Gerald Harbers - 14 sep 2007 10:13 - Gewijzigd: 14 sep 2007 10:13

Met handen en voeten een heel orkest gebruiken

Elke dag zit Mark Brandwijk (13) uit Krimpen aan den IJssel minstens een uur achter het orgel. Met resultaat: een week geleden werd hij nummer 1 in de leeftijdscategorie 13 tot en met 15 jaar van het Feike Asma Orgelconcours in Ede. „In de finale was ik behoorlijk zenuwachtig.”

Mark weet niet meer hoe vaak hij de stukken die hij op het concours moest spelen, heeft geoefend. „Heel vaak in elk geval. Ik ben voor de zomervakantie begonnen met oefenen en heb ze elke dag wel een paar keer gespeeld.”

Voor het concours moest Mark twee partituren instuderen. „Eén mocht ik zelf uitkiezen, als het maar niet langer duurde dan zeven minuten. Dat werd ”Cantilena” van Rheinberger. Het andere was een werk uit een lijst. Die bestond uit stukken van de organisten Feike Asma en Jan Zwart. Ik heb gekozen voor ”Dankt, dankt nu allen God” van Feike Asma.”

Mark koos voor de stukken omdat hij ze beide al in bezit had. „Ik hoefde ze dus niet te kopen. En ik vind de stukken mooi.”

Dag na dag oefende Mark. „Elke keer gaat er wel iets mis. Die fouten probeer ik dan te verbeteren. ”Cantilena” heb ik het meest geoefend. Ik verwachtte eigenlijk niet dat ik in de finale zou terechtkomen.”

Last van zenuwen heeft Mark tijdens de voorronde niet echt. „Wel in de finale, dan zit er ongeveer 200 man in de zaal. Als het fout gaat, hoort iedereen het direct.”

Mark werd tijdens de wedstrijd eerste in zijn categorie. „Had ik eerlijk gezegd niet verwacht. Tijdens de voorronde waren er anderen die, volgens mij, ook heel goed speelden.”

Als aandenken krijgt Mark een orgelpijpje op een voetstuk mee. „Het is een vox humana -een stem uit een orgel. De vereniging die het concours organiseerde heet Vox Humana.”

Mark speelt sinds zijn zesde orgel. „Ik ben er vanzelf ingerold, doordat m’n vader er ook regelmatig achter zit. Eerst speelde ik met één vinger psalmen na. Later kreeg ik les en leerde ik handen én voeten te gebruiken.”

Het leuke van orgelspelen is volgens Mark de variaties die mogelijk zijn. „Er zijn heel veel stijlen: romantisch, barok. En je kunt een stuk op allerlei manieren spelen, door verschillende registraties te gebruiken. Eigenlijk heb ik een heel orkest tot m’n beschikking. Graag zou ik nog eens ”Toccata in G” van André Knevel spelen.”