Jacomijn Hoekman -  7 dec 2007 09:56 - Gewijzigd: 7 dec 2007 09:56

Bert-Jan: Dag en nacht patrouille in het dorp

Schuin tegenover zijn huis brandde een leegstaande woning af. Het was slechts een van de achttien branden die het Groningse dorp ’t Zandt de afgelopen weken teisterden. Bert-Jan Baas (17) uit ’t Zandt: „Het zou me niet verbazen als het de brandstichter nog eens lukt.”

Slechts 870 inwoners heeft het dorp en toch wist de brandstichter keer op keer uit handen van de politie te blijven. Ook toen de politie dag en nacht ging patrouilleren en de inwoners elkaar argwanend begonnen aan te kijken. „Iedereen gaat na wie het zou kunnen zijn”, zegt Bert-Jan. „Het is het gesprek van de dag. Er wordt natuurlijk onderling over geroddeld.”

Alle media hebben zich inmiddels op de zaak gestort. En niet alleen de media. Een paragnost voorspelde onlangs dat ene Edwin de dader zou zijn. „Een beetje fout”, noemt Bert-Jan dat, „want er zijn maar twee Edwins in ons dorp. Dit is natuurlijk schadelijk voor die personen.”

Hij zou nu niet zomaar met een jerrycan benzine door het dorp gaan lopen, maar verder gaat het leven in ’t Zandt gewoon door, zegt hij. „Iedereen let erop dat de deuren goed gesloten zijn. En je kijkt wat beter om je heen. ’s Avonds voor we naar bed gaan, loopt mijn vader een rondje om het huis heen en kijkt hij achter de garage. Dat stelt gerust.”

Woensdag brak er weer brand uit in ’t Zandt, maar deze keer was het vuur niet aangestoken. Bert-Jan: „Tuurlijk denk je eerst wel even dat het weer aangestoken is, maar het was al snel duidelijk dat dit anders was.”

Want de pyromaan gaat telkens volgens dezelfde methode te werk. „Het schijnt dat hij ’s nachts een plastic fles met brandbare vloeistof in een leegstaand pand zet. Daar zet hij een aangestoken kaars in. Eromheen legt hij kranten. Als de kaars bijna opgebrand is, valt hij in de vloeistof, en zo worden de kranten aangestoken.”

Bert-Jan zal opgelucht zijn als de dader is gearresteerd. „Dan komt er rust in het dorp. Ik hoop dat de politie hem oppakt. Dat is beter dan wanneer iemand van het dorp hem betrapt. Ik denk niet dat hij er dan zonder kleerscheuren afkomt.”

Hij verwacht dat de dader uit het dorp komt, maar heeft geen idee om wie het gaat. „Ik denk dat veel mensen raar gaan opkijken als straks bekend is wie het is. Je verwacht toch niet dat het een kennis van je is.”