COLUMN MAX: Eéntje
Er valt een uitnodiging op de mat van een persvoorlichter die het vele jaren volhield bij dezelfde baas, maar nu toch de plaat poetst. Of ik ook bij zijn afscheid wil zijn. Ja, dat wil ik.
En zo kom ik weer op de parkeerplaats waar ik de afgelopen jaren regelmatig stond. Bij bepaalde plaatsen horen speciale verhalen of gebeurtenissen. Naarmate je leven vordert, krijg je steeds meer plekken met een herinnering aan iets of iemand. Zo ook achter deze slagboom. Het verhaal blijft anoniem, want ik wil geen van de betrokkenen overlast bezorgen.
De topman van het bewuste bedrijf was een liefhebber van snelle auto’s, wist ik. Ooit gidste hij me naar een lastig te vinden locatie en reed ik achter zijn kakelrode net-geen-sportwagen maar toch wel heel snel topmodel aan.
Op een dag sta ik weer op de bewuste parkeerplaats te wachten -ik ben wat te vroeg- als deze man door mijn blikveld kachelt, achter het stuur van een bedaagde MPV in een foute, oudroze kleur. Op de achterbank een hele rij kinderzitjes, de bagageruimte vol met attributen als boxen en badjes. Afdrukken van vette vingertjes op de zijruiten. Hij zal inmiddels enkele malen opa zijn, veronderstel ik.
Hij stalt z’n auto dicht bij de mijne en we stappen tegelijk uit. Hartelijke begroeting, we kennen elkaar al langer. In de richting van het gebouw lopend, steek ik gelijk maar van wal. Waar is z’n mooie rooie? Rijdt hij tijdelijk in de auto van z’n oudste zoon? Journalisten zijn altijd bar nieuwsgierig, erg benieuwd of gewoon belangstellend, dus die mogen dat meteen vragen.
Met een samenzweerderige blik neemt hij me terzijde in een nis achter de glazen entree van het pand. Ik schat hem op 55 jaar, hij zit strak in het pak, is zonnebankbruin en heeft ook verder alle uiterlijke kenmerken van een geslaagd zakenman.
De kinderen uit zijn eerste huwelijk zijn volwassen, vertelt hij. Als hij z’n tweede vrouw leert kennen -ze is beduidend jonger dan hij- denkt hij niet opnieuw aan een gezin met kinderen, die tijd is wat hem betreft geweest. Dat wordt zo besproken. Maar de stem van de moeder in haar klinkt luider en luider. Hij brengt nadrukkelijk z’n leeftijd in als argument, maar dat houdt geen stand. „Nou, vooruit, ééntje dan.”
Ze raakt zwanger. Maar wat blijkt op enig moment? Er is een drieling op komst. „Dat gebeurt vaak als er medisch wordt ingegrepen om in verwachting te raken, maar bij ons gaat dat langs volkomen natuurlijke weg. Ik heb later nog eens nagezocht hoe groot de kans is op een spontane drieling: iets in de buurt van een op een miljoen.”
Juist in die dagen zijn de discussies gaande over de vergrote kans op meerlingen na toepassing van medische mogelijkheden. Als een van de opties geldt daarbij het ’weghalen’ van een of meer van de vruchten. „Die vraag was bij ons echt geen moment aan de orde”, zegt hij.
Inmiddels rijdt hij door het land in een auto vol kinderattributen en vertelt hij op vragen van verwonderde omstanders soms zijn bijzondere verhaal. „We zijn dolgelukkig met ons drietal en hopen dat ze voorspoedig zullen opgroeien. Natuurlijk is het een druk bestaan, maar je krijgt er veel voor terug.”
„Nou vooruit, ééntje dan.” Als ik in die hoek van het land verzeild raak, moet ik -kan er niks aan doen- altijd met een glimlach aan hem denken.
Er zijn nog geen reacties geplaatst.