Wachtend zaad
De maand april was uitzonderlijk droog. Ik herinner me het gezegde: „Een droge maart en een natte april, dat is de boer zijn wil.”
We hebben het evenwel niet voor het zeggen. God wil ons gebed.
Ik hoop dat er regen gevallen is als deze bijdrage gepubliceerd wordt, maar nu ik dit schrijf, zijn de vooruitzichten voor hen die naar regen uitzien nog negatief. Dat zullen ten minste alle boeren, tuinders, fruitkwekers en hobbytuinders zijn.
Eigenlijk moet iedereen er dan naar uitzien, want we lezen in Gods Woord: „Het voordeel des aardrijks is voor allen: de koning zelfs wordt van het veld gediend” (Prediker 5:8).
We zijn afhankelijker van Gods zorg in de natuur dan we meestal willen weten.
Maar zeker als de opbrengst van het land je inkomen is, zie je uit naar regen. En nog eens: ieder moet ernaar uitzien en erom bidden. Geen zaad kan zonder vocht ontkiemen en hoeveel zaad ligt daarop te wachten!
Deze toestand deed me denken aan een voorval uit de tijd dat ik afscheid nam van het lager onderwijs. Ik was benoemd in het voortgezet onderwijs en in mijn laatste Bijbelles vertelde ik de gelijkenis van de zaaier.
Ik zat erg in de put en kon dit niet verbergen in het slotwoord van de Bijbelvertelling.
„Het was fijn, jongens en meisjes, om jullie telkens uit de Bijbel te vertellen. Maar ik ben bang dat het zaad bij jullie allemaal op de weg gevallen is en dat de vogels het allemaal weggepikt hebben”, zo besloot ik mijn les. „Jullie luisterden wel goed, maar daarna kwamen de rekenles en het speelkwartier. Ik zag en hoorde jullie later op de dag uitgelaten spelen en ik denk wel eens dat jullie alles vergaten wat ik vertelde.”
Toen stak een meisje haar vinger op en vroeg: „Meester, kan het ook gebeuren dat er zaad heel lang blijft liggen en dat het later pas ontkiemt?”
Ik had in die tijd in mijn groentetuin een bed worteltjes gezaaid. Het was een tijd lang net zulk weer geweest als nu, alleen veel kouder. Door de droogte had het zaad een maand of twee niets gedaan.
Toen kwam er een meiregen en al het zaad kwam alsnog op. Ik wist dus hoe dit in de natuur kan gaan.
Toen het meisje haar vraag stelde, liet de Heere me zien dat dit ook kan in het geestelijk leven. Als ik zelf al snel vruchten zou zien, zou ik alleen maar hoogmoediger worden.
De Heere kon het in Zijn grote wijsheid voor me verbergen. Hij laat het ontkiemen op Zijn tijd en wijze, zodat de zaaier zelf niet weet hoe (Markus 4:27).
Wat werd ik bemoedigd door die opmerking van dat meisje. Ik moet er nog vaak aan denken, ook voor wat het zaaien in de kerk betreft.
Toen ze jaren later trouwde, ben ik naar de receptie gegaan om het haar te vertellen. Ook heb ik haar gevraagd of er nog zaad in haar hart lag dat wachtte op de dauw van de Heilige Geest.
Bekend is de geschiedenis van Lukas Short, die op 14-jarige leeftijd een preek van John Flavel over de tekst „Indien iemand de Heere Jezus Christus niet liefheeft, die zij een vervloeking” hoorde. De Heere kwam erop terug toen hij honderd jaar was. Toen werd hij er nog door bekeerd.
Wij moeten evenwel niet denken dat we ook zo oud zullen worden.
De dood is dikwijls veel dichterbij dan we denken.
Is het zaad van Gods Woord bij ons al opgekomen?
Bid of God de regen van Zijn Geest in je hart geeft, zodat het gaat groeien tot je eeuwig behoud.
Goes, ds. C. J. Meeuse
Er zijn nog geen reacties geplaatst.