Jacomijn Hoekman - 29 aug 2007 10:51 - Gewijzigd: 29 aug 2007 10:51

Polsstokspringen in Overberg

Bossen, sloten, weilanden en rust. Wat Mieke van den Dikkenberg (15) uit Overberg betreft gaat ze uit die plaats niet weg. En móet dat ooit, dan in ieder geval niet naar de stad.

Mieke van den Dikkenberg

Wonen: „Ik ben in Wageningen geboren, maar woon verder al mijn hele leven in Overberg. De eerste twee maanden na mijn geboorte heb ik in een noodwoning naast ons huis gewoond, omdat dat nog niet klaar was.”

Geschiedenis: „Wanneer Overberg ontstaan is weet ik niet. Het hoorde eerst bij de gemeente Amerongen. Vanaf 2006 hoort het bij Utrechtse Heuvelrug. Het ligt tussen Amerongen en Veenendaal.”

Inwoners: „Overberg heeft ruim duizend inwoners en een paar bedrijfjes. Er zijn drie campings, een basisschooltje met ongeveer dertig leerlingen en een heel klein kerkje. Wij gaan voor de kerk altijd naar Veenendaal.

Voor de basisschool ging ik altijd naar Veenendaal. Nu fiets ik al drie jaar naar het Van Lodenstein College in Kesteren. Na de zomer ga ik naar havo 4 en dan moet ik op de fiets naar Amersfoort: anderhalf uur heen en anderhalf uur terug.”

Favoriete plek: „Ik heb niet echt een favoriete plek. Ik houd van de omgeving: de bossen, de slootjes en de weilanden. Soms ga ik met mijn broer, neef of vriendin varen op een vlotje of polsstokspringen. Ik fiets graag door Overberg. De natuur is erg mooi. Wij wonen een beetje achteraf, waar vijf huizen bij elkaar staan. In twee van die huizen wonen mijn oom en tante en mijn opa en oma. Dat is makkelijk: als ik op bezoek wil hoef ik maar een deurtje verder te lopen.”

Bezienswaardigheden: „Alleen de natuur en de rust vind ik hier de moeite waard. We hebben geen winkels, maar wel een fietsenmaker en een restaurant. ’s Zomers zijn hier wel wat toeristen, maar daar merk je nauwelijks wat van. In Amerongen is er de Amerongse Berg en kasteel Amerongen. Toeristen komen denk ik toch vooral naar onze omgeving voor de rust en voor het bos.”

Dialect: „Wij hebben geen dialect. Alleen de oudere mensen hier praten een beetje plat. Ze zeggen bijvoorbeeld effen in plaats van even.”

Negatief: „Als je naar de winkel wilt, moet je altijd een eind rijden. Verder loopt er een snelweg achter ons huis, maar daar ben ik aan gewend, dus dat hoor ik niet meer.”

Toekomst: „Ik zou heel graag in Overberg willen blijven wonen, of anders in een andere plaats waar veel natuur is. Maar in ieder geval écht niet in de stad.”