Van een medewerker - 29 okt 2007 09:14 - Gewijzigd: 29 okt 2007 09:14

Rouvoet beluistert gospelmuziek „met dank”

De minister voor Jeugd en Gezin sprak op de appeldag van het Confessioneel Gereformeerd Beraad (CGB) in Nijkerk, en reageerde op de in deze krant gestarte serie over gospelmuziek.Uit een enquête onder reformatorische scholieren blijkt dat een derde van hen naar gospelmuziek luistert. Met name de gospelzangers Michael W. Smith, Gerald Troost en Rebecca St. James zijn populair, komt uit de RD-enquête naar voren.

Begin deze maand, op 6 oktober, gaven de Amerikaanse zanger Michael W. Smith en de Australische zangeres Darlene Zschech een praise- en worshipconcert in het Arnhemse Gelredomestadion. Dit concert werd bezocht door 18.000 jongeren. Ook minister Rouvoet en zijn kinderen waren aanwezig. De minister zei een „geweldig diepe dankbaarheid” te hebben ervaren over de duizenden jongeren „die in het Gelredome Gods lof zongen. Ik geniet ervan en raak erdoor ontroerd.”

iPod
Desgevraagd zei de minister het een grote zegen te vinden dat zo veel jongeren naar dergelijke bijeenkomsten gaan. Hij noemde ook de EO-Jongerendag en het Flevofestival. Rouvoet groeide zelf op met gospelmuziek en heeft een iPod met „aanbiddingsliederen” van Michael W. Smith, die hij regelmatig „met dankbaarheid” beluistert.

De minister voor Jeugd en Gezin waardeert niet alle gospelmuziek. „Je moet de teksten kunnen verstaan”, vindt hij. „Het gaat immers om de goede boodschap. We moeten zelf onze grenzen stellen bij het luisteren. Als ik een oprecht geloof bemerk bij een gospelzanger ben ik al gauw aan boord en heb ik waardering voor de muziek, ook al is die wat hard.”

Ook op momenten dat hij de muziek niet waardeert wil de minister er kennis van nemen, zo zei hij, want „ik wil de wereld van de jongeren leren kennen en samen met hen God groot maken.” Over de muzieksoort maakt hij zich minder druk. „Ook bij de liederen van Johannes de Heer, die breed gewaardeerd worden, zitten wereldse melodieën.”

Onder de bezoekers van de appeldag leek gospelmuziek niet erg bekend te zijn. Op de vraag van Rouvoet wie van de aanwezigen Michael W. Smith kende, staken er niet veel meer dan tien van de enkele honderden aanwezigen de hand omhoog.

Hangplek
De minister was naar Nijkerk gekomen om te spreken over het thema van de dag: ”De kerk: hangplek voor jongeren?” Hij zei dat opvoeden vroeger veel meer vanzelfsprekend was en dat er al snel hulp van mensen uit de omgeving aanwezig was. Daaraan ontbreekt het tegenwoordig dikwijls. Mede daarom komen er centra voor jeugd en gezin.

Ook voor kerken is er een rol weggelegd, denkt de minister. „Kunnen de kerken ook niet centra voor jeugd en gezin worden, waar ouders de hele week terechtkunnen met hun vragen op opvoedkundig gebied?” zo vroeg hij de aanwezigen.

Rouvoet maakte duidelijk dat opvoeders in een onmogelijke spagaat zitten doordat het enerzijds nodig is te participeren in het arbeidsproces, terwijl anderzijds de opvoeding van het grootste belang is. Rouvoet: „De spagaat is misschien op te lossen door het kind centraal te stellen en duidelijk te maken dat opvoeding de taak van ouders is. De samenleving moet dat mogelijk maken.”

Belijdenis
Tijdens zijn openingswoord zei ds. D. Westerneng, voorzitter van het CGB (een modalitaire beweging binnen de Protestantse Kerk), dat de belijdenisgeschriften ook voor vandaag van onschatbare waarde zijn. „Laten we de belijdenis waarderen en meegeven. We moeten niet opgaan in modieuze theologie.”

De synodeadviseur voor jongeren, H. van Wijnen, vroeg het CGB om mee te denken bij het uitvoeren van de beleidsthema’s van de overheid op maatschappelijk gebied, zoals maatschappelijke stages.

’s Middags sprak ds. P. Rozeboom uit Wolvega. Zijn vraag was hoe het mogelijk is om vast te houden aan de traditie en tegelijkertijd de taal van deze tijd te spreken. „Jongeren willen echtheid. Ze willen weten of God echt bestaat en hoe ver je op seksueel gebied mag gaan,” zei hij.

Op de catechisatie behandelt de predikant de Heidelbergse Catechismus met behulp van eigentijdse middelen zoals beamer met tekst en beeld. „Jongeren waren geraakt door de woorden „dat ik het eigendom van Christus ben” uit de eerste vraag. Ze zijn op zoek.”

De kerkelijke gemeente van ds. Rozeboom investeert in jongeren door tijd voor hen vrij te maken, zo zei hij. Dit gebeurt onder andere door het inzetten van een pastoraal werker en door het afleggen van huisbezoek bij jongeren. Het belangrijkste is echter, benadrukte de predikant, dat de kerk visie heeft. „Leg je niet neer bij de neerwaartse trend. Durf te geloven, te vertrouwen en te bidden.”