Gerald Harbers -  9 nov 2007 14:30 - Gewijzigd: 9 nov 2007 14:29

Achter het gaas

Bert Jan Ligtenberg (15) houdt tientallen vogels

RIJSSEN - Tientallen vogels kwetteren of lopen rond in de tuin en een schuur van Bert Jan Ligtenberg (15) uit Rijssen. De baardmannen, sijsjes, kluten en groenlingen zitten allemaal achter gaas. Bert Jan kweekt ze, samen met zijn vader.

Zenuwachtig fladdert een baardmannetje in een kooi van de ene stok naar de andere. Z’n kleine kraaloogjes houden het bezoek scherp in de gaten. Z’n vrouwtje -ook een baardmán- tsjilpt en springt van de tak op de tak. Een grote gele kwikstaart, herkenbaar aan z’n gele borstveren, blijft rustig zitten. Bert Jan: „De mannetjes en vrouwtjes van dit soort houden we gescheiden. De man is zo bazig dat-ie de pop zou kunnen doodbijten.” De beesten hebben alle ruimte om rond te vliegen.

In een garage staan zeven kleinere hokjes. In ieder ruimte zit één vogeltje. Een groenling hipt rond wanneer Bert Jan kijkt of hij nog voldoende voer heeft. Een sijsje blijft rustig zitten tijdens de inspectie. Het zevental gaat deze week drie dagen naar een landelijke tentoonstelling van Europese siervogels in zijn woonplaats. „Keurmeesters beoordelen de vogels. Ze kijken naar van alles: het formaat -baardmannen moeten groot zijn-, de pootjes -zitten alle nagels er nog aan?-, de snavel -kleur en grootte-, de gezondheid -zit de vogel strak in de veren?- en de tekening van de veren.”

Met de sijs deed Bert Jan een maand geleden mee aan een wedstrijd voor jongeren. „De vogel kreeg 91 punten, één minder dan het maximale aantal. Z’n staartveren waren iets rafelig omdat-ie tegen de tralies van het hokje was aangevlogen. Daarom laat ik hem deze keer hierin een tijdje wennen.” Bert Jan toont een kooitje waarin plexiglas voor de tralies zit.

Voor Bert Jan is het een uitdaging om vogels te fokken die voldoen aan de wedstrijdeisen. „Het is niet zo dat ik zomaar een mannetje en een pop bij elkaar zet, dat die een nestje maken en het vrouwtje eieren legt. Ik let op de grootte van de een en de tekening van de veren van de ander. Vervolgens zorg ik dat de dieren in het voorjaar extra voer krijgen, met meer eiwitten. Dan worden ze vuriger. Ik probeer de situatie in de kooi zo natuurlijk mogelijk te maken. Bij rivier de Regge snijd ik een bos riet af dat ik om het hokje zet.”

Ook het licht en de temperatuur spelen een rol bij de kweek. „Als ik ’s winters de kachel hoog genoeg zet en het licht lang laat branden, gaan ze vanzelf paren. Maar dat is niet de bedoeling. Een pop ligt op d’r rug als ik haar vijf keer achter elkaar een nest jongen laat grootbrengen.”

De vogels die Bert Jan houdt, zijn oorspronkelijk afkomstig uit Nederland en geboren in gevangenschap. „Ik zie en hoor wel ’s baardmannen bij de stek waar ik vaak vis, maar ik laat ze mooi zitten. De politie heeft laatst nog een paar mannen opgepakt die jongen uit nestjes meenamen. De beesten kunnen aardig wat geld opleveren.”

De kosten van het houden van de vogels vallen mee, zegt de Rijssense scholier. „Ik doe het samen met m’n vader. In het begin hebben we natuurlijk geld gestoken in de bouw van de kooien en de aanschaf van de vogels. Het voer betalen we voor het grootste deel door de verkoop van jongen. Een stel baardmannen levert al snel 150 euro op.”

Nadelen van zijn hobby kan Bert Jan niet noemen. „Het schoonmaken hoort er gewoon bij. Voorlopig blijf ik dit wel doen. Ik vind het gewoon leuk om met de dieren bezig te zijn.”