Twee of drie?
Iedereen die bekend is met het kerkelijke leven, weet wel dat er over allerlei onderwerpen heel wat verschil van mening is. Zo ook over Gods verbond. Over hoeveel verbonden spreekt de Bijbel? Is er sprake van twee of drie verbonden als het gaat over de zaligheid?
Vrijdagavond 9 maart moest ik daarover een lezing houden voor de streekvergadering van de mannenverenigingen van de Veluwe. Tijdens die lezing heb ik het volgende stukje voorgelezen uit de Redelijke Godsdienst van Wilhelmus à Brakel:
„De ene Partij en Verbondmaker is de Heere God, Die in dit verbond aangemerkt moet worden als algenoegzaam. En zoals Hij in Zichzelf is, zo is Hij ook algenoegzaam voor alle bondgenoten, om die met zoveel licht, liefde, vrede, blijdschap en zaligheid te vervullen en te verzadigen, dat zij niets anders dan God alleen begeren. En ondervindt een ziel maar het allerminste straaltje hiervan, dan zegt zij: „Wie heb ik nevens U in de hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde. Het is mij goed nabij God te wezen. Verzadiging van vreugde is voor Uw aangezicht. Ik zal verzadigd worden met Uw beeld. Zij worden dronken van de vettigheid van Uw huis.”
Deze algenoegzame God richt een verbond op met de mens, aan wie alles ontbreekt. O, hoe gelukkig is hij die met deze God in een verbond staat! Wie kan weigeren met deze Algenoegzame in een verbond te treden? Wie wordt niet gedrongen om dat op staande voet te doen? ’t Moet een liefhebber van God smarten dat velen een verkeerde indruk van God hebben. Velen merken de goede God altijd aan als hard, onbarmhartig, onverbiddelijk. Met zo’n hart komen ze tot het gebed en hebben geen of weinig hoop op verhoring. Zo doet men God oneer aan en men bederft zichzelf.
De andere partij is de mens, zo ellendig, zo zondig, zo verdoemelijk, zo onmachtig! Vergelijk nu deze twee met elkaar. Zou men wel kunnen geloven dat tussen deze twee zo ongelijke partijen ooit zo’n verbond zou kunnen komen, tenzij God het openbaarde? Laat engelen, laat hemel en aarde, laat mensen verbaasd staan, dat de hoge, heilige en heerlijke God zulke vuile, boze en onnutte schepselen in zo’n nauw verbond van vriendschap opneemt en door die Goddelijke weg tot de zaligheid leidt. God biedt Zich aan om de God van een arme boetvaardige zondaar te zijn. Hierin is alle gelukzaligheid gelegen, maar niemand weet wat het is, dan die het geniet. Het is niet een gave van God te ontvangen, maar het is God Zelf te hebben tot zijn deel. Wie zal die grote gelukzaligheid uitspreken? Het is overschaduwd te worden met Gods goedgunstige tegenwoordigheid; het is omringd te worden met Zijn helpende en bewarende almacht; het is te rusten in Zijn onfeilbare trouw; het is zich te verblijden in Gods eeuwige zaligheid, hoogheid en heerlijkheid; het is bestraald te worden met Zijn licht; het is verwarmd te worden met Zijn goedheid en liefde; het is verzadigd te worden met Zijn algenoegzaamheid; het is zich te verliezen in Zijn oneindigheid; het is in het gezicht en in het gevoel van Zijn volmaaktheden (…) Hem eer te geven, omdat Hij het waardig is; het is Hem te vrezen, te dienen en in alles verenigd te zijn met Zijn wil, omdat Hij God is.”
Mijn conclusie: een juiste verbondsbeleving is beter dan een juiste verbondsbeschouwing. Al is het niet verkeerd om je ook verstandelijk hierin te verdiepen, van veel meer belang is het om door geloofsovergave bewust met God in een verbond te mogen staan.
Ds. W. Pieters, Garderen
Reacties (2)
aas bezorger | woensdag 21 maart 2007 - 15:40 | |
aantal posts:4 | we |