Voorjaarsschoonmaak op het strand
Een koelkast, een zilveren broodmes en schedels van dieren vond Jan Poel (17) uit Brielle in de afgelopen jaren tussen alle andere rommel op het Noordzeestrand bij Oostvoorne. Morgen trekt hij opnieuw eropuit om het strand schoon te maken.
Nederland moet schoner. Met talloze radiospotjes, advertenties en acties wordt iedereen opgeroepen daaraan mee te helpen. De wilgenknotgroep waar Jan lid van is, draagt zijn steentje bij met een voorjaarsschoonmaak van het strand bij Oostvoorne.
Moeilijk is het schoonmaakwerk niet, zegt Jan. „We lopen verspreid over het strand met een vuilniszak. Alle rommel die we tegenkomen gaat daarin.”
Jan komt van alles tegen tijdens de opruimactie. „Koelkasten, drogers, veel plastic en veel onherkenbare rommel. Ook heb ik een zilveren broodmes gevonden. Iemand zal dat wel vergeten zijn na een picknick.”
Behalve op rommel stuit Jan regelmatig op resten van dieren. „Schedels van vogels bijvoorbeeld. Welke? Vooral mussen en koolmezen. Die neem ik mee en bewaar ik. Thuis heb ik een hele verzameling. Momenteel ligt er een vos onder de grond in de tuin. Ik heb het beest in de Biesbosch gevonden. In de grond vergaat het vlees en na een tijdje kan ik het skelet uitgraven.”
Ook het broodmes ging mee naar huis. „De rest van de rommel laten we achter. De zakken met afval stoppen we in een container die bij het strand staat.”
Jan vindt het niet vervelend om een zaterdag op te offeren. „De mensen van de knotgroep zijn m’n vrienden, dus het is gezellig. En het strand wordt weer mooi schoon.”
Het afval komt volgens Jan op verschillende manieren op het strand. „Veel spoelt aan. Mensen op schepen smijten de rommel vaak zo overboord. Zij zijn ervanaf en wij zitten ermee.” Jan vermoedt dat een deel van het grofvuil wordt gedumpt. „Hoe komt er anders een koelkast op het strand?” Veel rommel is afkomstig van strandbezoekers. „Ze nemen vaak niet de moeite om verpakkingsmateriaal in hun zak te steken, maar laten het gewoon vallen. Dat is jammer.”
Zo gaat het ook vaak op straat, zegt Jan. „Veel mensen denken er niet over na. Volgens mij denken ze dat het afval vanzelf verdwijnt of dat een ander het wel opruimt. Af en toe zeg ik er iets van als ik zie dat iemand z’n rommel op straat wil gooien. Soms werkt dat.”