Petra Jongeneel - 26 jun 2007 10:59 - Gewijzigd: 26 jun 2007 10:59

Met oma na fietstocht ijsje halen

Drie keer per dag gaat Henrike van de Pol (12) uit Kootwijkerbroek naar haar oma (82). Soms om in de tuin te werken, maar ook om samen te fietsen. „Na afloop halen we een ijsje bij ”Het spinnewiel”.

Contact: „Mijn oma woont op zo’n 30 meter afstand van ons huis. Elke dag wip ik voor schooltijd bij oma aan. Ik krijg dan altijd een snoepje mee naar school. Ze zwaait me dan na door het raam. Tussen de middag eet ik altijd thuis. Ook dan ga ik even langs oma en vertel haar over wat ik op school heb gedaan. Oma gaat daarna een middagdutje doen en ik ga naar school.

’s Avonds breng ik vaak de krant naar oma, die leest ze met ons samen.

In de winter ben ik ook vaak bij oma. Het is dan lekker donker en knus en dan ga ik gezellig koffie voor oma maken met wit schuim erbovenop. Dat vindt ze altijd superlekker. En dan gaan we gezellig samen praten en koffiedrinken.”

Activiteiten: „Meestal doen we ’s avonds een potje rummikub of mens-erger-je-niet. Ik help oma ook wel in de tuin. Dan ruim ik bijvoorbeeld takken op of haal ik onkruid uit de grond. Ook gaan we wel eens een rondje fietsen door de nieuwbouw en daarna langs de weilanden. En na afloop gaan we dan een ijsje kopen bij ”Het spinnewiel”.”

Hoogtepunten: „Oma staat altijd voor iedereen klaar. Zo gaat ze bijvoorbeeld op zaterdagochtend op het plein van de basisschool vegen. Deze school staat tegenover ons huis. Ook lapt ze de ramen daar.”

Dieptepunten: „Oma is pas ziek geweest. Ze heeft toen een lichte beroerte gehad. Ze moest bij veel dingen worden geholpen. Als ik bij haar langsging, maakte ik bijvoorbeeld fruit of drinken voor haar klaar en haalde ik het zonnescherm voor haar op.”

Overeenkomsten: „Mijn oma en ik zijn heel precies. Als ik in de tuin met oma aan het werk ben, ruimen wij alles tot in de puntjes op. We vinden het ook allebei leuk om over nieuws te praten. Zo vonden er laatst veel inbraken plaats in de nieuwbouw. Daar heb ik het met oma uitgebreid over gehad.”

Verschillen: „Oma is rustig. Ik ben veel drukker en wil alles snel doen. Al is het maar een potje rummikub klaarzetten.”

Toekomst: „Ik hoop nog vaak naar oma te gaan in de toekomst. Na de zomervakantie ga ik naar het voortgezet onderwijs. Ik moet dan een stuk fietsen dus zal ik voor schooltijd niet meer bij haar langskunnen. Maar ik wil haar wel elke dag blijven zien.”

Lees meer over opa's en oma's in het dossier Vriendschap.