Geplaatst:21 feb 2007 10:38 - Gewijzigd: 21 feb 2007 10:38

Duopinie

Wilders zegt dat moslims de helft uit de Koran moeten scheuren. Saudi-Arabië eist nu excuses. Terecht! Richtje en Ermand reageren.

„Niet kwetsen maar bidden voor moslim”

„In Nederland heerst vrijheid van meningsuiting. Dat betekent voor mij niet dat je zomaar alles kunt zeggen. Als je mening tegenovergesteld is aan die van een ander, mag je dit duidelijk maken. Met de voorwaarde dat je aangeeft dat jij persoonlijk dat zo vindt en dat je de ander niet kwetst. Wilders zegt dat de islam aanzet tot geweld en roept op tot het verscheuren van de helft van de Koran. Ik kan me voorstellen dat moslims zich hierdoor beledigd voelen, omdat ze zich in hun geloof aangetast weten. We mogen het totaal met hun godsdienst oneens zijn, maar op deze manier dit uiten, kan niet. In Matthéüs 7: 12 lees ik: Alle dingen die gij wilt dat u de mensen zouden doen, doet gij hun alzo. Dat vind ik leidraad in de benadering van andere mensen. Daarom vind ik excuses van Wilders aan de mensen die hij heeft gekwetst op hun plaats.

In de oudtestamentische tijd roept God ertoe op de volken uit te roeien met de heidengodsdiensten die daarin huisvesten. Dit zie ik als specifieke opdracht aan Jozua gegeven. Als christen van vandaag is er zeker de taak om andere godsdiensten te weerleggen en er biddend mee bezig te zijn dat heidenen God leren kennen.”
Richtje Keizer (19), Damwoude

„Wilders’ uitlatingen zijn dapper”

„Het is zeer dapper van Wilders dat hij deze uitlatingen deed. Al zou al-Qaida bij hem voor de deur staan, hij laat zich er niet van weerhouden te strijden voor het recht van Nederland.

Terecht geeft Wilders aan dat hij zijn excuses niet aanbiedt. Hij is terecht verontwaardigd. Nederland is een christelijk land. Er is een verbond tussen God, Oranje en Nederland en dat verbond blijft. Daarom kan het niet zo zijn dat Nederland het toelaat dat het heidendom vrij oprukt. Als de overheid hiertegen niet optreedt, zie je dat mensen zoals Wilders op de voorgrond komen. Het doet mij denken aan de situatie tijdens de Tachtigjarige Oorlog. De geuzen streden tegen de Spaanse overheersing. Zij konden de verdrukking niet langer aanzien. En zo zie ik dat ook met uitingen van Wilders. Of die kwetsend zijn? Dat is niet de eerste vraag. Wij moeten ons drukker maken om de vraag of de God van het verbond is gekwetst wanneer de Baäldienst wordt toegelaten.

De Bijbel geeft aan dat je moet zorgen voor de vreemdeling, maar dat tegelijk de vreemdeling zich moet buigen onder Gods recht en onder Zijn wetten. Zeker ook in Nederland.”
Ermand Oussoren (17), IJsselmuiden