Petra Jongeneel - 19 mei 2007 09:06 - Gewijzigd: 19 mei 2007 09:06

„Die Marokkaan is een leuke gozer”

Wim en Feisal leren door praatje en potje voetbal positiever over elkaar denken

Marokkanen? Dat zijn agressieve lui. Zo dacht Wim Versluis (17) nadat een buitenlandse knul iets in de supermarkt waar Wim werkte niet gedaan kreeg, en daarop dreigde Wims baas erbij te halen. Totdat dezelfde moslimjongen de tienerclub van de christelijke gereformeerde kerk in Leerdam bezocht. Wim: „Hij bleek een leuke gozer te zijn met wie ik gezellig kon voetballen.”

Feisal (l.) en Wim sloten vriendschap tijdens de tienerclub van de christelijke gereformeerde kerk in Leerdam. Wim: „Vooroordelen bestaan doordat je te weinig van elkaar afweet.”

Een mop over buitenlanders is rap verzonnen. De clou is snel helder. Buitenlanders zijn onbetrouwbare lui, criminelen ofwel terroristen. Het jongerenblad Refl!ts, dat deze week landelijk is verspreid, bevestigde dat dit beeld ook onder refo’s heerst. Bijna 50 procent van de ondervraagde refojongeren gaf bijvoorbeeld aan negatief tegenover buitenlanders te staan.

Feisal Tnir (20), vriend en tienerclubgenoot van Wim, herkent de negatieve beelden. „Ik word in de supermarkt soms extra in de gaten gehouden. Waarom? Ik heb geen idee. Ik sta niet bekend als dief.” Wim: „Weet je hoe dat komt? Als eentje een misstap begaat, boet een hele bevolkingsgroep ervoor. Op mijn school -het Hoornbeeck College in Amersfoort- hoor ik soms uitlatingen die op het racistische af zijn. Buitenlanders worden over één kam geschoren. De kwaden moeten onder de goeden lijden. Als een Nederlander een ruit inslaat, zijn wij Nederlanders toch ook niet allemaal criminelen?”

Bin Laden
Wim en Feisal ontmoetten elkaar zo’n drie jaar geleden voor het eerst op de tienerclub. Feisal las in een huis-aan-huis verspreide evangelisatiefolder over de activiteit en besloot met vrienden een kijkje te nemen. Tot op de dag van vandaag bezoekt hij de club, waar hij eenmaal per twee weken een Bijbelverhaal hoort en daarna een potje voetbalt.

Tijdens de clubavonden leerden de twee elkaar beter kennen en ontstond er vertrouwen om diepere gesprekken aan te gaan. Wim: „Ik leerde meer over de islam en de denkwereld van moslims, zodat ik beter snap wat zij geloven.” Anderzijds kwam Feisal soms met gerichte vragen: Hoe kan God nu een Zoon hebben? Of, een heel andere vraag: Kijken jullie tv, en zo nee, waarom niet?

Behalve de verschillen die de twee tussen hun godsdiensten opmerkten, zag het duo overeenkomsten. Wim: „Naastenliefde is binnen het christendom heel belangrijk. Maar ook bij de islam.” „Inderdaad”, merkt Feisal op. Islam betekent letterlijk vrede. We willen het goede voor elkaar zoeken. Niks geen aanslagen of terreur, dat past niet bij onze godsdienst. Alleen zien mensen vaak wel een link daarmee omdat bijvoorbeeld figuren als Bin Laden -ook aanhangers van de islam- oproepen tot haat en oorlog. Maar dat is aan de persoon gebonden. Wij worden daarop afgerekend.”

Elke clubavond, waarin het Evangelie centraal staat, wordt afgesloten met gebed. Wim: „Je wilt uiteraard ten diepste dat elke moslim tot geloof komt.”

Bij elkaar thuis komen de twee „nog niet.” „Daar moet je elkaar toch wel heel goed voor kennen”, menen ze. Niettemin spreekt het tweetal elkaar buiten club ook in de bus naar school. Feisal doet een ict-opleiding in Utrecht, terwijl Wim het Hoornbeeck College in Amersfoort bezoekt. „Een praatje is vaak al heel gezellig. Over school, over voetbal, maakt niet uit. Je hebt contact.”

Dat is belangrijk, vindt zowel Feisal als Wim. Wim: „Vooroordelen bestaan doordat je te weinig van elkaar af weet. Als je echt de moeite neemt om even een praatje met de ander te beginnen, blijk je vaak te maken te hebben met een normale jongen die helemaal geen pistool op zak heeft. Wat jij, Feisal?” Deze lacht. „Nee ik heb er geen een op zak, jij dan?”

Vooroordelen:
- Alle buitenlanders zijn asociaal.
- In elke allochtoon schuilt een terrorist.
- Buitenlanders willen niets met Nederlanders te maken hebben.
- Elke allochtoon wil een christen op afstand houden.

Uitdagingen voor christenjongeren:
- Wees vriendelijk tegen allochtonen.
- Toon interesse in buitenlanders, groet of vraag hoe het gaat.
- Zet vooroordelen aan de kant.
- Verdiep je in de leefwereld van je allochtone medemens. Deze weet vaak meer van jouw wereld dan jij van de zijne.
- Probeer niet te generaliseren. Als een Nederlander een fiets steelt, zijn alle Hollanders nog geen dieven.
- Probeer door je houding uit te stralen dat je als christen geïnteresseerd bent in de ander. Gesprekken over het geloof volgen dan vaak vanzelf.