Gerald Harbers - 14 dec 2007 11:03 - Gewijzigd: 14 dec 2007 11:03

Bedienen op een diner voor buurtbewoners

Organiseer een diner voor 75 alleenstaande buurtbewoners. Dat is de opdracht waar een vwo 5-klas van het Wartburg College, locatie Guido de Brès in Rotterdam, voor staat. Leerling Wolter Visser: „We hebben voor woensdag al 65 aanmeldingen binnen.”

Wolter en zijn klasgenoten kregen de opdracht voor management en organisatie, „een schoolvak waarin we leren hoe we iets moeten organiseren in een bedrijf. Een maand geleden gaf de docent ons deze opdracht.”

De klas wordt in vijf groepen gesplitst: zogenoemde commissies. Elke commissie heeft haar eigen taak, zegt Wolter. „Eén groep heeft de algemene leiding, die zorgt ervoor dat alles woensdagavond goed verloopt. Een andere club moet voor het eten zorgen. Zij stellen het menu samen en maken het voor- en het nagerecht. Het hoofdgerecht wordt door een cateraar gemaakt. Die betalen we met het geld dat is binnengehaald door de financiële commissie, die sponsors zoekt. Van het geld kopen we ook versieringen, die we ophangen in de aula waar het diner wordt gehouden.”

Wolter zit in de groep voor het maken van reclame. „We hebben in de les een uitnodiging in elkaar gezet voor de bewoners van een flat naast de school. Twee mensen zijn op bezoek geweest bij een contactpersoon in de flat. Die verspreidt de uitnodigingen onder de alleenstaande bewoners. Inmiddels hebben we al 65 inschrijvingen binnen.”

Doel van het diner is de buurtbewoners een gezellige avond te bezorgen. „Op deze manier kunnen we iets terugdoen voor de buurt. Sinds een paar jaar staat de school in de wijk.”

Voor de vwo’ers is het de uitdaging het diner zo goed mogelijk te organiseren. „We krijgen er een cijfer voor dat uiteindelijk voor 10 procent meetelt voor het schoolonderzoek.”

Wolter vindt het leuk om mee te werken aan het diner. „Ik kan iets doen voor een ander en het is leuk om er van begin tot eind bij betrokken te zijn.”

Woensdag is het zover. De leerlingen eten zelf niet mee. „Wij hebben van tevoren al gegeten en we helpen bedienen.” Geoefend heeft Wolter nog niet. „Misschien doen we dat nog.”

In elk geval gaat het nette pak aan. „We moeten er goed uitzien.” En wat er met de restjes gebeurt? „Geen idee. Misschien nemen we ze mee.”