Johan Leeflang - 26 jan 2005 12:05 - Gewijzigd: 26 jan 2005 16:20

Gezellige drukte in de babygroep

Nog enkele maanden heeft ze de tijd om te kiezen. Wordt het sociaal-pedagogisch werk of een opleiding voor onderwijsassistente? Leanne Mandemakers uit Groot-Ammers, die dit jaar vmbo-examen doet aan het Driestar College in Gouda, is er nog niet helemaal uit. Een bezoek aan kinderdagverblijf Villa Bubbels in Rotterdam geeft al een klein beetje meer duidelijkheid. „Ik wil graag iets meer dan dit, dus ik kies in elk geval voor een ander beroep. Maar het kinderdagverblijf is wel ontzettend leuk.”

Leanne leest voor.

In een van de ruimten van Villa Bubbels is het gezellig druk. De acht kinderen in de leeftijd van 0 tot 2 jaar weten de leidsters goed bezig te houden. Ze zijn niet erg ondersteboven van het bezoek. Wel proberen ze steeds de aandacht te trekken.

Julian, een nieuwsgierig en ondernemend kereltje, wil graag met de apparatuur van de fotograaf spelen. En Maartje, die bijna 2 jaar is en dus binnenkort naar een andere groep verhuist, gaat meteen bij leidster Anita van Gijtenbeek op schoot zitten wanneer deze wat vragen van de 16-jarige Driestar-leerlinge beantwoordt.

„Hoe gaat het op een kinderdagverblijf allemaal in z’n werk?” wil Leanne weten. Anita: „Er zijn hier van zeven uur ’s morgens tot zes uur ’s middags kinderen. Ik moet hen samen met een collega de hele dag verzorgen. Je bent steeds bezig met spelen, verschonen, naar bed brengen en eten geven. Kinderen tot een jaar houden het ritme aan dat ze thuis gewend zijn. De andere kinderen hebben allemaal hetzelfde ritme.”

De babyfoon maakt ondertussen duidelijk dat er in een andere kamer ook activiteit is. Na een paar minuten stopt het gehuil. Twee van de tien kinderen van de babygroep liggen op bed. Van alle kinderen werkt ten minste een van de ouders binnen het Erasmus MC. Villa Bubbels staat schuin tegenover dit universitair medisch centrum. De kinderen zijn enkele dagen per week in het dagverblijf.

Leanne: „Ik denk dat kinderen die hier zijn het zelf al heel goed hebben. Ik zou liever met kinderen werken die het moeilijker hebben. Zelf ben ik vier jaar geleden in het Sophia Kinderziekenhuis geopereerd. Ik heb er een week gelegen en er was daar veel begeleiding. Op zo’n plaats zou ik liever willen werken.”

Anita: „Het is niet zo dat ik alleen maar de fles geef en luiers verschoon. Je bent echt met de kinderen bezig. En je krijgt er veel voor terug.” Anita geeft wel toe dat Leanne beter een ander beroep kan kiezen. „Jij wilt veel meer dan dit. Maar voor het werken in een ziekenhuis heb je wel een hbo-opleiding nodig. Zelf heb ik overigens nog geen dag spijt gehad van dit werk.”

„Waarom ben je dit gaan doen?” is de volgende vraag van Leanne. Anita: „Ik wilde eerst het onderwijs in. Daarna keek ik rond bij kinderdagverblijven en merkte ik dat deze opvang heel goed is voor kinderen, omdat ze met allemaal leeftijdgenootjes omgaan. Via een stage kwam ik bij Villa Bubbels terecht en inmiddels werk ik hier tweeënhalf jaar.” Volgens Anita is stagelopen een goede manier om kennis te maken met verschillende beroepen. „Dat moet je zo veel mogelijk doen.”

Tot nu toe heeft Leanne, die de theoretische leerweg op het vmbo volgt, nog geen stages gelopen. Dat betekent dat ze de komende tijd op een aantal scholen zal rondkijken om haar keuze te maken. Ze wil eerst een mbo-opleiding doen en daarna naar het hbo.

Even later gaat Leanne aan de kinderen voorlezen. Zodra ze op de grond zit komen er al snel enkele kinderen bij haar. Ze zijn helemaal niet bang voor de ’nieuwe groepsleidster’. Anita: „Dit is eigenlijk hun tweede thuis.” Het is dan wel een groot huis. Villa Bubbels bestaat uit drie aaneengeschakelde panden aan de Westzeedijk. Er zijn vijf groepen, die allemaal over een grote ruimte beschikken. Bovendien kunnen ze gebruikmaken van een speelzaal, waar onder andere een glijbaan in staat. ’s Zomers kunnen de kinderen buiten op het terrein van het dagverblijf spelen.

Een andere ruimte is ingericht met twaalf ledikanten. Leanne: „Wat doe je als een van de kinderen wakker wordt en begint te huilen?” Anita: „Dat had ik gisteren nog. Toen begon meteen de hele zaal te huilen. Je kunt daar dan even niet zo veel aan doen.” Leanne wil ook weten of er wachtlijsten zijn. Anita: „De wachtlijst is vrij lang. Maar we kunnen het aantal plaatsen binnen dit kinderdagverblijf niet uitbreiden.”

Ondanks dat het voor haar een leuke ervaring is geweest, gaat Leanne verder op zoek naar een studierichting. „Ik wil graag iets extra’s betekenen voor kinderen. Bovendien lijkt het me leuk hen uitgebreid te begeleiden en bijvoorbeeld behandelplannen op te zetten.” Ze wijst vooral op de week dat ze zelf in het kinderziekenhuis lag. „Kinderen kunnen dat als heel moeilijk ervaren. En het lijkt mij mooi ervoor te zorgen dat aan een moeilijke periode ook leuke kanten kunnen zitten.”

kinderdagverblijf: driejarige opleiding spw (sociaal-pedagogisch werk) op niveau 3

woonbegeleiding: vierjarige opleiding spw op niveau 4; na spw niveau 4 kan de leerling eventueel doorstromen naar het hbo, wat vereist is voor sociaal-maatschappelijk begeleidingswerk

onderwijsassistent: de driejarige opleiding onderwijsassistent niveau 4 of spw 3 gevolgd door de differentiatie onderwijsassistent

Voor al deze richtingen is als vooropleiding vmbo zorg en welzijn vereist. Biologie is een verplicht vak. Daarnaast moet de leerling één vak kiezen uit de vakken wiskunde, aardrijkskunde, geschiedenis en maatschappijleer II. Leerlingen uit een andere sector kunnen ook bovengenoemde studies doen, maar dan moet hun vmbo-opleiding wel gericht zijn op vakken uit de sector zorg en welzijn.