Jacomijn Hoekman - 13 nov 2007 10:33 - Gewijzigd: 13 nov 2007 10:33

Bernadette is dol op blauw

OPHEUSDEN - Niet veel mensen zullen hetzelfde bed hebben als Bernadette den Hartog uit Opheusden. Ze slaapt namelijk in een bedstee. „Elke keer als ik mijn kamer binnenkom, word ik blij.”

Vanaf: „Ik heb mijn kamer sinds juli. Eerst sliep ik in een kamer aan de andere kant van het huis. Omdat mijn zus toen getrouwd is, kwam haar kamer leeg te staan. Dat is het kantoor van mijn vader geworden en het kantoor van mijn vader is nu mijn kamer.”

Eerste nacht: „De eerste nacht was een verrassing voor mij. Ik kwam terug van vakantie. Voordat ik wegging waren we al met het kamertje bezig. Toen was het een enorme bende. Ik dacht dat het nog wel even zou duren voor het kamertje klaar was. Ik vroeg daarom aan mijn moeder: In welk bed mag ik vannacht slapen? Dat moet je zelf weten, zei ze. Toen ik thuiskwam, bleek het kamertje helemaal opgeknapt te zijn. Ik heb heerlijk geslapen.”

Slaapt met: „Niemand. Voorheen sliep ik in een kamer met mijn zusje, afgescheiden door een houten wand. Ik vind het heerlijk om alleen te slapen, lekker privé. We hebben nu geen last meer van elkaar als we huiswerk moeten maken.”

Inrichting: „Mijn kamer is aquablauw, een verfrissende en supermooie kleur, vind ik. Ik houd van blauw: veel van mijn kleren zijn ook blauw. In mijn kamer staan een bureau, een stoel, een zitzak, een poef en een bedstee. De vloer van mijn kamer is echt hout, dat lag er al. Het meeste is pas nieuw.”

Verboden toegang voor: „Niemand. Iedereen mag naar binnen.”

Opvallend: „Al het blauw in mijn kamer. En mijn bedstee. Die heeft mijn vader gemaakt. Ik heb een heel creatieve vader. Mijn moeder heeft op de raampjes in mijn bedstee een soort tape geplakt, waardoor je een ruitjeseffect krijgt. Het zijn nu net glas-in-loodraampjes.”

Gebruik: „Ik bel er met vriendinnen en als vriendinnen langskomen ga ik het liefst op mijn kamer zitten. Daar is genoeg ruimte voor. Ik schrijf er ook brieven aan penvriendinnen. En ik slaap er natuurlijk.”

Verzorging: „Ik maak zelf mijn kamer schoon. Dat heb ik net vorige week nog gedaan. Dan stof ik het een beetje en zuig ik de vloer. Dweilen doe ik niet zo snel en mijn raampjes worden niet zo snel vies.”

Toekomst: „Ik houd het voorlopig een hele poos zo. Ik weet niet wat ik eraan moet veranderen. Ik vind de kleur nog gigantisch leuk. Ik zou alleen nog wel een langharig kleed op mijn vloer willen.”