Wie wind zaait…
Iedereen kent wel een gezin waarvan al de kinderen hun kerkelijke gemeente verlaten hebben. Je mag de ouders daar niet altijd op aankijken. De opvoeding kan kinderen beslist niet altijd vasthouden. Met eenzelfde opvoeding gaan jongeren soms een heel verschillende kant uit. De één gaat de wereld in, de ander blijft onder Gods Woord. Dit laatste is een wonder voor ootmoedige ouders!
Toch zijn er gezinnen waarbij je het aan ziet komen dat de kinderen weg zullen gaan. Ik doel op gezinnen met ouders die zich voortdurend kritisch uitlaten over ambtsdragers, de prediking en over nog veel meer in hun gemeente.
Zelf heb ik zulke gezinnen al in mijn jeugd gekend. En ook later in de gemeenten waar ik mocht dienen, kwam je ze telkens tegen. Ik moet er wel bij zeggen dat de ouders het meestal niet erg vonden dat hun kinderen weggingen. Op huisbezoeken kregen ambtsdragers nogal eens de wind van voren. Het zou hun schuld zijn en zeker niet die van de ouders… Maar gaven ze zelf wel meer mee dan een lege erfenis?
Nu gaat het er me niet om hier te vertellen dat alle ambtsdragers hun werk zonder gebreken doen, want dat is zeker niet waar. Maar hoe gaan we ermee om? Ik herinner me van mijn opvoeding dat mijn ouders altijd met respect over de kerkenraad en onze kerkelijke gemeente spraken. Zij wisten kennelijk van een liefde die bedekt, want mijn vader keek als ouderling echt wel eens achter de kerkelijke schermen.
Je ziet in gezinnen waar dit respect afwezig is nogal eens dat de kinderen nog een stapje verder gaan. Misschien waren de ouders zich niet bewust van wat ze bij hun kroost aanrichtten. Ze zullen evenwel ervaren dat het waar is wat hierboven staat: Wie wind zaait, zal storm oogsten.
Het is een spreekwoord dat teruggaat op Hosea 8:7: „Want zij hebben wind gezaaid, en zullen een wervelwind maaien; het zal geen staande koren hebben, het uitspruitsel zal geen meel maken; of het misschien maakte, vreemden zullen het verslinden.”
Ouders die het opnemen voor hun kinderen die de waarheid de rug toekeerden en geen schuldbesef tonen, onderscheiden zich duidelijk van ouders die erdoor verwond zijn en zichzelf schromelijk tekort voelen schieten in wat ze deden in de opvoeding. Die zijn ootmoedig en je kunt van hen geloven dat ze zichzelf bij de Heere aanklagen en in ieder geval in hun boetvaardigheid een voorbeeld zijn voor hun kinderen. Dat is geen lege erfenis!
De Heere kan geven dat het goede zaad dat ze, al was het gebrekkig, hebben proberen te zaaien, nog zullen zien ontkiemen. Of misschien gebeurt het wel na hun dood. Hoogmoedige ouders stijven hun kinderen echter op een verkeerde weg. Het is te hopen dat dit hun nog tijdig tot schuld wordt; anders zal het te laat gaan wegen, als hun kinderen hen aanklagen in Gods gericht!
Jullie, jongelui die dit lezen, wil ik vragen voorzichtig om te gaan met kritiek. Weet je al geduld te hebben met gebreken van opvoeders en ambtsdragers? Wat is het triest als je levensboom ontworteld wordt door stormen van kritiek die ten diepste voortkomen uit de overste van de macht der lucht, dat is de boze. Laat je niet aftrekken door „waterloze wolken, die van de winden omgedreven worden; zij zijn als bomen in het afgaan van de herfst, onvruchtbaar, tweemaal verstorven, en ontworteld” (Judas 1:12). „Wie zijn huis beroert, zal wind erven; en de dwaas zal een knecht zijn desgenen, die wijs van hart is.” (Spreuken 11:29)
Goes, ds. C. J. Meeuse