APELDOORN - Een op de drie reformatorische jongeren luistert naar gospelmuziek. Hun favoriete artiesten zijn Michael W. Smith, Gerald Troost en Rebecca St. James.

Dat blijkt uit een enquête van deze krant onder 400 leerlingen van drie reformatorische scholen: de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap in Apeldoorn, de Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem en het Wartburg College, locatie Guido de Brès, in Rotterdam. Het gaat om leerlingen in klas 4 van het vmbo, de klassen 4 en 5 van het havo en 4, 5 en 6 van het vwo.Naar klassieke muziek luistert eveneens een op de drie refojongeren. De belangstelling voor popmuziek is veel groter: bijna twee derde van de jongeren luistert ernaar. Van degenen die naar gospel luisteren, luistert meer dan de helft ook naar pop en een derde ook naar klassiek. Een zesde deel van de jongeren heeft noch voor gospel-, noch voor popmuziek belangstelling.

Meisjes luisteren vaker naar gospelmuziek dan jongens; hetzelfde geldt voor klassieke muziek. Bij popmuziek ontlopen de jongens en de meisjes elkaar nauwelijks. De leeftijd van de leerlingen maakt wel verschil: boven de 16 luisteren meer jongeren (39 procent) naar gospel dan onder de 16 (23 procent).

Als belangrijkste redenen om naar gospel te luisteren, noemen jongeren in volgorde van belangrijkheid: de teksten spreken me aan, ik houd van de muziek, het is muziek tot eer van God en het is muziek die bij jongeren past.

„Ik houd niet van die stijl” is de belangrijkste reden om niet naar gospel te luisteren; twee derde van de jongeren vult dat in. Principiële bezwaren tegen gospel scoren veel lager; 12 procent vindt dat gospelmuziek meer bij een evangelische dan bij een reformatorische levensstijl hoort, 6 procent oordeelt dat de levensstijl van de artiesten niet bij een leven met de Heere past, 4 procent vindt de muziek verkeerd en 2 procent zegt dat de teksten niet-Bijbels zijn.

Bijna driekwart van de jongeren die naar gospel luisteren, doet dat op de slaapkamer, bij voorkeur met behulp van een radio/cd-speler, gevolgd door een walkman/mp3-speler en internet. Bijna de helft van deze jongeren luistert minstens één keer per dag gospel.

Ongeveer driekwart van de ouders heeft er geen moeite mee dat hun kinderen naar gospel luisteren, ook al houden ze zelf niet altijd van deze muziek. Een vijfde van de ouders heeft bezwaar tegen gospel, maar laat z’n kinderen er wel naar luisteren.

Refojongeren lopen niet hard voor een gospelconcert: zes van de tien jongeren die naar gospel luisteren, komen er nooit en twee van de tien niet vaker dan één keer per jaar. De Amerikaanse zanger Michael W. Smith is de populairste gospelartiest: ruim de helft van de gospelliefhebbers zet hem op de eerste plaats. Op de tweede en de derde plaats volgen de Nederlander Gerald Troost en de Amerikaanse Rebecca St. James.

In de kerk wordt geen aandacht besteed aan gospel, zegt ruim de helft van de leerlingen. De overigen geven aan dat dit wel gebeurt; het vaakst op jeugdvereniging, daarna op catechisatie en in de preek, en het minst tijdens huisbezoek. Driekwart van de jongeren zegt dat er in zijn kerk geen ruimte voor gospel is. Bij de overigen is dat wel het geval, vooral in het jeugdwerk en op praiseavonden; bij een enkeling tijdens de kerkdienst.

Ruim de helft van de jongeren vindt meer ruimte voor gospel in de kerk niet passend bij de dienst van God of niet verstandig. Ruim 30 procent bepleit juist wel meer ruimte voor gospel in de kerk.