COLUMN OFER: Feestdagen (II)
En voor je het goed en wel door hebt zijn de kerstdagen alweer voorbij. De kerststol heet ineens een oudejaarsbrood en de kerstkransjes moeten plaatsmaken voor oliebollen.
Hoewel mijn vader nooit vrij had tussen Kerst en oud en nieuw en het dus in huis net zo rustig was als op elke andere willekeurige dag scharnierde de boel op 27 december merkbaar. Want er moest nagedacht worden over het bakken van oliebollen en appelflappen. Ieder jaar weer stelde m’n moeder zo halverwege december ferm dat ze er deze keer niet aan begon. Aan het bakken van oliebollen, bedoelde ze dan. Niemand protesteerde, we wisten wat voor beslag we in de kuip hadden.
Op oudejaarsdag werd er nog snel oliebollenmix gehaald en dan begon ze in alle stilte toch maar met bakken. Er werd geklopt en geroerd, er gingen krenten bij en een flesje met een geheime vloeistof die de bollen luchtig moest houden.
Meestal kon ik nog net bij het bakken zijn, voor ik verplicht naar bed moest. Want ’s avonds mocht ik opblijven tot middernacht, dus was een middagdutje noodzakelijk. Gedurende het hele jaar was ik nimmer wakkerder dan juist op de middag van de 31e december. Maar het bleef voorschrift.
Oudejaarsavond was een jaarlijks hoogtepunt in het familieleven. Eerst met z’n allen naar de kerk. Daar begon de onrust al, want onverlaten wilden die dienst natuurlijk verstoren. Eén oudejaarsavonddienst vergeet ik nooit meer. De kerkdienst was bijna afgelopen en de gemeente was al gaan staan om de zegen te ontvangen. Toen brak buiten een tumult los dat eigenlijk niet in woorden te vangen is. Was het een duizendklapper? Een tienduizendklapper misschien?
Maar hoeveel vuurwerk er buiten ook verstookt werd, nooit heb ik een duizendkoppige menigte zo rustig zien blijven bij zo veel geweld.
Toen het eindelijk stil werd, wilde de predikant nog iets zeggen. „Gemeente, een betere illustratie van de Bijbelwoorden dat de wereld echt voorbijgaat, kan ik u niet geven. Maar de Bijbel zegt ook dat wie de wil van God doet, blijft tot in der eeuwigheid.”
Twee zinnen waren het. Maar ze maakten zeker zo veel indruk als de hele preek.
Na de kerkdienst begon het huiselijke deel van de oudejaarsavond. Er waren altijd familieleden of vrienden op bezoek. Het haardvuur loeide, het was warm en gezellig. Totdat de klok elf keer geslagen had. De stemming sloeg om en een besef van eindigheid sloop op kousenvoeten de kamer binnen. De haard zakte in, het werd killer in de kamer en buiten was het stil. En liep de klok eigenlijk wel gelijk? Had iemand hem vandaag nog opgewonden?
Dan sloeg het uurwerk eindelijk twaalf keer. De beste wensen werden gewisseld. Snel een jas aan en buiten even naar het vuurwerk kijken. De buren kregen een hand en ondertussen maakte m’n moeder de soep warm.
Na een minuut of twintig werden we weer binnen verwacht. Dan ging de Bijbel open en las m’n vader Psalm 90 en 91. Dat was een traditie waarvan onder geen enkel beding werd afgeweken. Terwijl m’n moeder haar ogen sloot en geluidloos de bekende woorden meefluisterde, sloten we ons aan bij die onafzienbare stoet mensen die de eeuwen door met deze Bijbelwoorden de jaardrempel over ging.
„Ja, het werk onzer handen, bevestig dat.”
Reacties (7)
Rody stagiair | maandag 31 december 2007 - 08:23 | ![]() |
aantal posts:71 | Mooi!! |
doop correspondent | maandag 31 december 2007 - 11:26 | ![]() |
aantal posts:123 | goedzo! |
rosannevandendool bezorger | maandag 31 december 2007 - 12:12 | ![]() |
aantal posts:15 | good |
jossy correspondent | maandag 31 december 2007 - 16:38 | ![]() |
aantal posts:209 | zoiets is et bij ons ook! | |
ILoveTheSun |
hoihoi journalist | maandag 31 december 2007 - 22:33 | ![]() |
aantal posts:2992 | MOOI!!! |
jonne stagiair | maandag 31 december 2007 - 22:38 | ![]() |
aantal posts:60 | ![]() |