„Mohammed B. kreeg hulp bij moord”
AMSTERDAM - Er zijn sterke aanwijzingen dat Mohammed B. de moord op Theo van Gogh samen met anderen heeft beraamd. Dat zei officier van justitie mr. F. van Straelen woensdagmorgen bij de strengbeveiligde rechtbank in Amsterdam, waar het proces tegen B. begon.
Justitie vermoedt dat een goede kennis van Mohammed B. op de ochtend van de moord hand- en spandiensten heeft verleend.
Vaststaat dat een aantal vrienden de avond voorafgaand aan de moord in de woning van Mohammed B. aan de Marianne Philipsstraat in Amsterdam-West op bezoek is geweest. Daarbij waren Jason W. en Ismael A., de twee vermeende moslimterroristen die tijdens een grootscheepse belegering in het Haagse Laakkwartier werden ingerekend.
Volgens de aanklager zijn er sterke aanwijzingen dat Mohammed B. banden heeft met de Hofstadgroep, bestaand uit extremistische moslims. Opvallend is een afgeluisterd gesprek dat in het huis van Jason W. in Den Haag is gevoerd. Daarin wordt gezegd dat Theo van Gogh „als een lam” is afgeslacht en dat Hirsi Ali ook aan de beurt is. Voorts wordt gezegd dat „eenieder die Allah uitscheldt” hetzelfde lot is beschoren.
Voorafgaand aan de moord schreef Mohammed B. een viertal brieven. Twee daarvan waren bestemd voor zijn eigen familie. Daarin schrijft hij te kiezen voor het vervullen van zijn plicht tegenover Allah en zijn ziel in te ruilen voor het paradijs.
In een andere brief, met daarop een euroteken, zat geld. Mohammed B. haalde daags voor de moord zijn rekening leeg. Hij maande zijn verwanten de schuld ten opzichte van de „heidense” bank niet af te lossen.
In de vierde brief, gericht aan vrienden, zat een zogeheten USB-pen die veel islamitisch-fundamentalistische informatie bevatte. Die documenten bevatten onder meer een brief aan de islamitische jeugd, aan kamerlid Wilders en aan de Amsterdamse wethouder Aboutaleb.
Er zijn nog geen reacties geplaatst.