Column Ofer: Feestdagen (III)
Oudejaarsavond verloopt gezellig normaal. De twee kinderen van de visite hebben zich kranig gehouden en zijn knikkebollend wakker gebleven tot middernacht. De klok heeft geslagen, handen zijn geschud, goede wensen uitgewisseld. Nog snel een kop sterke koffie en dan is de tijd van vertrek daar. De thuisreis van de bezoekers kan beginnen.
Niet dus. „Daar rechts, de volgende links en dan de borden volgen”, zeg ik bij het afscheid. „Dan de snelweg op en dan gaat het vanzelf.” Maar die nacht gaat niets vanzelf. De straat is niet te vinden, het kruispunt evenmin. Ik loop mee naar buiten om hen letterlijk wat op weg te helpen. „Hier naar rechts”, schreeuw ik net te laat. De auto staat met z’n neus in de berm. Want wat is ”hier” als mist de wereld in een wurggreep neemt?
Er zit niets anders op dan de vrienden te voet te begeleiden tot de oprit van de snelweg, ruim 5 kilometer verderop. Bij ieder kruispunt is het weer een zoeken naar de juiste weg. En zijn we hier nu al bij de rotonde, of is het toch nog verder?
Een oude man verspert in z’n autootje de weg. Hij is vastgelopen op een rotonde. Trillend zit hij achter het stuur. „Ik durf niet meer, ik durf niet meer. Laat me maar gaan lopen”, mompelt hij. Omstanders proberen hem duidelijk te maken waar hij is. „Kappen nu!” schreeuwt een man tegen een stel opgeschoten jongens die onder de dekking van de mist van de rotonde een vuurwerkslagveld maken. Er moet een parkeerplaats gezocht worden voor opa, zoals de bejaarde automobilist al wordt genoemd. „Hier!” roept iemand. Het blijkt de oprit van een woonhuis te zijn. „Geeft niks, zet de auto er maar gewoon neer”, meent een ander. De man wordt achter het stuur vandaan getrokken, de auto wordt met horten en stoten geparkeerd. En voort gaat het weer, richting snelweg.
De stad is veranderd in een schimmig rouwtoneel. Voor iedere auto uit loopt iemand om de weg te wijzen. Spookachtige gestalten in het licht van de koplampen. Op het geknetter van vuurwerk na is het stil. Als je stemmen hoort, weet je dat je weer een kruising nadert. „Ik zei toch rechts!” schreeuwt een man naar z’n vrouw die achter het stuur zit, terwijl ze met haar hoofd uit het raam hangt. „Nou zeg, je hoeft niet zo te schreeuwen, ik kan er toch ook niks aan doen dat het zo mistig is”, repliceert ze vinnig.
Hoe verder van het centrum, hoe rustiger het wordt. De kinderen zijn in de auto in slaap gesukkeld en de bestuurder en ik houden elkaar op gedempte toon op de hoogte van de te volgen route.
Dan is eindelijk de oprit daar. Tenminste, de borden zeggen dat dit de oprit is. We nemen afscheid en ik ga aan de kant van de weg staan. Achter ons blijkt een lange stoet van zoekers zich te hebben aangesloten. Een voor een passeren de auto’s me. Tien zijn het er. De bijrijdster van het laatste voertuig draait haar raampje open: „Bedankt voor het gidsen en een gelukkig nieuwjaar!”
De stilte sluit zich weer als een klamme deken om me heen. Verkleumd begin ik aan de terugtocht, ondertussen tevreden bedenkend dat ieder nadeel z’n voordeel heeft. Nooit heb ik namelijk zo snel in een nieuw jaar al het goede voornemen om nu echt meer te gaan bewegen in daden omgezet. Die winst is binnen.
OFER
Reacties (7)
hoihoi journalist | maandag 7 januari 2008 - 14:52 | ![]() |
aantal posts:2992 | mooie colum!!! bij ons was dr wel n btje mist, maar ni so heel veel hoor... je kon gwoon nog redelijk vor je uitkijke!!!!! |
ILJ-4-ever correspondent | maandag 7 januari 2008 - 16:53 | ![]() |
aantal posts:226 | Klopt! Bij ons was het ook zo erg, alleen wisten wij goed de weg, dus dat scheelt ook wel weer!! |
ellu correspondent | maandag 7 januari 2008 - 19:39 | ![]() |
aantal posts:137 | leuke column!!!!!!!!! grxxjes mij | |
Een vriend is iemand die alles van je weet, en toch van je houdt... |