Je mond als beste wapen
„Goedemiddag. Welkom op het hoofdbureau van de politie Apeldoorn.” Sandra van den Brink maakt een zelfverzekerde indruk. Aan haar koppelriem heeft ze een vuurwapen, handboeien, pepperspray, een portofoon en een wapenstok.
Van den Brink is tweedejaarsstudente aan de politieacademie in Apeldoorn en werkzaam bij het korps Noord- en Oost-Gelderland. Ze doet de opleiding op niveau 5. Vrienden en collega’s vragen wel eens aan Van den Brink wat ze daarmee kan worden. „Ik leg dan altijd uit dat ik na de opleiding eerst een periode als hoofdagent bij een wijkteam werk. Daarna moet ik een tijd bij de recherche werken en als laatste een periode bij een ander onderdeel van ons korps meedraaien.”
Als de student na een paar jaar praktijkervaring nog verder wil, moet hij aanvullende opleidingen volgen om bijvoorbeeld leidinggevende te worden. „Dat gaat niet automatisch. Pas bij gebleken geschiktheid word je daarvoor benoemd en kun je de rang van brigadier of, nog later, inspecteur bereiken.”
Harmen Melsert (16), vwo 5-scholier van het Rotterdamse Wartburg College, wil graag bij de politie werken. Waarom? Harmen: „Mensen helpen lijkt me mooi. Ook het leidinggeven en samenwerken met andere collega’s lijkt me leuk en de spanning in het beroep trekt mij.”
Pepperspray
De eerste drie maanden krijgen studenten van niveau 5 les op de politieacademie. Van den Brink: „Je moet denken aan zelfverdedigings- en aanhoudingstechnieken, maar we leren ook alles over de Wegenverkeerswet. Een van de belangrijkste dingen die je leert, is dat je mond het beste wapen is.”
In de lessen over het gebruik van pepperspray mogen de studenten ook zelf voelen hoe het is om ermee bespoten te worden. „Iedereen doet dat natuurlijk. Nou, dat is geen lolletje. Het brandt in je ogen! Verschrikkelijk. Je ogen kun je niet meer openhouden. Je bent volkomen gedesoriënteerd.”
Daarna gaan de studenten drie maanden aan de slag bij een korps. Van den Brink, lachend: „Je bent dan weinig meer dan een aangeklede burger.”
Testen
In deze periode moeten de studenten allerlei opdrachten uitvoeren. „Je moet bijvoorbeeld iemand aanhouden, of contact leggen met een burger.” Ook worden tijdens de stage examens afgenomen. „We moeten onder meer een verkeerscontrole afnemen. Er staat dan een examinator over je schouder mee te kijken.” Na deze periode gaan de studenten weer een kwartjaar naar school.
Voordat de student aan de opleiding begint, moet hij verschillende tests maken. Harmen: „Hoe gaat dat precies?” Van den Brink: „De eerste dag krijg je twee tests: een fysieke en een intelligentietest. Bij de fysieke test moet je bijvoorbeeld de shuttle-runtest lopen. Daarbij moet je heen en weer rennen, zodoende wordt je conditie getest.”
Direct na de eerste tests wordt er een vervolgafspraak gemaakt voor een psychologische test. „Je voert een gesprek van een uur met een psycholoog. Het gaat over wie je bent, over moeilijke dingen en hoe je daarop reageerde.” Daarna volgt een rollenspel. „Er komt een acteur binnen en die legt bijvoorbeeld zijn benen op tafel. Hoe reageer je? Of je moet een conflict tussen buurtbewoners oplossen. Hoe doe je dat?” Harmen: „Is het niet makkelijk om dan bepaalde eigenschappen te laten zien die bij de politie nodig zijn?” Van den Brink, stellig: „De psycholoog ziet toch wel wie je bent. Als je een heel kort lontje hebt en snel kwaad wordt, heeft hij dat snel genoeg door. Dan moet je niet bij de politie gaan.”
De studente geniet van haar werk. „Het is heel afwisselend. Het ene moment wijs je iemand de weg, even later neem je een blaastest af of draai je een horecadienst.” Vooral dat laatste vindt de studente geweldig om te doen. „In de weekenden gaan we naar de plek in Apeldoorn waar veel uitgaansgelegenheden zijn. Daar houden we toezicht. De laatste keer zijn elf aanhoudingen verricht. Ik kon toen mijn steentje bijdragen.”
Naast de afwisseling en de onregelmatigheid houdt ze van de uitdaging in haar werk. „Je staat elke keer weer voor een andere situatie. Dan denk je: Hoe los ik dit nu op? Een voorbeeld: Laatst hielden we een man staande die zijn auto niet verzekerd had. Hij werd heel agressief en begon op het dak van zijn auto te slaan. Dan klopt je hart wel even sneller. We hebben toen op hem ingepraat en hij kalmeerde zichtbaar. Gelukkig is het allemaal goed afgelopen.”
Ze demonstreert enkele vaardigheden. Harmen moet wijdbeens gaan staan, zijn armen spreiden en zijn hoofd opzij draaien. Ze pakt haar handboeien en klikt de ene om de rechterpols, draait deze op de rug en draait de linkerpols erbij. De pepperspray heeft ze in twee tellen getrokken en op het voorhoofd van de ’verdachte’ gericht.
Medemens
Niet alles wat de politie doet, is leuk. Van den Brink: „Laatst was er een dodelijk ongeval, waarbij een jongeman betrokken was. Ik ben niet meegegaan naar de plaats waar het gebeurde. Later ben ik wel mee geweest naar de schouw. Dat greep me wel aan.”
Wat Van den Brink als het mooiste onderdeel van haar werk ziet? „Mijn medemens helpen. Laatst kwamen we bij een melding van een ongeluk waarbij een vrouw in een huis was gereden. Ze had geen verwondingen. We konden haar helpen en moesten alles regelen. Ze was daar zo blij om. Zoiets doet je goed.”
mnimale vooropleiding: mbo, havo of vwo, of een propedeuse behaald binnen hbo of wo
sollicitatieprocedure: Eerst een fysieke, intelligentie- en psychologische test. Daarna is er een antecedentenonderzoek en volgen twee sollicitatiegesprekken. Nadat je bent aangenomen bij het korps, start de opleiding
vor politiekundige bachelor, zoals Sandra doet, is de duur vier jaar
meer informatie over de selectieprocedure en opleiding: www.politie-werving.nl, of bel de Banenlijn 0800-6096