Yord herfst logo
Home      Zoeken      

    COLUMN OFER: Kerst

    Op een zomeravond loop ik nog snel even naar de buurtsupermarkt voor een brood en een pak karnemelk. Het zou het opschrijven niet waard zijn, ware het niet dat ik bij de kassa tegen een reclamerek oploop.

    Ik denk nog even dat ik iets zie wat er niet is. Slaapwandel ik soms? Ik buk, pak een pakketje met kaarten en zet m’n bril nog eens recht. ”Prettige Kerstdagen en een Gelukkig Nieuwjaar!”

    Het kan niet missen. Ik droom niet, dit is echt. Midden in de zomer liggen hier kerstkaarten in de aanbieding.

    Ooit, geconfronteerd met de Kerstgekte die al ergens in september begon, heb ik voorspeld dat er een tijd zou komen dat de winkels in de zomer kerstkaarten zouden gaan verkopen. Eerlijk gezegd geloofde ik zelf niet dat die voorspelling zou uitkomen. Maar nu is het dan zo ver.

    Dan valt m’n oog op een stapel kleine doosjes onder het kaartenrek. Kerstverlichting. Toe maar. Op de verpakking een poppig huisje, bedekt met een dikke laag sneeuw. En aan de gevel -jawel- een lange rij glinsterende lampjes. Als het volgens de kalender niet hartje zomer was, zou je er spontaan een beker warme chocolademelk bij denken. En een knappend haardvuur. Noem het een oud-Hollands wintergevoel.

    Ik duw mezelf omhoog. Als ik omkijk, zie ik hoe een keurige mevrouw me vragend aankijkt. Ze zegt niets, maar haar ogen vragen me waarom ik daar zo op m’n knieën lag. Veel te lang natuurlijk, want ze wil naar huis en ik houd de rij bij de kassa op. Snel leg ik m’n boodschappen op de lopende band en mompel wat onsamenhangends over Kerst in de zomer. Ze kijkt me aan met een omfloerste blik en ik hoor haar denken: „Die man heeft ze niet allemaal meer op een rijtje. Zielig toch.”

    Even overweeg ik opening van zaken te geven. Want ik ben niet doorgedraaid. Het zijn die domme winkelketens die ze niet meer allemaal op een rijtje hebben. Maar als het meisje achter de kassa voor de tweede keer het te betalen bedrag noemt terwijl er ook in haar ogen iets van medelijden binnensluipt, trek ik snel m’n portemonnee. Straks bellen ze nog een dokter. Natuurlijk kletteren de munten over de vloer. Half vallend kruip ik achter de rollende euro’s aan. Ik voel de deken van meelij warmer op me drukken en wil hier weg. Snel.

    „Prettige avond, meneer”, zegt de caissičre op zachte toon. En ze denkt natuurlijk: „Wat zou zo’n stumper nu toch de hele avond doen?”

    Terwijl ik naar de deur loop, kan ik maar net de neiging onderdrukken om om te kijken. Ze zullen vast wel over me staan te praten. Hoofdschuddend. Maar ik verman me, de vernedering is zo wel erg genoeg geweest.

    Buiten hervind ik me.

    Kerstkaarten in de aanbieding, midden in de zomer.

    Winterverlichting te koop, terwijl het ’s avonds tot 11 uur licht is.

    Wie stopt deze gekte? Dit kan toch zo niet doorgaan?

    Ik troost me met de gedachte dat zelfs de meest geldgierige multinational niet meer dan een jaar vooruit Kerstartikelen te koop kan aanbieden. Want als hij dat doet, is hij gewoon weer op tijd.

    Het is net als met die stilstaande klok. Hij kan niet zolang stilstaan, of twee keer per etmaal loopt hij toch eventjes gelijk.

    Reacties (16)

    joggie
    correspondent
    Quote bericht
    aantal posts:129

    grappig! leuk geschreven ook! maar maak je asjeblieft er niet zo druk om allemaal! moeten die winkels toch zelf weten! laat ze lekkr!

    «  1  2