De Rots
Fragment uit ”De Rots” over het geluk in de hemel en het weerzien van JULIA
- - Maar wat is dit
leven, mijne JULIA! wat is dit voor ons, mijne Beste! die op de
onsterflijkheid staren? - die niets minder dan een eindeloos geluk
voldoen kan? - Ongelukkige Gelieven! die op de enkele gedachte
des doods verbleekt - hoe bloedt mijn hart over u! - Ach! door
nimmer aan den dood te denken, verwijdert gij zijne vernielende
vuist geen hairbreed verder van u. - Eens - ijsselijk eens! - en
voor u altijd op het onverwachtste - zult gij zeker
gescheiden worden, en wat zal u dan - u, o gij ellendige, die overblijft, wat zal
u dan door uw geheel overig leven op deeze waereld, die een
eedige, eentoonige woestijn voor u geworden is, immer den gering-
sten troost kunnen verschaffen? - JULIA! uit uwe armen gescheurd
te worden om eeuwig gescheiden te blijven ..... gruuwzaam denk-
beeld! - dan wenschte ik, dat gij nooit geboren waart, of onder de
tegenvoetelingen het licht gezien hadt, waar mijne oogen u nimmer hadden
kunnen ontmoeten, waar uw naam nooit van mijne lippen
had kunnen rollen, mijn hart nooit op dien naam ontroeren! - o
Godsdienst! welke uitstekende diensten bewijst gij aan de Liefde
niet! - Gij verheft haar boven de vreeze des doods, en de roozen,
die gij voor twee vereenigde harten ontluiken doet, verwelken nooit. -
JULIA! ik zit thans op den rand van eene steile rots, die over de
loeiende zee aaklig heenen hangt - de geheele dampkring is met een’
vochtigen nevel vervuld - ik zie niets dan de gedurig op nieuw
aanrukkende golven, die alle aan den voet der rots verbrijzeld wor-
den - en echter - hier zelfs vervoert mij de strelende gedachte van ons
toekomstig lot. - o Zo één graf ons beider overschot bewaarde!
- zo wij naast elkanderen voor de onsterflijkheid oprezen! - zo het
zelfde oogenblik ons danklied - ons vuurig danklied - voor den
troon van God voerde! .... Mijne aandoening vervoert mij ...
ik verbeelde mij dat danklied reeds met u aanteheffen! - o wat zal ons
hart gevoelen! - maar zal onze mond iets anders kunnen uitbrengen dan
Liefde - volle, goddelijke Liefde! - en dit - dit, mijne JULIA!
in een verschiet van eindelooze Liefde!
- - - Hoe dierbaar wordt mij
het graf in deeze vervoering! - den geheelen tijd door, vreed-
zaam, ongestoord, aan uwe zijde te rusten - - welke rampen
moeten er nog op aarde doorgeworsteld worden, als wij reeds in de
haven zullen zijn?
Er zijn nog geen reacties geplaatst.