Geen Ecuadoriaan en geen Nederlander
Zendingskinderen Arco, Timon en Joas switchen tussen twee culturen
Ze hadden vriendjes in sloppenwijken, gingen in uniform naar school en smulden van hun favoriete gerecht: ”seco depollo” (rijst met kip). Tien jaar lang was Ecuador hún land. Toen, nu bijna twee jaar geleden, keerden Arco (14), Timon (13) en Joas (12) -zoons van zendingsechtpaar Van Doleweerd uit Driebergen- terug naar hun roots. Arco: „Ik voel me na twee jaar nog geen Nederlander.”
Ze zijn het Spaans nog niet verleerd. In rap tempo vraagt Arco hoe het gaat. Zijn broers reageren zonder aarzelen. Ook schrijven gaat ze nog goed af. Hun vader -juist deze week op het vliegtuig gestapt voor een twee weken lang durend bezoek aan Ecuador- ging dan ook met Spaanstalige brieven de deur uit. Arco: „Ik schrijf regelmatig met m’n vrienden daar. Straks krijg ik denk ik weer een zak post terug.”
Zo’n twaalf jaar geleden werd vader Van Doleweerd vanuit de Zending Gereformeerde Gemeenten benoemd als evangelist in Ecuador. Voor het gezin brak daarmee een compleet nieuwe periode in hun leven aan. Het eerste jaar verbleven ze in Quito, de hoofdstad van Ecuador, om de taal te leren.
Na dat jaar verhuisde het gezin naar de zuidwestelijke stad Guayaquil, waar vader Van Doleweerd een gemeente ging leiden. Vanaf die tijd weten Arco, Timon en Joas herinneringen op te halen. Joas: „Weet je nog dat het één keer in de vier jaar dagenlang kon stortregenen?” „Inderdaad”, vult Timon aan, „toen opa en oma vanuit Nederland op bezoek kwamen, stond er een halve meter water op straat.”
Toch willen de jongens geen kwaad woord horen over het klimaat. Timon: „Het was daar heerlijk warm. Zomer en winter tussen de 25 en de 40 graden. We sliepen vaak onder een klamboe vanwege de vele muggen. Dieren horen er daar gewoon bij. Schorpioenen, muizen, we hadden zelfs een vleermuizenplaag in huis.”
Stofvoetbalveld
Vanwege het weer kregen de jongens ook op aangepaste tijden les. Arco: „We hadden school van zeven tot één uur. En drie maanden zomervakantie.” Joas: „Elke maandag startten we met het zingen van het volkslied. Ook gingen we in uniform naar school. Jongens in jeans met witte polo, blauw jasje en zwarte schoenen. Meisjes in wit shirt en geruite rok.”
„Oh ja, en weet je nog van dat stofvoetbalveld?” haalt Arco op. Als we even vrije tijd hadden, gingen we voetballen op het veld bij school. Maar het was daar heel zanderig. Ons uniform was na afloop één grote stofmassa.”
Op school ontsponnen zich soms ook discussies. Timon: „Veel mensen zijn rooms-katholiek. Ze zijn sterk overtuigd van de heiligheid van Maria. Ik was het daar nooit mee eens. Maria was bevoorrecht, maar niet heilig. Niet Maria, maar de Heere Jezus Zelf is de Weg waardoor wij tot Hem mogen komen.”
De jongens kregen ook met armoede te maken. De kerk, waar hun vader voorging, stond middenin een krottenwijk. Arco: „De eerste keer was ik behoorlijk onder de indruk. Er woonden gewoon mensen in krotjes met een dak van golfplaat, zand op de grond, geen water of elektriciteit, Echt vreselijk. Maar het gekke is, als je duizend keer een krot ziet, begint het te wennen.”
Amen
Vooral na kerktijd en op zondagsschool ontmoetten de jongens leeftijdsgenoten. Arco: „Vaak bleven we na kerktijd bij elkaar. Om te praten en wat te eten. Alleen het gevaar was dat de arme mensen voor het lekkers in de kerk kwamen.”
Vier keer gingen de jongens op verlof naar Nederland. Joas glimlacht. „Ik weet nog goed dat we zondags naar de gereformeerde gemeente in Dordrecht gingen. Na het amen van de preek, zeiden wij alle drie hardop: Amen. Dat waren we helemaal gewend.”
Bijna twee jaar geleden besloten de ouders van Arco, Timon en Joas definitief terug te keren naar Nederland. Arco: „Ze vonden het belangrijk dat wij goed onderwijs zouden krijgen.” Vooral hij, maar ook zijn broertje Joas zagen de terugkeer niet zo zitten. Arco: „Ik dacht echt: Wat moet ik in Nederland zoeken? Ik voelde me helemaal geen Nederlander en ik kende buiten mijn opa en oma geen Hollanders. Ik had in Ecuador mijn vrienden.” Timon dacht er anders over. „Ik las altijd al veel over Nederland, ook over de geschiedenis. Ik vond het prima om daar te gaan wonen.”
Wennen, enorm wennen was het de eerste tijd. Joas: „Alleen al de kou hier. Van 30 graden daar opeens naar 5 graden hier.” „En de kerkdiensten zijn zo anders”, zegt Arco. „Gewoon anderhalf uur stilzitten en alles is zo gedragen.”
Toch hebben de jongens ondertussen hun draai gevonden. Alle drie bezoeken ze het Van Lodensteincollege in Amersfoort en ze hebben nu ook Nederlandse vrienden. Alleen Arco voelt zich nog tussen twee culturen zweven. „Ik weet niet wat het is, maar ik voel me geen Ecuadoriaan en geen Nederlander.”
MK Focus
MK Focus, een werkgroep van de Evangelische Zendings Alliantie (EZA), lanceerde vorige week een website voor kinderen van zendingswerkers (”missionary kids”, mk’s). Een ”missionary kid” is iemand die met zijn of haar ouders langere tijd in een andere cultuur dan de thuiscultuur van de ouders heeft doorgebracht. Op de website www.mkfocus.nl kunnen zendelingskinderen ervaringen uitwisselen op het forum.
Reacties (5)
Cora123 bezorger | maandag 19 februari 2007 - 12:24 | |
aantal posts:4 | He Joas, lol dat jeop op yord staat. why had je niks gezegd op school? doei cora |
mica bezorger | woensdag 21 februari 2007 - 11:35 | |
aantal posts:41 | ej arco lastig he, anderhalf uur stilzitte in kerk...:( maja |
maartie stagiair | vrijdag 23 februari 2007 - 11:52 | |
aantal posts:55 | eeey schaamde je eigen jongens mag niet in de kerk gillen |
btb stagiair | zaterdag 24 februari 2007 - 16:33 | |
aantal posts:52 | Muchas gracias(spaans voor veel geluk) |