Petra Jongeneel - 12 jun 2007 10:07 - Gewijzigd: 12 jun 2007 10:07

Elke week mailen met opa (82)

Elke week mailt Corlinde Boogaard (12) uit Rijssen met opa. „M’n jongste oom heeft opa mailen geleerd.”

Contact: „Ongeveer één keer per maand ga ik vanuit Rijssen bij opa en oma in Scherpenzeel op bezoek. Het is best een eindje rijden; we zitten dan een uur in de auto. Bij opa en oma is het altijd gezellig. Ik vertel hun bijvoorbeeld wat ik allemaal heb beleefd op school. Tijdens verjaardagen of met Kerst komen opa en oma vaak bij ons. Eerder logeerden ze ook regelmatig een weekend bij ons. Dat gebeurt nu niet meer. Opa en oma zijn wat ouder, ze vinden logeren niet echt handig meer. Nu wonen ze in een soort bejaardenwoning waar alles gelijkvloers is.”

Activiteiten: „Tijdens een project op school over de Tweede Wereldoorlog heb ik opa gevraag wat hij zich kon herinneren van die tijd. Opa vertelde toen over zijn ervaringen op school. Eén keer per week mail ik met opa en oma. Mijn jongste oom heeft opa dit geleerd. Oma vindt mailen te moeilijk. Ik vertel in een mailtje wat ik de afgelopen week heb gedaan. Zo stond in m’n laatste bericht dat ik m’n typediploma heb behaald en dat we nu een stagiaire in de klas hebben. Opa reageert dan. Hij bedankt vaak voor mijn mail. Soms heeft hij ook heel praktische vragen over hoe hij bijvoorbeeld de lettergrootte op z’n computerscherm moet vergroten. Ik leg het hem dan per e-mail uit.”

Hoogtepunt: „Opa en oma kwamen vroeger geregeld bij ons thuis oppassen. Als ik dan ’s avonds bang was om te slapen dan kroop ik bij opa op schoot. Vaak gingen we tijdens het oppassen spelletjes doen zoals dammen en sjoelen. Dat vond ik erg leuk.”

Dieptepunt: „Opa en oma worden steeds ouder. Ze komen daardoor minder vaak omdat het voor hen lastig is lange afstanden te reizen. Maar gelukkig mail ik met ze, zo spreek ik ze alsnog.”

Overeenkomsten: „Opa en ik hebben dezelfde humor. Vaak zien we het grappige van dingen wel in. Mijn opa was vroeger verpleger in een ziekenhuis. Ik ga later ook de zorg in. Ik hou er van om zieke mensen te helpen. Met oma heb ik ook overeenkomsten: We heten hetzelfde. Alleen schrijf je haar naam als Kornelia, mijn doopnaam is Cornelia. Oma hield vroeger erg van breien. Zo maakte ze pakjes voor poppenbaby’s. Ik ben nu ook aan het breien. Een sjaal voor de winter.”

Verschillen: „Opa houdt erg van lezen. Ik minder.”

Toekomst: „Ik hoop dat ik nog lang met opa kan mailen.”

Lees meer over kanjers van opa's en oma's in het dossier Vriendschap.