelf te zorgen voor een goede articulatie en voor het gebruik van gebaren van de doventaal. Dan is het contact directer, al blijft het een worsteling om de boodschap van Gods Woord bij hen te brengen. De zinnen moeten niet te moeilijk of te lang zijn. De woorden moeten niet te onbekend zijn. Je neemt de preekschets voor de dienst nog eens door met een gebarenwoordenboek erbij. Soms probeer ik wat letters van de doventaal bij te leren. Tijdens de dienst span je je bijzonder in om het contact met je ’luisteraars’ niet te verliezen. Ze moeten de woorden van je lippen lezen en daarbij gesteund worden door herkenbare gebaren.

Je kunt begrijpen, denk ik, dat het gevaar groot is dat je niet doordringt tot de kern van de boodschap. Het is een gevaar dat je te snel tevreden bent en al blij bent als ze je kunnen volgen. Bij een bekende geschiedenis gaat dat wel gauw, maar bij een van mijn eerste dovendiensten zeiden enkele van de doven tegen me: „We hebben geen verstandelijke handicap!”

Daarom, het blijft een worsteling om de kern van de boodschap over te dragen en je mag wel weten: dan ben ik blij als ik naderhand hoor dat de boodschap verstaan is. Altijd ga ik na de dienst even mee om koffie te drinken en onderzoek te doen bij enkelen om te horen of ik niet tevergeefs heb gesproken. Altijd weer ben ik dan verwonderd als ik merk hoe jonge en oudere doven ingespannen luisteren, met hun ogen; een voorbeeld voor veel horenden!

In eigen gemeente heb ik elke zondag een dove vrouw onder mijn gehoor. Steeds vergat ik extra gebaren te maken, omdat ik dat op zondag niet gewend ben. Sinds kort probeer ik toch meer rekening met haar te houden. In het begin remde het me. Als je in het vuur van je betoog bent, denk je niet aan gebaren. Toch merk ik dat het me meer dwingt om langzamer en duidelijker te preken, dan dat het de boodschap schade doet.

We mogen altijd vragen of de Heere helpen wil om de boodschap van Zijn Woord te vertolken. Dan is het goed dat onze doven weten dat ze bij de gemeente behoren en ook aangesproken worden. Dan bemerk je dat bij de dovendiensten gemiddeld beter geluisterd wordt dan in gewone kerkdiensten. Kennelijk zijn veel horenden doof, terwijl er door genade doven horend zijn! We hebben allemaal nodig de stem te horen van Hem, van Wiens komst geschreven staat: „Alsdan zullen der blinden ogen opengedaan worden, en der doven oren zullen geopend worden. Alsdan zal de kreupele springen als een hert, en de tong des stommen zal juichen” (Jesaja 35:5-6).

Goes, ds. C. J. Meeuse

Er zijn nog geen reacties geplaatst.