Gerald Harbers - 28 sep 2007 12:41 - Gewijzigd: 28 sep 2007 12:41

Slechtziend kranten bezorgen

Rick: Ik ben twee keer achternagezeten door een hond

OLDEBROEK - Precies 67 kranten brengt Rick de Heer (13) uit Oldebroek woensdag rond. Het is de Week van de Dagbladbezorger. Reden voor Magneet om mee te fietsen met de slechtziende Rick. „Hier naar links. Nee rechts, links. Nou ja, die kant op.”

Elke dag leest Rick het weerbericht. „Ik moet toch weten hoe het weer is als ik naar school fiets en de kranten bezorg.” Voor deze woensdag werden er buien voorspeld. Het valt mee. Er staat een stevige frisse wind, maar de zon schijnt.

De slechtziende Rick de Heer (13) uit Oldebroek bezorgt elke dag de krant in zijn woonplaats.

Vrijwel ieder adres waar een krant moet worden bezorgd heeft een kenmerk, zegt Rick. Bij een vrijstaande woning: „Het huis met de rode dam.” Of: „Het huis met het groene hekje.” Ook is er „een huis met de mooie tuin.”

Rick gebruikt de kenmerken om er zeker van te zijn dat hij op deze adressen een krant moet bezorgen. „Ik ben slechtziend. Vergeleken met een ander heb ik 16 procent zicht. Wat een ander op 100 meter afstand kan lezen, kan ik op 16 meter afstand zien.”

Sinds januari bezorgt Rick het RD. „De eerste twee weken is m’n moeder mee geweest. Samen hebben we gekeken naar punten waaraan ik de huizen zou kunnen herkennen. Vandaar alle kenmerken. Inmiddels ken ik de route vrijwel uit m’n hoofd.”

Vol in de remmen
De tocht leidt door bochtige gangetjes, over stoepen en straten. Langzamerhand raakt de groene tas op z’n bagagedrager leger en leger. „Kijk uit, dit is een gevaarlijk punt”, waarschuwt Rick. „Hier ben ik ooit op een zaterdagochtend bijna aangereden. Een donkere auto reed zonder licht op me af. Alleen door vol in de remmen te gaan, stond-ie op tijd stil.”

…welke adressen moet ik nog?...

Bij een bejaardenhuis stapt de scholier af. „Hier moet ik even twee kranten naar binnen brengen.” „Goedemiddag”, groet hij een oude, kromgebogen man. Rick spurt de trap op naar de tweede verdieping. Ploink. Een krant valt in een bus.

Kranten bezorgen is leuk werk volgens Rick. „Ik leer langzamerhand iedereen kennen.” Hij steekt z’n hand op naar een oudere vrouw. „Dag Garregien.” De vrouw, in het zwart en op witte klompen, schiet Rick even later aan. Met een knik richting de journalist: „Is dat een nieuwe bezorger?” Rick schudt z’n hoofd. De vrouw is dik tevreden over het werk van Rick. „Hij heeft de krant nog nooit te laat bezorgd.”

Elke dag is Rick ongeveer anderhalf uur bezig met het bezorgen. „Het verdient goed voor een 13-jarige. Ruim 80 euro per maand. Ik ben blij dat ik dit werk ondanks m’n handicap, want dat is het toch gewoon, kan doen.”

Bij het huis met de mooie tuin vond Rick in mei een jonge poes. „Ik hoorde iets piepen en dacht dat het een muis was. In de struiken zat iets wits, ik keek en het was een jong katje. Nog met de ogen dicht, net geboren. Ik heb aangebeld, maar de bewoners wisten niet van wie het katje was. Op dat moment kwam er een poes aanlopen, dat was de moeder.”

Poezen zijn niet de enige dieren die Rick onderweg tegenkomt. „Ik ben twee keer achternagezeten door een hond.” Lachend: „Maar ik was op de fiets veel sneller dan zij.”