Geen aparte hokken
Een ontboezeming ontving ik gisteren…
„Ik zag in het RD dat u benoemd bent in een ”commissie interkerkelijke contacten”. Gefeliciteerd! Het deed me denken aan dominee Doornenbal, die eens verslag deed van een classicale vergadering en opmerkte: „Ik ben ook nog in een of andere belangrijke commissie benoemd, al weet ik niet meer waarin…” U weet het in elk geval nog wel, neem ik aan. De hele samenstelling van die commissie lijkt me wel goed: dominee K. Veldman kan altijd nog met z’n broer overleggen.
Jammer dat prof. Van Nieuw Amerongen niet meer in de synode zit. Zou er ook uiterst geschikt voor geweest zijn. Vorige week las ik een artikel over hem in het RD. De druk werd voor hem te groot, begreep ik, hij had er te veel aan geleden. Gelukkig als er nog aan geleden wordt. Maar anders was hij ook wel geschikt geweest voor die commissie.
Op dezelfde pagina van het RD van gisteren lazen we dat dominee A. P. van der Meer ook voor zichzelf begint. Betrek hem er gauw bij, voor een nieuwe kerk geïnstitueerd is, dat kan misschien een definitieve scheuring voorkomen.
Vorige week las ik nog van de oude dominee Mallan. Hij zei (vrij vertaald): Ze lopen allemaal maar te zeuren over „Wie zou niet wenen?” Maar duidelijk was dat hij er niets voor rekende. Ik denk dat hij daarin gelijk heeft.
De scheuring achtervolgt ons. Ik heb er vroeger nooit over gedacht of over gehoord waarom onze vaderen afscheiden zo’n grote zonde noemden. Nu begrijp ik ook beter dat vroeger velen, als het in de kerk niet meer ging, zich terugtrokken in het gezelschapsleven maar weigerden een nieuwe kerk te stichten. ’s Zondagsavonds gaan bij ons de kinderen met vrienden en vriendinnen naar de Oude Kerk. Meestal drinkt dan de hele groep (soms wel tien à twaalf man) hier koffie. Naar keten willen we in onze kringen ook niet, ze moeten ergens blijven, dus… Ik drink dan wel koffie met hen, maar vertrek daarna naar een andere kamer om de kerkelijke bladen te lezen en te zien hoe goed het gaat met onze gezindte… Verleden zondagavond zat hier ineens ook een jongen tussen die ik niet kende. De volgende dag hoorde ik: een kleinzoon van een HHK-dominee. Ik vroeg: Hoe komt die nu weer hier? Het antwoord was: Zijn ouders zijn HHK, hij is de weg wat kwijt, is zoekende, kerkt nu bij ons, en een andere jongen had gezegd dat hij wel mee mocht gaan om koffie te drinken.
Waar zweven uw en mijn kinderen en kleinkinderen, het volgende geslacht of een geslacht verder? Soms denk ik aan het nieuwe Jeruzalem. Wie zullen daar zijn? Wie zullen daar niet zijn? Voor ik ’s avonds naar bed ga, loop ik altijd even met de hond rond. Ik kijk dan vaak naar de sterren en denk dan: Hoe zal het hierboven zijn? Eén Herder, één kudde, geen aparte hokken voor verschillende groepen schapen, geen evangelische en reformatorische hokken, geen modaliteiten: je bent er van of je bent er niet van, je bent er of je bent er niet. Je ziet ze bij elkaar, heel verschillende mensen. Ik zie daar mijn vader, met grote kennis. Mijn moeder, die, anders dan mijn vader, niet van polemiseren hield, maar niet minder nabij leefde. Mijn schoonouders. De zus van mijn vrouw, die op de zondag van haar sterven beleed: „Ik heb de goede strijd gestreden.” Miljoenen mensen, allemaal om het Lam heen. Wie zullen er allemaal wel zijn? En wie allemaal niet? „Wat zal deze?” „Wat gaat het u aan: volgt gij Mij!””
Wat een ontboezeming!
Ds. W. Pieters, Garderen
Reacties (5)
immetje redacteur | woensdag 10 oktober 2007 - 13:26 | ![]() |
aantal posts:365 | Erg warrig! Wat wil Pieterse nu precies zeggen??? |
Albertjr bezorger | donderdag 11 oktober 2007 - 18:06 | ![]() |
aantal posts:32 | Wat gaat het u aan....Volg gij Mij laten we dat in de praktijk brengen! Halleluja |