Yord herfst logo
Home      Zoeken      

    Meer dan alleen toeschouwers van menselijk leed

    Journalist en fotograaf RD antwoorden op vragen jongeren over Azië-trip: Laten we de structurele ellende niet vergeten

    Ruim een week trokken ze samen door delen van Thailand en India. RD-journalist Ab Jansen en zijn collega fotograaf Henk Visscher deden verslag van de door de zeebeving getroffen gebieden. Raakten in gesprek met overlevenden, die ouders of kinderen hadden verloren. Zagen de schoorstenen van crematoria volop roken. Mede aan de hand van vragen die jongeren via Yord instuurden, blikken Henk en Ab terug op hun reis. Dit artikel is zaterdag ook te lezen op Magneet.

    Een RD-lezer wil dit gezin financieel steunen.

    Een RD-lezer wil dit gezin financieel steunen.

    Wat is het meest aangrijpende dat jullie hebben gezien?
    Ab: „Ik zag in India een man zitten in zijn tent en liep op hem af om een paar vragen te stellen. Hij bleef me aanstaren, zonder ook maar één woord te zeggen. De man bleek in een shocktoestand te verkeren. Op zo’n moment komen de gevolgen van een ramp in alle hevigheid op je af. Hij had alles verloren. Mensen zoals deze man kennen de zee op hun duimpje. Maar dit hadden ze nog nooit meegemaakt. Dat de zee zo plotsklaps veranderde, is onbegrijpelijk voor ze.”

    Henk: „Op mij maakten de borden met daarop de foto’s van vermisten veel indruk. Vermist staat namelijk zo goed als synoniem voor dat je er niet meer bent. Je zag foto’s van mensen in de bloei van hun leven. Dat deed me meer dan toen we in een mortuarium liepen.”

    Waren jullie niet bang voor een nieuwe zeebeving toen jullie daar liepen?
    Henk: „Daar hebben we geen moment over nagedacht.”

    Ab: „Inderdaad. Er was wel even lichte paniek omdat een Siberisch instituut een nieuwe beving voorspelde. Maar ik denk dat we de eerste tijd zo’n beving niet hoeven te verwachten. Dan moet eerst weer een bepaalde spanning in de aardkorst worden opgebouwd, om zich vervolgens te kunnen ontladen.”

    Was het niet erg om al die mensen weer achter te laten zonder ze echt te helpen?
    Henk: „Wij zijn een doorgeefluik. Juist door te laten zien wat de impact van de ramp is, hoop je dat het lezers in beweging zet om in actie te komen om wat te gaan doen voor de slachtoffers.”

    Ab: „We zijn bewust naar een gebied gegaan waar een stichting als Woord en Daad actief is. We konden wel een spectaculaire reis gaan maken, maar daar schiet je niets mee op. Zo hebben we een foto in het RD geplaatst van de 26-jarige vrouw Multhu Packiyam uit een dorpje bij Tranquebar. Haar man is verdronken en ze blijft met drie kleine kinderen achter. Een RD-lezer belde na het zien van deze foto op. Hij wil dit gezin nu financieel steunen. Dat is eenvoudig te regelen via de Hindoestan Bible Institute, een organisatie die contacten heeft met Woord en Daad.”

    Is het wel gepast om in zo’n trieste situatie foto’s te maken?
    Henk: „Ik ben uiterst terughoudend om ellende rechtstreeks te fotograferen. Op een gegeven moment zagen we een vechtpartij. Het was ongetwijfeld een mooie foto geworden. Door mijn camera op de betrokkenen te richten, was ik bang het conflict alleen maar aan te wakkeren. Toen we Multhu Packiyam ontmoetten, had ik als professionele fotograaf gelijk mijn camera moeten pakken. De emotionele ontlading is zeker een foto waard. Daar had ik als fotograaf mee kunnen scoren. Maar ik heb bewust even gewacht. Ik vind het op zo’n moment veel moeilijker foto’s te maken dan bijvoorbeeld in een mortuarium. Dan is het allemaal zo onpersoonlijk geworden. Maar als je met mensen praat en in hun intimiteit kruipt, voel ik de schroom om een foto te maken.”

    Wen je aan het zien van zoveel leed?
    Ab: „Ik denk het wel. Daarnaast is al het leed dat ik als journalist heb gezien een stukje van mijn leven geworden. Met name de armoede op het platteland in India heeft me diep getroffen. We kwamen door talloze dorpjes op weg naar het rampgebied. Blijkbaar raken we in het Westen aan de structurele ellende gewend. We komen alleen nog in beweging als er beelden van een grote ramp langskomen. Ik denk dat we zeker als christenen ons veel actiever moeten opstellen om wat te doen aan de structurele ellende in een land als India.”

    Henk: „Bepaalde dingen wennen nooit, vooral niet als het leed een persoonlijk gezicht krijgt. Aan grote aantallen slachtoffers wen je in zekere zin, maar niet als slachtoffers uit de anonimiteit treden. Daar word ik alleen maar gevoeliger door. Ik raak niet afgestompt door het zien van al het leed. Eerder het tegendeel. Vanmorgen reed ik naar kantoor over de snelweg. Door de harde wind was er een stuk plastic in de bosjes aan de kant van de weg gewaaid. Ik moest direct denken aan een jurkje dat ik tijdens onze reis ergens zag hangen in een struik. Dat beeld raak je niet meer kwijt.”

    Wat voor toekomst hebben jongeren in een land als India of Thailand?
    Ab: „We hebben niet echt met jongeren gesproken, maar ze uiteraard wel gezien. De vitaliteit straalt van hun gezichten, maar ze hebben nauwelijks werk en lopen zich te vervelen. Ze komen niet verder dan dag in dag uit koeienvanger te zijn. Overigens zijn jongeren als groep onzichtbaar in die landen. Je bent óf een kind en je telt niet mee, óf je bent volwassen en je moet volop aan de slag om in leven te kunnen blijven.”

    Wat kunnen jongeren in Nederland doen voor hun medemens in nood?
    Ab: „Via een stichting als Woord en Daad kun je ervoor zorgen dat kinderen in arme landen dagelijks eten hebben en naar school kunnen. Die financiële adoptieprogramma’s bieden een structurele oplossing.”

    Henk: „Vergeet ook het gebed niet. Vraag of mensen in India een andere overheid mogen krijgen, die zich meer ten dienste van de bevolking stelt.”

    Ab: „Misschien zijn er jongeren die nog nadenken over een vervolgstudie of wat ze later willen gaan doen. Een verpleegkundige kan op het platteland in India met steun vanuit Nederland veel nuttig werk doen. Je moet de romantiek vergeten, maar van aanpakken weten. Laten alle Magneet-lezers bovendien beseffen dat in dit leven niets vanzelfsprekend is. We leven in een dorp met één villa en voor de rest zijn er alleen maar krotten. Nederlanders wonen in die ene villa. Dat schept een verantwoordelijkheid voor de mensen in die krotten, maar ook voor ons leven in de villa. Wij hebben de ruimte om ons met wezenlijke zaken bezig te houden, zonder een knorrende maag. Dat is uniek in deze wereld. Wat erg is het dan als we die gelegenheid uit onze handen laten glippen.”

    Er zijn nog geen reacties geplaatst.