Gospel in kerk en kelder
De zin komt als een refrein in het gesprek terug: „We willen jongeren er graag bij houden.” Die insteek betekent voor Harry Gaasbeek en Jos Diepeveen, verbonden aan de hervormde Westerkerk in Veenendaal, dat ze gospel in de kerk accepteren. „Je moet een beetje met je tijd meegaan.”
Deze krant deed recent onderzoek naar de populariteit van gospelmuziek onder 400 leerlingen van reformatorische scholen. Driekwart zegt dat er in zijn kerk geen ruimte voor gospel is. Bij de overigen is dat wel het geval, vooral in het jeugdwerk en op praiseavonden; bij een enkeling tijdens de kerkdienst. Ruim de helft van de jongeren vindt meer ruimte voor gospel in de kerk niet passend bij de dienst van God of niet verstandig. Ruim 30 procent bepleit juist wel meer ruimte voor gospel in de kerk. De Westerkerk in Veenendaal heeft en doet iets met gospel. De gemeente behoort qua signatuur tot de Gereformeerde Bond, „maar we zijn wel vooruitstrevend”, voegt jeugdouderling Gaasbeek eraan toe.
Tijdens gewone diensten in de Wester worden er psalmen in de oude en de nieuwe berijming gezongen en liederen uit het Liedboek voor de kerken. Bij jongeren- en ontmoetingsdiensten wordt de bundel ”Op toonhoogte” van de Hervormd Gereformeerde Jeugdbond gebruikt, waarin naast psalmen en gezangen ook opwekkingsliederen en (vertaalde) gospelsongs van artiesten als Michael W. Smith en Kees Kraayenoord staan.
Tijdens jongerendiensten wordt de gemeentezang begeleid door orgel en piano, soms in combinatie met fluit. Bij ontmoetingsdiensten, bedoeld als laagdrempelige bijeenkomsten voor buitenkerkelijken, treedt er een begeleidingsband op.
Diepeveen, betrokken bij het jeugdwerk en bij de organisatie van de bijzondere diensten, speelt en zingt zelf in de band. „We gebruiken een elektronische piano, twee gitaren, een fluit en een Peruaans drumstel. Dat is niet zo heftig, maar het geeft wel een ritmische impuls, waarbij het fijn zingen is. Tijdens de collecte wordt er ook wel eens een lied door iemand solo gezongen, met begeleiding van de band.”
Jongerendiensten -afgelopen zondagavond was er weer één- worden vijf keer per jaar gehouden, ontmoetingsdiensten vier keer. Gaasbeek: „Het probleem is dat onze predikanten, en ook sommige gemeenteleden, vinden dat er te veel bijzondere diensten zijn. We doen dit nu twee jaar en gaan binnenkort evalueren. Dan kan het best zijn dat we een aantal bijzondere diensten in elkaar gaan schuiven.”
Knokken
Het gebruik van opwekkings- en gospelliederen tijdens bijzondere diensten is vrijwel door alle gemeenteleden geaccepteerd, zeggen Gaasbeek en Diepeveen. „Er zullen best mensen zijn die er moeite mee hebben, maar die laten zich niet horen. Het grootste deel van de gemeente is tijdens deze diensten gewoon aanwezig.” Niet dat de acceptatie vanzelf ging. „We hebben er hard voor moeten knokken om jongeren- en ontmoetingsdiensten van de grond te krijgen.”
Dat gospel in de kerk gevoelig ligt, blijkt uit het feit dat de beide predikanten van de Westerkerk zelf niet willen meewerken aan het interview, maar doorverwijzen naar hun jeugdouderling. Gaasbeek toont begrip voor de voorzichtigheid. „Veranderingen zijn altijd spannend, zeker in de kerk.”
Toch twijfelen Gaasbeek en Diepeveen er geen moment aan of de introductie van gospelmuziek in de kerk verstandig is. „Het gaat ons om de jongeren. Hoe houd je die bij de kerk? Vooral jongeren tussen de 12 en de 16 jaar. Dat is de kritieke leeftijd. Je moet ze in die periode vooral proberen vast te houden met ontspannende activiteiten. De Bijbel gaat wel open, maar kort. De club moet vooral een vriendengroep zijn. Komen ze op hun zestiende nog in de kerk, dan is het grootste risico dat ze afhaken, geweken. Als een liturgische verandering zoals het toelaten van moderne muziek, bijdraagt aan meer betrokkenheid van jongeren, zijn wij blij.”
Tegelijk realiseren Gaasbeek en Diepeveen zich het betrekkelijke effect ervan. „Voor een aantal jongeren gaan we niet ver genoeg met onze liederenkeuze. Zij vinden het nog steeds een beetje duf bij ons en willen meer. Maar dat zien we voorlopig niet gebeuren. Daar is de wijkgemeente West nog niet aan toe. En dat willen we zelf ook niet. Het is goed zo.”
Inspelen
Ook in het verenigingswerk in de Westerkerk speelt gospel een rol. Diepeveen: „Ik leid zelf de 12+-club. De jongeren komen bij elkaar in de kelder onder de kerk. Daar draaien we gospel-cd’s van Michael W. Smith, Darlene Zschech, Gerald Troost en Ralph van Manen. In principe zijn alle stijlen toegestaan, maar met heavy metal zijn we terughoudend. Jongeren mogen hun eigen cd’s meenemen. We hebben tot nu toe nooit iets hoeven te weigeren omdat de muziek te heftig was.”
Een enkele keer komt er een gospelartiest. Zo trad Gerald Troost op in het kader van de opening van het jeugdwerk. Ook tijdens trouwdiensten in de kerk klinken gospelnummers, soms gezongen door familie en vrienden van het bruidspaar, al dan niet met een combo erbij.
Hoe reformatorisch is de Westerkerk nog? Diepeveen: „We zijn in onze liturgie soms evangelisch, maar de preek is nog steeds behoorlijk reformatorisch.” Gaasbeek: „We zien dit niet als het gevolg van evangelische invloeden. De ontwikkelingen komen uit de gemeente zelf voort. Het is inspelen op wat er leeft onder de kerkmensen. Natuurlijk geeft dat spanningen. Wat we nu hebben, is een mooi evenwicht tussen traditionele en moderne varianten in de kerkdienst. Het is een lang proces geweest; we hebben er dertig jaar over gedaan om op dit punt uit te komen.”
Uitdaging
Een deel van de Westerkerkjongeren bezoekt elke derde zondag van de maand de sing-in in de sporthal, vlak bij de kerk. Tussen de 1500 en de 2000 bezoekers, uit diverse kerken, komen erop af. Er worden psalmen, maar ook gospelliederen gezongen, er is een band aanwezig en er wordt een korte overdenking gehouden. De hervormde gemeente Veenendaal is er formeel niet bij betrokken.
Gaasbeek en Diepeveen zijn allebei wel eens bij de sing-in geweest. Ze maken zich geen zorgen over de inhoud, wel over het tijdstip. „De sing-in begint om halfacht, onze avonddienst om halfzeven. Allebei bezoeken gaat net niet. Daarom missen we een aantal jongeren in de kerk als er sing-in is.”
Er is nog meer concurrentie. Elke drie maanden organiseert het Waterfallcomité in dezelfde sporthal een jeugddienst met een gospelband. Ook dan zit het gebouw tjokvol, onder anderen met Westerkerkjongeren.
Diepeveen: „De uitstraling is een beetje te vergelijken met zo’n gospelconcert in Gelredome. Veel zingen, veel beweging, veel lichteffecten, en een boodschap die speciaal op jongeren is gericht.”
Gaasbeek: „Het zou een uitdaging voor de organisaties zijn om de beide bijeenkomsten voortaan op zaterdagavond te houden.”
Nieuwe muziekvormen om te evangeliseren zijn best, vindt het tweetal, maar onder één voorwaarde: „Ze mogen nooit ten koste gaan van de boodschap dat Jezus de Verlosser is.”
„Voer het gesprek over gospel eerlijk én concreet
Een goed gesprek tussen ouders en kinderen over gospel. Dat is volgens Maarten van Middelkoop, jeugdwerkadviseur bij het Landelijk Contact Jeugdverenigingen (LCJ) van de Christelijke Gereformeerde Kerken, broodnodig. Hij wil niet alle gospelmuziek veroordelen, maar ziet wel gevaren, vooral als het gaat om het Gods- en mensbeeld in veel gospelteksten.
„Er wordt in de discussie over gospel vaak gezegd dat deze muziek geschikt is als evangelisatiemiddel. Dat kan zo zijn, maar zijn het niet juist de kerkelijke jongeren die massaal naar deze muziek luisteren?”
Van Middelkoop pleit voor een „eerlijke benadering” van het onderwerp. „Ouders die zeggen: Ik heb liever dat m’n kinderen naar gospel luisteren dan naar pop, ontwijken de vraag: Waarom luister je? Gaat het echt om de inhoud en wat spreekt daar dan in aan?”
De keuze voor gospel wordt vaak verdedigd met een beroep op de boodschap -die is tenminste christelijk-, maar de jeugdwerkadviseur betwijfelt de houdbaarheid van het argument. „Als je het jongeren vraagt, zegt een groot deel eerlijk dat ze naar gospel luisteren vanwege de muziek. Wat is het verschil als die nauwelijks verschilt van pop? Het argument dat de gospelartiest oprecht meent wat hij zingt, vind ik lastig. Het is niet aan mij om over het hart van een artiest te oordelen, maar het is kwalijk dat iemands goede bedoeling het criterium is, en niet Gods Woord. Tegelijk is dit een spiegel voor ons. Zijn wij oprecht in onze geloofsbeleving en merken jongeren daar iets van?”
De plaatsen om met jongeren over gospel te spreken, zijn het gezin én de kerkelijke gemeente, vindt Van Middelkoop. „Het is waardevol gospel te bespreken in het jeugdwerk, concreet, met muziek en teksten van liederen én de Bijbel erbij, onder goede leiding. Ook predikanten hebben hierin een taak. Zij gebruiken soms op zichzelf goede uitdrukkingen, waarvan de inhoud echter niet doordringt als ze niet worden uitgelegd. Ik denk aan: „God is soeverein” en „De Heere neemt redenen uit Zichzelf.” Dat betekent toch iets heel anders dan de in gospelliederen gebezigde uitdrukking dat de mens waardevol is voor God? Het is nodig jongeren onderscheidingsvermogen bij te brengen.”
„Stimuleer geestelijke en klassieke muziek”
Hoe kijkt de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten (JBGG) tegen gospelmuziek aan? Directeur Laurens Kroon: „We moeten als JBGG zeker iets met gospel, al staat deze muziek qua stijl, vorm en inhoud ver van ons af. Daarom waarschuwen we er allereerst voor. Veel gospelliederen gaan uit van de algemene verzoening: Jezus is voor ons gestorven; het gaat om mijn antwoord daarop. Jongeren vragen zich soms af: Wat is daar on-Bijbels aan? Dat zul je in een gesprek duidelijk moeten maken en dat is nog niet zo eenvoudig.”
Tegelijk wil de JBGG jongeren serieus nemen in hun muzikale zoektocht, zegt Kroon. „Ten opzichte van popmuziek lijkt gospel een verantwoorde variant, maar is dat ook echt zo? Gospel is ten diepste niets anders dan christelijke popmuziek. Zeker als je kijkt naar de stijlen die worden gebruikt, de entourage tijdens concerten en de achtergronden van de artiesten. Toerusting op dit punt is nodig.”
Dat brengt de JBGG-directeur bij het derde: het bieden van alternatieven. „Als Jeugdbond stimuleren we dat jongeren naar geestelijke en klassieke muziek luisteren en zelf een instrument leren bespelen. Uit eigen onderzoek blijkt dat jongeren minder belangstelling voor popmuziek hebben als ze thuis en op jeugdvereniging met verantwoorde muziek bezig zijn. Misschien geldt hetzelfde voor gospel.”
De JBGG heeft een eigen zangbundel uitgegeven met psalmen en andere geestelijke liederen, oorspronkelijk voor gebruik op de zomerkampen. „Ik geef toe dat deze bundel voor een aantal jongeren niet ver genoeg gaat, maar ze komen soms ook met ”Opwekking” en die bundel willen we niet gebruiken.”
Hoewel meer jongeren naar popmuziek luisteren -„daar ligt ons speerpunt”- blijft de JBGG bewust aandacht besteden aan gospel. Kroon: „We doen dat op jongerenavonden, in het blad Daniël en in een recent verschenen boek over huisgodsdienst. Door te luisteren naar gospel groeien jongeren weg van de eigen gemeente.”
„Gospel prima, maar bezin je zorgvuldig”
De Hervormd Gereformeerde Jeugdbond (HGJB) geeft al jaren de zangbundel ”Op toonhoogte” uit. Daarin staan psalmen, gezangen, opwekkingsliederen en gospelsongs. „We hebben vorig jaar weer een nieuwe versie gemaakt”, zegt HGJB-directeur Harmen van Wijnen. „Er is grote behoefte aan de bundel bij clubs, verenigingen en catechisatiegroepen in hervormd-gereformeerde kring.”
De bundel wil wildgroei in de liedkeuze voorkomen. „In gemeenten waar weinig of geen vrije liederen worden aangeboden, gaan jongeren zelf op zoek en komen ze heel gemakkelijk bij Opwekking uit. Daar zit het risico van eenzijdigheid in. Daarom hebben we de liederen in ”Op toonhoogte” verdeeld in rubrieken: lofprijzing, aanbidding, maar ook inkeer en schuldbelijdenis. We streven dezelfde breedte na als in de psalmen.”
De HGJB heeft geen moeite met gospelmuziek in het jeugdwerk, tijdens praiseavonden en in jongeren- en ontmoetingsdiensten. Van Wijnen: „Ik juich gospel van harte toe. Deze muziek kan het Evangelie dichter bij jongeren brengen. Ik zou wel voorzichtig zijn met de meest extreme stijlen, zoals heavy en dead metal. Die horen echt bij popmuziek. Dan kan het voor jongeren verwarrend zijn als ze gebruikt worden in combinatie met een religieuze tekst.”
Wat er ook wordt gezongen, de HGJB-directeur pleit in alle gevallen voor grondige bezinning. „Je moet niet even snel onze bundel ”Op toonhoogte” invoeren. Dat geeft alleen maar polarisatie. Begeleid het proces zorgvuldig en houd rekening met de context. Er zijn hervormd-gereformeerde gemeenten waar weinig behoefte is aan andere liederen dan de psalmen. Daar zeggen wij als HGJB niet van: Wat een rare gemeenten zijn dat.”
Met gospel in gewone kerkdiensten is Van Wijnen erg terughoudend. „De kerkdienst is het hart van het gemeente-zijn. Daar komen jongeren én ouderen samen rondom het Woord. Dat is niet de plaats om te experimenteren met moderne vormen van muziek.”
Reacties (6)
ienu correspondent | zaterdag 16 februari 2008 - 17:03 | |
aantal posts:149 | gospel alleen om een beetje met de tijd mee te gaan?! |