Yord herfst logo
Home      Zoeken      

Toegewijd zingen en spelen

Beter gospel dan pop, zegt de een. Gospel is niets anders dan christelijke pop, reageert de ander. Hoe gaan reformatorische scholen met gospelmuziek om? De muziekleraar: „Leer jongeren kritisch te luisteren.” Zijn godsdienstcollega: „Muziek mag er nooit voor zorgen dat je uit je dak gaat.”

Gerald Troost is een populaire gospelzanger.

Gerald Troost is een populaire gospelzanger.


Muziek hóórt bij jongeren. Hun collectie varieert van orgel tot hardrock, van koorzang tot gospel. Uit een onderzoek van deze krant onder 400 leerlingen van reformatorische scholen blijkt dat een derde van de ondervraagde jongeren naar gospel luistert. Michael W. Smith, Gerald Troost en Rebecca St. James zijn dé favoriete artiesten.

Maar is gospel wel zo verantwoord als de liefhebbers ervan zeggen? „Voordat je je ook maar waagt aan een beoordeling, moet je jongeren een kritische luisterhouding bijbrengen”, zegt muziekleraar Pieter Verrips. „Daar mankeert het in onze gezindte aan. Op mijn school, het Van Lodensteincollege in Kesteren, besteden we in de eerste klas daarom veel aandacht aan het leren luisteren naar muziek. Daarbij gaat het om drie vragen: Wat hoor je? Welke opbouw heeft de muziek? En hoe waardeer je de muziek? We doen dit aan de hand van concrete muziekstukken in allerlei stijlen. Van klassiek tot pop. Aan het einde van de eerste klas moeten de leerlingen technisch kunnen luisteren. Simpel gezegd: ze moeten een piano van een gitaar kunnen onderscheiden. Daarbij mogen ze zich niet verliezen in emoties en moeten ze ook nog eens in staat zijn een muziekstuk te waarderen in termen als mooi of lelijk en goed of slecht.”

Lang traject
Dat laatste is nog niet zo eenvoudig, bekent Verrips. „Leren luisteren is een lang traject. Ik probeer mijn leerlingen een kritische houding ten opzichte van álle muziek bij te brengen. Ook klassieke. Ik noem een voorbeeld. Berlioz heeft de gang van iemand naar het schavot op muziek gezet. Je hóórt het hoofd rollen. Wat vragen de leerlingen? „Meneer, wilt u het nog een keer draaien?” Maar mag dat, een onthoofding op muziek? En mag je meedeinen op een Hongaarse dans van Brahms? Aan de andere kant probeer ik de leerlingen juist wel ritmegevoel bij te brengen; ik leer ze spelen op een trommel. Dat is voor ons begrip grensverleggend.”

Pieter Verrips

Pieter Verrips


In de tweede klas gaat Verrips dieper in op pop- en gospelmuziek. „Elke leerling moet een muziekstuk uitkiezen en voor de klas bespreken. De enige voorwaarde is dat het muziek moet zijn waarnaar ze thuis mogen luisteren. Nou, er komt van alles voorbij.” Verrips vindt vooral gospel een lastige materie. „Het is veel makkelijker om populaire zangers als Frans Bauer, Jan Smit en Marco Borsato aan de orde te stellen dan gospelartiesten als Michael W. Smith en Rebecca St. James. Kijk, als ik het liedje ”Waterdrager” van Boudewijn de Groot laat horen, vinden leerlingen dat mooie muziek. Toch is het een fout liedje. Waarom? Het verheerlijkt de nutteloosheid van het leven. Daar ben ik snel klaar mee. Sneller dan met gospelteksten.”

Steevast krijgt Verrips discussies met zijn leerlingen over de vraag of heftige muziek per definitie verkeerd is. „Ik laat ze dan een aria met een geestelijke tekst in een dansritme van Bach horen. Die muziek is net zo heftig als sommige pop- of gospelmuziek. Of neem Van Lodenstein; die hoorde melodietjes op straat en zei: „Ik gun ze de wereld niet, ik maak er geestelijke teksten bij.” Zo ontstond zijn bundel ”Uytspanningen”. Sommige van die melodieën zal ik vanwege het ritme niet snel met mijn schoolkoor zingen.”

Beat
Anne van Olst

Anne van Olst


Godsdienstleraar Anne van Olst beaamt dat het kritisch luisteren onderontwikkeld is. „We zijn het in onze gezindte gewend muziek vooral gevoelsmatig te benaderen. Horen we een beat, dan is het fout. Maar laten we eens proberen verder te kijken dan onze culturele neus lang is. Wij komen uit een ingetogen traditie en zingen de psalmen gedragen. In het oude Oosten ging dat anders; er was meer beweging en meer ritme. Denk maar aan cimbalen, harpen, citers, tamboerijnen en trompetten. We moeten dus niet te snel oordelen over een muzieksoort die op ons onrustig overkomt.”

Van Olst wijst op twee Bijbelse voorbeelden. „Het binnenbrengen van de ark en het herstel van de muur van Jeruzalem ging gepaard met luide, uitbundige muziek.” Keurt Van Olst daarmee tegelijk alle gospel goed? „Nee, want wat wil je herkennen in alle culturen en stijlen? De heerlijkheid en de heiligheid van God. Het besef wie wij zijn en de verwondering over Gods genade. Dat zal ervoor zorgen dat mensen niet uit hun dak gaan, maar alle eer aan de Heere geven. Sommige gospelnummers zijn erg hard en onrustig. Het Evangelie spreekt juist over de rust die er bij Christus te vinden is. Wij gaan niet uit ons dak voor Jezus. Bij de Bijbelse vreugde zie je dat uitbundigheid samen op kan gaan met stille verwondering.”

Trippeltoon
Verrips: „Muziek is emotie en daar hoort lichaamstaal bij. Brakel spreekt in zijn ”Redelijke Godsdienst” over de trippeltoon tijdens het zingen. Dan denk ik toch ook aan iets van beweging.” Van Olst: „Kijk ook eens naar de manier waarop Afrikaanse christenen de psalmen zingen. Toch is dat iets anders dan de strak geregisseerde spontaniteit tijdens gospelconcerten.

Iemand als Michael W. Smith speelt op een hoog niveau met sfeer.” Verrips: „Niet de sfeer is de drager van de muziek, maar de boodschap.” Van Olst: „De sfeer mag onze vriend zijn, zoals Kees Kraayenoord zegt, maar we moeten niet de buitengewone ernst van het Evangelie verdoezelen in sfeer.” Als het hierover gaat, maakt de Fruytierleraar zich zorgen over worship-cd’s en een concert zoals in het Arnhemse Gelredome. „Je hoort applaus, gejoel, gefluit. Onmiskenbaar staat de artiest centraal. Hij profileert zich als aanbiddingsleider. Er wordt tussen de nummers door gebeden. Zo krijgt een cd of een concert het karakter van een kerkdienst. Ik vind dat een verwarrende vermenging waardoor ik uiterst terughoudend ben met het aanbevelen van deze cd’s. Kijk, de gereformeerde gezindte probeert de evangelische beweging buiten de deur te houden. Het is niet mijn taak leerlingen door middel van gospelmuziek los te weken van hun reformatorische achtergrond.”

Chaos
Zijn er ongeschikte muziekstijlen om het Evangelie te verkondigen? Verrips: „Die zijn er. Stijlen die voor 90 procent om ritme draaien en voor 10 procent om melodie. Dan is de muziek uit balans. Dan wordt je denken uitgeschakeld.” Van Olst: „De veiligste weg is: haal de drum eruit. Maar daar verlies je leerlingen mee. Toch zal ik nooit hardrock in de klas laten horen, ook niet met een religieuze tekst. Daar roep je een geestelijke strijd mee op; er wordt dan van twee kanten aan de leerlingen getrokken. Hardrock is muziek die chaos brengt; dat kan nooit tot eer van God zijn.”

Een ander aspect waarop gospel beoordeeld moet worden, is de tekst, vindt Van Olst. „De discussie hierover zal verder moeten gaan dan het individuele lied. De teksten van worship- en praisenummers zijn vaak vlak en vaag, maar soms ook heel mooi. Over het algemeen echter gaan gospelteksten vooral over: „We prijzen God, God is goed, heilig, en wij, christenen, richten ons helemaal op Hem.”

Noties zoals Gods toorn en oordeel over de zonden, schuld en bekering kom je niet veel tegen. Ook zit er vaak een remonstrantse boodschap in. Gods ”ja” heeft geklonken; het is aan ons om er iets mee te doen. Dat is de algemene verzoening waarvan de Dordtse Leerregels zeggen dat ze on-Bijbels is.”

Hoewel Van Olst niet alle gospelmuziek afkeurt, wijst hij op „een groot gevaar.” „Het zou kunnen zijn dat de geweldig mooie muziek zo’n goede drager van de schijnbaar Bijbelse boodschap is dat het je gevoelsleven inneemt. Dat je meent God te prijzen, maar dat het in werkelijkheid niet zo is, omdat je slechts meegaat met de vervoering van de artiest. Dat maakt mij huiverig voor gospel. Als jongeren heel veel ruimte voor gospel eisen, word ik juist kritischer en vraag ik: Uit welk theologisch vaatje wordt hier getapt?”

Eén nootje
Ook Verrips oordeelt „genuanceerd” over gospel -„jongeren hebben niets aan vierkante visies”- maar stelt wel een principiële vraag. „Verhindert het luisteren naar gospel je om met God en de Bijbel bezig te zijn? Als dat het geval is, moet je ermee stoppen. Muziek moet passen bij het Bijbels vreemdelingschap op aarde.”

Van Olst: „Luister alleen naar muziek die past in een leven met God. Als je door één nootje van welke muzieksoort dan ook in Gods gericht veroordeeld kunt worden, dan moet je er niet naar luisteren. Zo scherp ligt het.” Tegelijk waarschuwt Verrips voor negativisme. „Persoonlijk kan ik me geen leven zonder muziek voorstellen. Ik wil graag zo veel mogelijk jongeren een positief gevoel voor muziek bijbrengen. Dat moet eigenlijk als eerste thuis, in de gezinnen, gebeuren. Laten ouders hun kinderen stimuleren zelf muziek te maken. In alle gezinnen moet muziek gemaakt worden.” Van Olst: „Inderdaad, ga zelf zingen en spelen; leun niet op artiesten.” Verrips: „Maar laten we eerlijk zijn: Ouders vinden het moeilijk om te gaan met muziek die niet in de gereformeerde gezindte voorkomt. Eigenlijk zouden er reformatorische gospelzangers moeten komen…”

Verrips werd onlangs „getroffen” toen hij een videoclip zag met minister Rouvoet en de zanger Kees Kraayenoord die samen een gospellied zongen. „Zij deden dat met grote toewijding; zowel muzikaal als tekstueel. Kennen onze jongeren diezelfde toewijding? Durven ouders als ze zingen te laten horen: hier ligt mijn hart in?”

Goed luisteren
Naar welke muziek je ook luistert, let altijd op de boodschap, adviseert Verrips. „Er bestaan geen evangelische noten, wel evangelische teksten. Klassiek is niet per definitie goed, gospel niet per definitie fout. Sommige onder ons geaccepteerde stukken van Mozart vind ik leger dan bepaalde gospelnummers die worden afgewezen.”

Luisteren naar gospel vraagt onderscheidingsvermogen, stelt Van Olst. „Je moet je ervan bewust zijn dat in gospelmuziek de Bijbelse boodschap van de ernst van de zonde en het wonder van genade vaak niet helder genoeg doorklinkt. Kunnen we van onze jongeren verwachten dat ze dat altijd in de gaten hebben? Laten ouders en andere opvoeders tijd en aandacht hebben voor de jongeren die gospel draaien. Daarbij zullen we goed moeten luisteren en eerlijke argumenten moeten gebruiken. Waarom vinden jongeren de muziek mooi? Horen ze de teksten ook echt? Denken ze erover na? Welke gevoelens roept de muziek op? Past dat bij het liefhebben en dienen van de Heere? In een open gesprek in de klas merk ik dat leerlingen bereid zijn kritisch na te denken over hun muziek. Zoals bij alles zullen ze ook bij gospel heldere keuzes moeten maken.”

Verrips: „De drieslag gezin, kerk en cultuur moeten we zo lang mogelijk koesteren. Waar openheid is in het gezin, daar wordt over deze zaken gesproken. Niet in de sfeer van: wat mag wel, wat niet? Daar helpen we onze jongeren niet mee. Wel met een gesprek over hoe goed het is om de Heere met hart en ziel te dienen, ook in je muziekkeuze.”

Reacties (5)

shasta
correspondent
Quote bericht
aantal posts:104

Ik ben het helemaal met meneer van Olst eens.

 

Eeltje
bezorger
Quote bericht
aantal posts:13

ik vind die pop erom heen niet goed

de wereld moet steeds meer en meer uit z'n dak gaan met de muziek

elma
bezorger
Quote bericht
aantal posts:8

Gerald troost heeft super mooie nummers

Amietjuh
bezorger
Quote bericht
aantal posts:15

 

elma
bezorger schreef op maandag 22 september 2008 - 13:50

Gerald troost heeft super mooie nummers


Zeker weten!!  hij kan ook heel mooii zingen!! kijk maar eens naar het nummer 100%!! zoooo mooii

ikreageer
correspondent
Quote bericht
aantal posts:180

Weetje wat ik zo moeilijk vind aan 'gospel'..

Het zijn idd vaak hele mooie nummers, en ik luister zelf voornamelijk gospelmuziek als er muziek gedraaid word bij mij.. maar ik vind wel heel sterk, dat er over liefde en goedheid gesproken word, maar bijna nooit over rechtvaardigheid en dat de zonde die wij doen bestraft zullen worden! het evangelie word een beetje eenzijdig belicht. daarom vraag ik me soms af, is gospel wel helemaal goed? de psalmen zingen ook over lof en liefde en goedheid! maar óók over rechtvaardigheid! en dat mis ik een beetje bij gospel...