Gegrepen door geschiedenis
De een denkt bij een studie geschiedenis aan een saaie brij van jaartallen en feitjes. Een ander ziet juist de vele mogelijkheden van deze universitaire opleiding. „Als je gebeurtenissen uit het verleden weet, kun je hedendaagse ontwikkelingen veel beter plaatsen”, zegt drs. R. van Mierlo, conservator van het Stedelijk Museum in Kampen.
De conservator van het Stedelijk Museum in gesprek met Pieter.
Dat vindt ook Pieter Hakvoort (17) uit de examenklas van het gymnasium op Scholengemeenschap Pieter Zandt in Kampen. De jonge Urker is er nog niet helemaal uit, maar hij „heeft iets” met geschiedenis. Een bezoek aan een historicus in het stadje aan de IJssel kan Pieter mogelijk over de streep trekken.
In het Stedelijk Museum Kampen oogt het wat rommelig. „We zijn net bezig een expositie af te breken en een nieuwe op te bouwen. Bovendien zitten we vlak voor een verhuizing. Wij mogen met onze spulletjes naar het stadhuis”, vertelt Van Mierlo. Enthousiast gaat hij met Pieter in gesprek over de perspectieven die een studie geschiedenis biedt.
Pieter wil eerst weten welk werk Van Mierlo nu precies doet. „Ik ben conservator en houd me bezig met het verzamelbeleid van de collectie. Als je al tien dezelfde voorwerpen in bezit hebt, zit je niet te wachten op nog eens tien van deze spulletjes. Verder let ik op de aankoop en de conditie van de voorwerpen”, zegt Van Mierlo te midden van indrukwekkende schilderijen en historische gebruiksvoorwerpen.
„De universiteit van Utrecht was mijn studieplek”, antwoordt de conservator als Pieter vraagt waar hij het beste kan gaan studeren. „Dat was een prima universiteit, maar Amsterdam, Leiden en Groningen zijn ook erg goed.”
Midden-Oosten
De Urker leerling weet al waarin hij zich zou willen specialiseren. „Ik denk aan de geschiedenis van het Midden-Oosten vanaf 1945. Dat lijkt me geweldig interessant. Ik lees er veel over en ik volg het nieuws op de voet via de krant.” Pieter heeft zijn profielwerkstuk daar al op afgestemd. „Ik ben bezig met de dreiging van terrorisme in het Midden-Oosten.”
Pieter heeft een goede raadgever gevonden in Van Mierlo, want die heeft zich gespecialiseerd in eigentijdse geschiedenis, de periode die loopt van ongeveer 1800 tot heden. „Er zijn natuurlijk nog andere richtingen te verzinnen, zoals economische en agrarische geschiedenis. Voor ieder wat wils, zou ik zo zeggen.”
Vies voorwerp
Pieter vraagt zich af waarom Van Mierlo conservator is geworden, omdat de Urker zelf liever iets heel anders zou willen. „Geen probleem”, stelt Van Mierlo Pieter gerust. „Je kunt leraar worden in het voortgezet onderwijs of gaan lesgeven op de universiteit. Maar ook de journalistiek kan je toekomst zijn of bijvoorbeeld het beleidsmedewerkerschap bij een wetenschappelijk bureau of bij een gemeente.
Het leuke van mijn beroep is dat ik niet alleen bezig ben met letters of boeken, maar ook met historische spulletjes. Ik vind het geweldig om waardevolle attributen met een historie van 600 of 700 jaar vast te houden.”
Het mooiste is volgens Van Mierlo als hij een op het eerste gezicht oud en vies historisch voorwerp compleet gerestaureerd terugkrijgt in zijn museum. „Dat kan ik geweldig waarderen.”
Op de vraag wat de studie geschiedenis nu zo leuk maakt, antwoordt Van Mierlo: „Je volgt als student stages en je mag veel onderzoek doen. Het is dus niet alleen maar dode theorie en saaie boel. Je bent ook echt met de praktijk bezig.”
Tweede fase
De conservator is negatief over de invoering van de tweede fase in het voortgezet onderwijs, als Pieter hem vraagt of dat een goede voorbereiding vormt op de studie geschiedenis. „De jaartallen vallen steeds meer weg”, vindt Van Mierlo. „Dat gebeurt ook al op de basisscholen. Het leren van jaartallen en andere feiten is voor een groot deel helaas uit de gratie geraakt, terwijl ze juist erg belangrijk zijn.”
De Kamper museumconservator herinnert zich een schrijnend voorbeeld. „Ik heb hier wel eens jongeren op bezoek gehad die mij niet konden vertellen wanneer de Eerste Wereldoorlog plaatshad. Dat is nauwelijks voor te stellen, maar wel de realiteit.”
Als verduidelijking van het belang van jaartallen neemt Van Mierlo Pieters voorkeur voor een Midden-Oostenspecialisatie als voorbeeld. „Voor die studie zul je toch heel ver terug moeten in de tijd. Je zult terug moeten gaan tot de kolonisatie van het gebied door de grootmachten en de gevolgen die bepaalde markante gebeurtenissen hebben gehad voor de regio daar.”
Pieter zegt na het gesprek met Van Mierlo vooral verbaasd te staan over de vele mogelijkheden die de studie geschiedenis biedt. „Zo veel had ik nog niet meegekregen van een open dag van de universiteit in Groningen, die ik al eens bezocht. Ik wil ook nog een keer naar een voorlichtingsdag van de Universiteit Utrecht.”
Wie in het Midden-Oosten zou je eens willen interviewen als je daartoe de kans kreeg?
„Sharon. Ik zou hem eens willen bevragen over het conflict dat al zolang duurt. Hij probeert steeds een meerderheid te krijgen in zijn kabinet voor het weghalen van nederzettingen. Maar niemand kan er precies achter kijken wat nu zijn diepste drijfveren zijn om deze stap te zetten.”
Geschiedenis, universiteit
vooropleiding: vwo
gewenst vakkenpakket: profielen economie & maatschappij en cultuur & maatschappij.
universitaire opleidingen: Amsterdam, Groningen, Nijmegen, Utrecht, Leiden.
Er zijn nog geen reacties geplaatst.