Laat de kinderkens tot mij komen
Het gebeurde ruim zestien jaar geleden. Mijn vrouw lag in het kraambed van onze achtste. De kraamhulp zou net weggaan. Toen ging de telefoon: een predikant van het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam. Er was een kindje van twee jaar binnengebracht, in coma. Ze was uit het water gehaald, gereanimeerd, maar niet bij kennis. De ouders hadden pastorale bijstand nodig. Het gezin behoorde tot mijn consulentgemeente, maar ik wist niet om wie het ging. Ik dacht erover een ouderling te bellen, maar mijn vrouw was wijzer: „Ik red me wel”, zei ze, „je moet daar naartoe!”
Toen ik er kwam, herkende ik de ouders en hun kind. Ik had het gedoopt. Bij die gelegenheid had ik het trouwboekje ingekeken. Het kindje had de voornamen van mijn moeder, Maria Hendrika, en de moeder de meisjesnaam van mijn vrouw. Zoiets valt je op. Maar wat een omstandigheden!
Het eerste wat de ouders tegen me zeiden, greep terug op de preek van de vorige zondag: „Eutychus!” Ik begreep het zonder veel woorden. Ik had gepreekt over Eutychus, die uit het raam viel, dood werd opgenomen en door een wonder Gods het leven herkreeg.
’s Morgens was Marieke even ontsnapt. Toen de moeder haar ging zoeken, vond ze haar in het water! We hebben weinig woorden gesproken. We hebben gelezen en gebeden.
De volgende dagen ging ze iedere dag iets achteruit. „Zou je Marieke kunnen teruggeven aan de Heere?” heb ik de moeder gevraagd. „Als ik wist dat ze goed weg was, misschien wel”, antwoordde ze. „Jij hebt het niet verdiend, je man heeft het niet verdiend, zij heeft het niet verdiend en ik heb het ook niet verdiend”, zei ik. Die nacht gaf de Heere de moeder genade om haar kindje aan Hem terug te geven.
De volgende dag, toen ik met een hart vol vragen naar het ziekenhuis reed, sprak de Heere tot mij, in de auto, op enkele honderden meters afstand van het ziekenhuis: „Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert ze niet; want derzulken is het Koninkrijk Gods.” (Markus 10:14b). Toen kreeg ik zelf in korte tijd veel onderwijs, ook al kende ik de tekst allang. Christus liet me zien dat we Marieke bij Hem mochten brengen, ook de ouders die alle dagen bij haar bedje zaten. De Heere wilde dat we als onwaardigen de toevlucht tot Hem zouden nemen. We hadden er een diepe indruk van dat Hij Marieke had laten leven, opdat we dit zouden leren, voor haar en ook voor andere kleinen, die zelf nog niet kunnen bidden.
Wat zijn we vaak laks, slordig, werelds, ja ongelovig! Een verhindering voor onze kinderen, dat kunnen we wel zijn, maar ze terechtbrengen, we weten niet hoe het moet. Kinderen die jong sterven gaan niet vanzelfsprekend naar de hemel. Ze erven onze zonden en hebben genade nodig, ze hebben Christus nodig, evenals wij!
Ook verder zorgde de Heere wonderlijk. Tweemaal hebben de ouders in een kamertje met een arts gesproken, op heel verschillende tijden. Beide malen met een ingrijpende vraag: eerst om donatie van haar organen, later om het stopzetten van de machines. Beide malen leidde de Heere mijn weg zo, dat ik juist op dat tijdstip klopte en het kamertje binnenkwam. Zelfs de arts moest er Gods besturing in zien.
We hebben Marieke begraven op 7 juli 1990. Ik heb gesproken over Markus 10:14 en wenste wel dat ik die woorden nooit zou vergeten, maar Christus’ vriendelijke nodiging altijd gehoor zou geven!
Goes, ds. C.J. Meeuse
Reacties (15)
carola bezorger | woensdag 7 maart 2007 - 14:50 | |
aantal posts:42 | vreselijk...maar wel indrukwekkend om het te lezen. Grutjes, ze was net zo oud als ik! |
maartie stagiair | donderdag 8 maart 2007 - 17:52 | |
aantal posts:55 | mooi dominee |
Haaitje bezorger | vrijdag 9 maart 2007 - 16:45 | |
aantal posts:29 | :-) kBen wel érg vergeetachtig :-) Hier alsnog mn mailadres: miekje.miek@hotmail.com |
Sophie bezorger | zaterdag 10 maart 2007 - 10:05 | |
aantal posts:24 | HAAITJE, moetje onder zo een stuk tekst, vol met Gods liefde EMAIL adressen gaan uitwisselen? |
Esthurr bezorger | maandag 12 maart 2007 - 18:50 | |
aantal posts:43 | als imand naar de hemel mag is een troost, maar tog is het heel erg. |