Drie uur zweten op kansberekening
APELDOORN - De laatste loodjes wegen het zwaarst. Voor het laatste examen, wiskunde A, hadden de vwo’ers van de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap de drie uur tijd die er voor stond hard nodig.
„Vakantie, yes!” roept een scholier uitgelaten als hij het gymzalencomplex van de Jacobus Fruytier in Apeldoorn verlaat. „Ik heb pas echt vakantie als ik een positieve uitslag krijg”, zegt Annelies Mulder (17) uit Apeldoorn.
Het examen wiskunde A1 -de makkelijke variant- viel haar mee. „Ik heb absoluut geen gevoel voor wiskunde, dus ik zag erg tegen dit examen op. Maar ik ben er gewoon rustig voor gaan zitten en probeerde het hoofd koel te houden. Alleen bij het tweede onderwerp dacht ik even: Help, hoe doe ik dit?” De vier opgaven bij dit thema gingen over de kans die iemand heeft om het CBR-theorie-examen te halen.
Jacob Kreijkes (17) uit Rijssen deed het examen voor de moeilijker wiskundevariant: wiskunde A1,2. Hij vond het een lange ruk, maar niet echt moeilijk. „Vooral de opgaven bij het eerste onderwerp, over de verdeling van de restzetels na gemeenteraadsverkiezingen in Enschede, waren een eitje. Het tweede onderdeel, over kansberekening, was een stuk lastiger. Verder was de vraagstelling soms wat vaag.”
De drie uur die voor het wiskunde-examen stond, van 13.30 tot 16.30 uur, had bijna iedereen wel nodig. Om 16.00 uur vertrok de eerste kandidaat, een kwartiertje later de tweede. De rest van de ongeveer veertig vwo’ers bleef rustig zitten tot examenvoorzitter en locatiedirecteur L. van Dijke aankondigde dat de tijd erop zat.
Ook de havisten deden gistermiddag hun laatste examen: management en organisatie (M&O). Tijdens het keuzevak leerden de leerlingen hoe organisaties in elkaar zitten en worden bestuurd. Ard-Jan Kamphuis (17) uit Rijssen vond dat er één lastige opgave tussen zat, „de rest ging prima.”
„Ik maak een examen altijd zelf, voordat ik het ga nakijken”, zegt wiskundedocent B. Engberts uit Vriezenveen. „Over het algemeen was wiskunde A niet moeilijk, maar met opgave 9, over de rij van Fibonacci, had zelfs ik nog wel even moeite.”
1, 1, 2, 3, 5, 8, 13… De Italiaanse wiskundige Fibonacci vond in de 13e eeuw een rij cijfers uit waarbij elk getal is te berekenen door de twee voorgaande getallen op te tellen. Een bijzondere eigenschap van de rij is de grenswaarde G, die bekendstaat als de Gulden Snede en vaak terugkomt in het menselijk lichaam, de kunst en de architectuur.
De kandidaten voor het examen wiskunde A1 moesten gisteren met deze grenswaarde aan de slag. Daarbij konden ze gebruikmaken van hun GR, hun grafische rekenmachine. „Heel pittig”, vindt Engberts, die vandaag de examens van de elf wiskunde A1 kandidaten moet nakijken.
Ook bij het moeilijker examen van wiskunde –A1,2– zat een enkele lastige opgave, maar het merendeel was goed te doen, zegt zijn collega R. Doeze Jager. De docent uit de Betuwe heeft zaterdag 27 examens na te kijken. „Vwo’ers kiezen over het algemeen toch meestal voor de moeilijker variant van wiskunde A. Meestal omdat ze er gewoon goed in zijn, maar soms ook omdat ze dat nodig hebben voor hun vervolgopleiding.”
Het eerste onderwerp was in beide examens hetzelfde: de verdeling van restzetels. „Een weggevertje”, vinden beide docenten. „Het was zo makkelijk, dat de leerlingen ervan in de war raakten. Zo van: zou er geen addertje onder het gras zitten?”
Bij een aantal opgaven ging het volgens de docenten gewoon om goed lezen en daarna de antwoorden invullen. „Als je dat allemaal goed deed, heb je zo een vier te pakken.”
Examenkandidaten mogen bij de profielvakken een vier en een vijf halen.
Alle thema’s waren volgens Doeze Jager heel herkenbaar uit de dagelijkse praktijk. „Neem nu die oefening van het rijexamen. Daar krijgen onze jongens al snel mee te maken.”
Er zijn nog geen reacties geplaatst.