Yord herfst logo
Home      Zoeken      

Vijandigheid op het eiland

Magneetredacteur Gerald Harbers verbleef deze zomer drie dagen op een onbewoond eiland. Met één zelfopgelegde beperking. Er mochten slechts tien zaken mee. Vandaag deel vijf: (over)leven.

Even sta ik in dubio voordat ik vertrek voor een wandeling over het eiland. Doe ik de tent dicht of niet? Ach, wat geeft het? Niemand anders is op het eiland. De enige die naar binnen kunnen kruipen zijn mieren.

Mieren op een eiland van amper acht jaar oud. Hoe komen ze er? Zijn ze naar het eiland gezwommen? Of is een mierenkoningin ernaartoe gevlogen? Een andere optie is dat enkele mieren zich, waarschijnlijk onwetend, hebben vastgehouden aan een stuk drijfhout dat is aangespoeld op het jonge land. Feit is dat er op het stukje land in het IJsselmeer ontelbaar veel mieren lopen. Met elkaar hebben ze duizenden nesten gemaakt in het zand.

Nooit zitten de mieren stil. Heen en weer lopen ze over het zand. Van een boom naar hun nest en weer terug. Een uitgesleten vingerbreed paadje geeft aan hoe de mieren in de afgelopen maanden heen en weer hebben gehobbeld. Hoe de dieren overleven als het eiland overstroomt, wat volgens boswachter Bergman af en toe gebeurt, is een raadsel. De natuur is en blijft wonderlijk.

Het eiland krioelt van leven. Behalve mieren zijn er vogels, insecten, vissen en zelfs zoogdieren. Ergens vind ik in de rulle aarde een spoor van een reehoef. Dat kan kloppen, zegt boswachter Bergman achteraf. „Ze zwemmen ernaartoe. Ooit heb ik er één de oversteek zien maken. Voor die beesten is er genoeg te eten en er zijn geen natuurlijke vijanden. Behalve een enkel mens…”

Van vijandigheid op het eiland is zeker sprake. Rondom het eiland zwemmen tienduizenden kleine visjes, zo groot als m’n pink. Het lijkt of ze zonnen in het warme, ondiepe water. De vissterns en meeuwen weten dat ze er zwemmen. Regelmatig scheert er één over de kuststrook en laat zich, plof, naar beneden vallen om daarna weer snel op te stijgen. Met een visje in z’n snavel.

Grotere vogels die hier hun voedsel zoeken, zijn de arenden. Vanuit de verte zie ik een visarend boven het water zweven. Op het zand is te zien hoe roofvogels zich te buiten zijn gegaan aan hun prooien. Her en der ligt het karkas van een forse vis.

Een zoemende, felgekleurde vlieg heeft het inmiddels op mij voorzien. Wegslaan helpt niet. Jij of ik, lijkt het dier te denken. Hardnekkig zoemt-ie rond m’n hoofd. Uiteindelijk biedt een afgebroken boomtak uitkomst. Het diertje sneuvelt en valt op het zand. De mieren weten wel raad met het overschot.

Volgende week: eenzaamheid.

Lees de voorgaande afleveringen in Op een onbewoond eiland

Reacties (17)

vanwolfswinkelrianne
bezorger
Quote bericht
aantal posts:10

Anne-Lize
correspondent schreef op zaterdag 4 augustus 2007 - 11:58

nou lekker die mieren

vind ik ook hoor
vanwolfswinkelrianne
bezorger
Quote bericht
aantal posts:10

Joosee
stagiair schreef op zaterdag 4 augustus 2007 - 13:33

Bah... Nix voor míj..

oooooooooooooo
«  1  2