Yord herfst logo
Home      Zoeken      

Biddag

Waarover moet het in de preken op biddag gaan? Als het goed is, heeft de dominee niet zelfstandig zijn tekst gekozen, onafhankelijk van God. Maar is hij voor Gods aangezicht bezig geweest met de vraag: welke tekst moet ik nemen? Of anders en beter gezegd: wat is het woord dat Gij tot de gemeente te zeggen hebt, in verband met het houden van deze dag?


Een belangrijke vraag in dit verband is: hebben wij nood, hebben wij iets nodig? Of zijn wij rijk en verrijkt, zodat wij aan geen enkel ding gebrek hebben? Biddag is een gelegenheid om de materiële, lichamelijke, tijdelijke zaken te belichten vanuit Gods heilig en onfeilbaar Woord. Het gaat natuurlijk in de eerste plaats om onze ziel; maar het gaat toch niet alleen daarom. We hebben van God ook een lichaam gekregen. Daar moeten we ook voor zorgen.

Des te meer kan het bevreemden te lezen in Johannes 6 dat Jezus zegt dat Zijn hoorders niet moeten werken voor de spijze die vergaat, maar voor de spijze die blijft tot in het eeuwige leven. Deze uitspraak klinkt absoluut: er staat niet dat zij mínder moeten werken voor de spijze die vergaat en méér voor de spijze die blijft tot in het eeuwige leven, maar dat ze níét moeten werken voor de spijze die vergaat - in tegenstelling tot wél werken voor de geestelijke en eeuwig blijvende spijze. Moeten zij dan niet het vierde gebod opvolgen: Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen? Is wat Jezus zegt in tegenspraak met het gebod van Zijn Vader?

Bijbellezen blijkt nog niet zo gemakkelijk te zijn. Een absoluut geformuleerde uitspraak kan ook minder absolute uitleg nodig hebben. En dat niet omdat het ons beter aanstaat, maar omdat de Heilige Schrift zelf ons daartoe dringt - wat ook uit het tekstverband is af te leiden. Daarom moeten wij levenslang studenten in de Heilige Schrift zijn. Om alles in het verband te kunnen zien en met elkaar te vergelijken. En om op die manier elk Schriftwoord recht te doen.

Dat een absoluut klinkende uitspraak niet altijd absoluut bedoeld is, leert ons Matthéüs 6: „Weest niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmee zullen wij ons kleden? Want al deze dingen zoeken de heidenen; want uw hemelse Vader weet, dat gij al deze dingen behoeft. Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden.” In Lukas 12 lezen wij: „Vraagt niet wat gij eten, of wat gij drinken zult; en weest niet wankelmoedig. Want al deze dingen zoeken de volken der wereld; maar uw Vader weet dat gij deze dingen behoeft. Maar zoekt het Koninkrijk Gods, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden.”

Moeten we het Koninkrijk van God nu alleen zoeken of eerst zoeken? Uit Lukas 12 zouden we kunnen denken dat Jezus bedoelt: Zoek alleen het Koninkrijk van God, en alle aardse, lichamelijke dingen… daar zorgt God voor. In Matthéüs 6 blijkt dat dit niet is bedoeld. Jezus bedoelt: wij moeten niet met een ongelovige bezorgdheid bezorgd zijn, maar in gelovige onbezorgdheid eerst de belangen van God en van Zijn Koninkrijk zoeken. En als dan belangrijke aardse dingen in het gedrang komen? Dan zal God daarvoor zorgen!

Zo is het ook met Jezus’ woord in Johannes 6: „Werk niet voor de spijze die vergaat, maar voor de spijze die blijft tot in het eeuwige leven.” Wij hebben Gods opdracht om te werken te gehoorzamen, maar daarin moet het ons om één ding gaan: de spijze die blijft tot in het eeuwige leven.

Ds. W. Pieters, Garderen

Reacties (3)

fie
bezorger
Quote bericht
aantal posts:18

ja dat is miss wel so
gertine
bezorger
Quote bericht
aantal posts:3

ja michien wel ja
anonymous
correspondent
Quote bericht
aantal posts:106

dat manske kenk wel. egt een geoie....