Slapen tussen de apen
Sietske van Doorn (19) uit Waardenburg ging afgelopen jaar voor vijf maanden naar Suriname. „Ik heb één keer gedacht dat ik niet meer gezond in Nederland zou terugkomen.”
„De natuur is prachtig in Suriname. En het is er heet. Het was eigenlijk altijd 30 graden of meer. Af en toe hadden we de hele dag regen; dan was het 27 graden. Mijn vriendin en ik liepen dan met lange mouwen rond, we waren gewend aan de warmte. Als het daar regentijd is, regen je echt doornat. Dan staan de straten onder water en moet je tot aan je kuiten door het water waden. In het begin is dat wel leuk, maar als dat een hele week doorgaat, is het minder.
Met mijn vriendin heb ik van februari tot en met juni gewerkt in een dagverblijf voor kinderen met een verstandelijke handicap, in Paramaribo. Twee keer zijn we het binnenland in getrokken, met gidsen. Het was er zó mooi. Suriname heeft veel regenwouden en schitterende rivieren waarin je kunt zwemmen. ’s Nachts hoorden we de apen in de bomen. We hebben krokodillen gezien, slangen en vogelspinnen. En er waren nog dorpjes met primitieve hutjes. Zonder elektriciteit natuurlijk.
Ook de cultuur was totaal anders dan wat we in Nederland gewend waren. De mensen hebben daar alle tijd. Soms moesten wij daardoor een uur op de bus wachten, maar dat was niet erg. Dat hoorde zo. Die bus komt wel, dachten we dan.
Een keer wilden we naar een kreek gaan die een eindje buiten de stad lag. De laatste 3 kilometer moesten we lopen, door het tropische regenwoud. Toen kwamen we een busje vol zwarte mannen tegen. Die stopten, zaten aan ons en riepen allemaal stomme dingen. Toen dacht ik: Ik weet niet of we nog wel gezond in Nederland terugkomen. We zijn doorgelopen en hebben een heel stoere houding aangenomen, en op een gegeven moment liepen de mannen terug.
Of we ook vogelspinnen in huis hebben gehad? Wel enorme spinnen, maar geen vogelspinnen. We hadden kakkerlakken. En kikkers, zo groot als je hand. We hadden ook veel last van mieren. Als er één hagelslagje op tafel lag, liepen er wel honderd mieren omheen. Met de kakkerlakkenspuitbus spoten we die mieren en spinnen en kakkerlakken dood. Bij een spin moet je dan gewoon wat harder spuiten dan bij een mier.
In januari noemde ik mijn reis een droom die uitkwam. Maar het was toch anders dan ik had verwacht. Ik miste mijn familie en vrienden. In het begin had ik heimwee. Later zijn mijn twee vriendinnen en twee broers nog langs geweest.
Toch hoop ik in augustus weer een halfjaar van huis te gaan, dit keer naar Engeland. Maar dan wil ik wel tussendoor een keer terugkomen naar Nederland.”