Gerald Harbers -  7 dec 2007 22:20 - Gewijzigd: 7 dec 2007 22:20

Verwoestend vuur

Dinant (16) en Marion (12) verloren door brand alle spullen

WIJK EN AALBURG - Scherven knerpen als Dinant van Giessen (16) en zijn zusje Marion (12) hun huis binnengaan. Regenwater lekt tussen verkoolde balken door naar beneden. De bovenverdieping van de woonboerderij is verdwenen. Vorige week brandde het pand bijna volledig af. Dinant wijst naar de lucht: „Daar ergens was mijn kamer.”

Marion en Dinant kijken naar binnen in hun door brand verwoeste huis.

De vlammen sloegen uit het rieten dak van de woonboerderij in Wijk en Aalburg toen Dinant vorige week woensdag thuiskwam uit school. De brandweer probeerde nog te blussen wat er te blussen viel, maar het hielp weinig. Marion: „Ik vond het verschrikkelijk. Op school vertelden ze me dat ons huis in brand stond. Ik ben niet naar huis gegaan, ik durfde niet. De eerste nacht heb ik bij een nichtje geslapen.”

’s Middags rond vier uur was de brandweer klaar met blussen, zegt Dinant. „Ik ben daarna het huis ingegaan. Kijken wat er over was.”

Dat is niet veel. De woonboerderij staat er nog net zo bij als kort na de brand. Nog steeds hangt er een geur van vuur. De treden van de trap zijn zwartgeblakerd en verdwijnen in het niets. De bovenverdieping is weg. Dinant opent de deur naar de keuken. „Die is nog redelijk heel gebleven.” Alles ziet er zwart uit. Op het aanrecht staat een fles curry naast een gebroken dakpan die door een gat in het plafond naar binnen is gevallen.

Mickey
Door de brand raakten Marion en Dinant al de spullen op hun kamers kwijt. Dinant: „Het enige wat ik nog had, waren mijn kleren.” Marion: „M’n bed, m’n foto’s, bijna alles is weg.”

De oorzaak van de brand is nog onbekend. Dinants moeder: „We waren in de schuur bezig toen het licht uitviel. Iemand ging naar huis om de stoppen te verwisselen en zag toen rook uit het dak komen. We hebben nog snel veel papieren kunnen redden.” Dinant: „En de vaatwasmachine en de koelkast. Die hebben ze gewoon met alles erin uit de keuken getrokken.” Z’n moeder: „En alles wat erin zat is heel gebleven.”

Het gezin trok in een huis dat op hetzelfde erf staat. Marion: „M’n oma woonde hier, zij is een paar jaar geleden naar een appartement gegaan.”

Aan een keukenkastje hangen twee foto’s van een zwart-witte poes die water uit een kraan drinkt. Mickey de kat overleefde de brand niet. Marion: „Hij lag boven toen de brand begon.” Haar moeder: „Gelukkig zijn er geen mensen gewond geraakt. Een huis kunnen we opnieuw opbouwen.”

Hoe het nu verdergaat, weten Dinant en Marion niet. Dinant: „D’r zal wel een nieuw huis gebouwd moeten worden.” Marion: „Maar het zal niet meer worden zoals het was.”

Chocoladeletters
De brand was voor H. van Noorloos, docent bouwtechniek op het Willem van Oranjecollege in Wijk en Aalburg waar Dinant op zit, reden deze week chocoladeletters te laten verkopen door leerlingen. De opbrengst is voor het getroffen gezin.

„Elke dag rijd ik langs Dinants huis naar school. Nu is het helemaal afgebrand. In m’n lokaal staat een potje met gummen en potloden die de jongens kunnen kopen als ze die vergeten zijn. De opbrengst gaat naar een goed doel. Een leerling zei: „Nou meneer, laat dat goede doel ver weg maar even zitten. Dichterbij is er een beter doel.”

Van Noorloos belde een chocoladefabrikant met de vraag of hij letters tegen een gunstige prijs kon kopen. „Dat mocht, onder één voorwaarde: ze stuurden géén rekening mee.”

De actie liep als een trein, zegt de docent. „De eerste dag raakten we er al 600 kwijt. Een dag later waren ze allemaal, 2008 stuks, uitverkocht.” De opbrengst is volgens de docent nog niet bekend.