Tropenarts moet lang studeren
Tropenarts worden lijkt Lydia wel wat. „Alleen duurt die opleiding wel meer dan acht jaar.” Het zou dus kunnen dat het alsnog een opleiding tropenverpleegkunde wordt. Oud-tropenarts Ad Molenaar kan zich het dilemma voorstellen. „Toch adviseer ik haar een keuze te maken waar ze echt voor kan gaan.”
Voor een psychologisch verantwoord advies is Lydia Fikse (17) aan het goede adres bij Molenaar. De arts heeft zich na terugkomst uit de tropen gespecialiseerd als psychiater en psychotherapeut. Hij werkt voor Eleos en tevens vanuit een praktijk aan huis in Woudenberg. Molenaar (44) was eind jaren tachtig arts voor de Zending Gereformeerde Gemeenten in Nigeria. Vwo-6-leerling Lydia gaat bij hem op bezoek om te informeren of tropengeneeskunde wat voor haar is.
Lydia is benieuwd naar de opleiding die Molenaar als tropenarts volgde. Die was zeventien jaar geleden anders dan tegenwoordig, legt hij uit. Tijdens een aanstelling als tropenassistent in Gouda leerde Molenaar diverse disciplines kennen die op het veld van pas kwamen. „Ik werkte in de verloskamer, op de eerste hulp, op cardiologie, op chirurgie, op de operatiekamer en op de intensive care. Het belangrijkste is namelijk dat je als arts leert wat je wel en wat je niet kunt doen. Wat je wel kunt, dat pak je aan, maar als je iets niet kunt, heb je hulp nodig of moet je het onder toezicht aanpakken.”
Zo’n algemene opleiding is belangrijk, vindt Molenaar. „Je krijgt in de tropen toch van alles voor je kiezen. Daarbij kun je niet al te diep op bepaalde ziekten ingaan. Een specialist kun je niet zijn, daar zijn de omstandigheden niet geschikt voor. Bovendien is er zelden apparatuur voorhanden. Het werk is dus vooral heel divers.”
Wat voor gevallen kreeg u te zien? wil Lydia weten. Molenaar somt op: „Veel infectieziekten, waaronder malaria, tyfus en tuberculose, veel verlossingen, tot keizersneden toe, en natuurlijk kinderziekten. Je bent eigenlijk een soort huisarts, maar dan in de bush.”
Wat dat inhoudt bij complexe problemen? Molenaar: „Het is roeien met de riemen die je hebt. Op de streekbevolking van vele tienduizenden in het gebied Izi was er maar één kliniek: de onze. Weliswaar was er een regeringskliniek, maar die had nooit medicijnen, dus daar werd je niet snel beter.”
De vier toenmalige zendingsartsen, Dorresteijn, Scheer, Smits en Molenaar, konden dan ook niet in alle gevallen de ideale behandeling geven. „Bijvoorbeeld botbreuken. Die worden in Nederland nogal eens geopereerd, zeker complexe breuken. In de tropen is dat niet mogelijk. Ze moeten dus bijna altijd worden gezet, ook al levert dat soms vergroeiingen op.”
Overigens kwamen mensen zelden met botbreuken naar Molenaar. „Daarmee gingen ze altijd naar de inheemse dokters.” Wel kreeg hij veel abcessen te zien. „Uitstulpingen in alle soorten en maten. Daar kwamen soms emmers met pus uit.”
De oud-tropenarts laat Lydia foto’s zien van zijn werk. „Is dat de kliniek?” wil ze weten. „Er staan niet eens bedden in de zaal.” Molenaar heeft ook een foto van het ziekenhuis in Igede, een ander gebied waar hij werkte. „Dat had wel bedden, al lagen er vaak twee mensen tegelijk op. En soms ook nog één eronder.”
Lydia denkt er aan het eind van het gesprek nog steeds sterk over om tropengeneeskunde te doen. „Dat wilde ik al toen ik klein kind was: dokter worden voor de zending.” „Let wel op”, zegt Molenaar. „De studie tropengeneeskunde is een specialisatie. Die volgt dus op minimaal zes jaar geneeskunde.” Daar ligt voor Lydia een klein probleem. „Dat zou in totaal acht tot negen jaar studie betekenen. Ik weet niet of ik zo lang kan wachten.”
Een alternatief voor haar is de richting tropenverpleegkunde. „Algemene verpleegkunde duurt immers maar vier jaar, en dan nog een korte specialisatie.” Anderzijds houdt ze wel van wat diepgang. „En ik weet niet of ik dat bij verpleegkunde krijg. Lydia wil de keuze niet alleen nemen. „Ik heb gebeden of God de weg wil openen die Hij goed vindt. Ik wacht af of ik word ingeloot bij geneeskunde. Zo niet, dan wordt het verpleegkunde.”
Molenaar begrijpt het dilemma. Toch adviseert hij Lydia een overwogen keuze te maken. „Dan schep je duidelijkheid voor jezelf. Dat voorkomt dat je gedurende de opleiding gaat twijfelen als het een keer wat minder gaat.”
Bij deze opmerking komt de psychotherapeut in Molenaar naar boven, een beroep dat hij nu ruim tien jaar uitoefent. Toch heeft hij het hoofdstuk tropengeneeskunde nooit helemaal afgesloten. „Het was een bijzondere tijd. Ik zeg dan ook niet dat ik er nooit meer in zou willen werken. Je weet nooit.”
Stoffelijke overblijfselen heeft Molenaar ook nog van zijn Nigeriaanse tijd. Hij geeft een Afrikaanse voedselpot aan Lydia. Misschien ter aanmoediging van het maken van een keuze? Lydia weet het na afloop nog steeds niet zeker. „Achtenhalf jaar is natuurlijk wel érg lang. Weet je, ik denk dat ik toch maar de loting afwacht.”
Tropengeneeskunde/ -verpleegkunde
Tropengeneeskunde is een specialisatie van de studie geneeskunde
de Nederlandse Vereniging voor Tropengeneeskunde (NVTG) biedt een cursus aan voor afgestudeerde artsen. Die studie bestaat uit drie maanden theorieonderwijs op het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) in Amsterdam
daarna volgen twee stages van ieder een jaar, waarvan een jaar gynaecologie
ook in Engeland zijn opleidingen, voor verpleegsters zijn er diverse vervolgopleidingen tropengeneeskunde
meer informatie op www.nvtg.org